Het Catshuis is sinds 1963 de ambtswoning van de Nederlandse minister-president. Het bevindt zich aan de Scheveningseweg in Den Haag en wordt tevens gebruikt als ontvangstcentrum van de regering.
Jacob Cats kocht in 1643 enkele percelen grond tussen Den Haag en Scheveningen en noemt zijn landgoed Sorghvliet. Negen jaar later liet hij er een huis bouwen en dat huis heet tegenwoordig het Catshuis. Oorspronkelijk had het pand geen bovenverdieping.
In 1675 kwam het landgoed in bezit van Hans Willem Bentinck, kamerheer van de latere koning-stadhouder Willem III (1650-1702). Diens zoon, Willem Bentinck, liet in 1738 in de klokkentoren op het dak van het Catshuis een bronzen klok plaatsen.
Het wandelpark van het landgoed werd in 1948 aangekocht door de Amerikaanse regering. Acht jaar later nam de Nederlandse staat park Sorghvliet over. De Staat gaf in 1999 opdracht voor een renovatie van het Catshuis.
De Nederlandse professor en politicus Pim Fortuyn liet in 2001 in een interview met Hugo Camps weten dat hij, als hij minister-president zou worden, vanuit het Catshuis zou gaan regeren. Op 6 mei 2002, negen dagen voor de parlementsverkiezingen, werd de leider van de Lijst Pim Fortuyn, echter vermoord door de Nederlandse milieuactivist Volkert van der Graaf.
Het Catshuis is vrijwel nooit toegankelijk voor het algemene publiek. Alleen in 2014 ter gelegenheid van het tweehonderdjarig bestaan van de grondwet, werden de deuren voor het publiek geopend.
Ook interessant: Het Torentje in Den Haag – Werkplek van de minister-president
