Charta 77 was een mensenrechtenorganisatie die in 1977 werd opgericht in voormalig Tsjecho-Slowakije.
Als de communistische overheid van Tsjecho-Slowakije in 1976 een speelverbod oplegt aan de underground-band Plastic People of the Universe zijn veel tsjechoslowaken verontwaardigd. Schrijvers, dichters, muzikanten en toneelschrijvers worden al langer strak gehouden door de communistische partij maar nu gaat de overheid volgens hen echt te ver. President Gustáv Husák heeft in 1975 de Helsinki-akkoorden ondertekend.
Hier waren onder meer afspraken gemaakt over mensenrechten en die worden volgens hen nu geschonden.
Om op te komen voor de mensenrechten in Tsjecho-Slowakije wordt een beweging opgericht: Charta 77. Grondlegger van de beweging zijn Vaclav Havel, LudvÃk VaculÃk, Jiřà Hájek en Jiřà Dienstbier. Aanhangers van de beweging beginnen met het verzamelen van handtekeningen. Op 1 januari 1977 worden deze handtekeningen openbaar gemaakt. Het zijn er 242. De jaren hierna steunen steeds meer mensen Charta 77 en zetten hun handtekening. In 1980 is het aantal ondertekenaars gegroeid tot 1100 en in 1989 tot 1300.
De leden van Charta 77 willen de dialoog aangaan met de overheid over de schending van mensenrechten. De eerste woordvoerder van de beweging is de latere president van Tsjecho-Slowakije Vaclav Havel. Charta 77 heeft hierna steeds drie woordvoerders die jaarlijks worden gewisseld. Grote inspiratiebron voor de leden van Charta 77 is de Joods-Duits-Amerikaanse filosofe Hannah Arendt. Een filosofe die gruwde van het reduceren van democratie tot de macht van het getal of de “algemene wil van het volk”.
Erasmus-prijs
De beweging krijgt steun vanuit Nederland. Daar werd de Stichting Informatie over Charta 77 opgericht die vanaf 1978 een blad gaat uitgeven met informatie over de activiteiten van de mensenrechtenbeweging. In 1986 ontvangt mede-oprichter van Charta 77 Vaclav Havel de Erasmusprijs, een prijs die jaarlijks wordt toegekend aan een persoon of instelling die een voor Europa buitengewoon belangrijke bijdrage heeft geleverd op cultureel, sociaal of sociaal-wetenschappelijk terrein. Aanvankelijk wilde men de prijs aan Charta 77 geven maar de toenmalig Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Hans van den Broek verzette zich hiertegen omdat het een ‘politiek delicate zaak’ betrof. Na overleg met premier Ruud Lubbers wordt besloten de prijs te geven aan iemand die de waarden en ideeën van Charta 77 symboliseert. Die persoon wordt Vaclav Havel.
De overheid in Tsjecho-Slowakije gaat de strijd aan met Charta 77 door in de door haar gecontroleerde kranten te schrijven dat de beweging onder meer on-democratisch en anti-socialistisch is. Aanhangers van Charta 77 die stukken publiceren worden bestempeld als verraders en overlopers. In oktober 1979 worden enkele prominente leden van Charta 77, waaronder Vaclav Havel, aangehouden en veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar.
De invloed van Charta 77 is in Tsjecho-Slowakije niet enorm. De beweging bereikte in eigen land geen grote groepen mensen. Voornamelijk mensen uit Praag sluiten zich erbij aan. Veel andere mensen in Tsjecho-Slowakije kennen de mensenrechtenorganisatie enkel vanwege de campagne die de overheid er tegen voert en participeren niet.
Na de val van het communistisch regime in Tsjecho-Slowakije bekleden veel leden van Charta 77 hoge functies in de nieuwe overheid. Vaclav Havel wordt president.
Charta 77 wordt in 1992 opgeheven.
Lees ook: Vaclav Havel (1936-….)