De cultus van Kybele
Mysterieculten en -godsdiensten in het algemeen
De cultus van De Moeder was een van de vele mysterieculten die populair waren in de antieke wereld. Een mysteriecultus was gecentreerd rond geheime dogma’s en regels over hoe men kon worden gezuiverd, om in het hiernamaals te worden beloond. Doordat deze culten zelf geen geschreven bronnen hebben achtergelaten, zijn we verplicht ons te baseren op wat criticasters hierover allemaal hadden te zeggen. De critici van zulke culten wisten trouwens zelf meestal niet welke geheime rituelen werden uitgevoerd, maar speculeerden hier maar al te graag over en verspreidden op die manier allerlei wilde geruchten over ontvoeringen, verdwijningen en orgieën. Bij deze ‘verdwijningen’ ging het echter vaak om misinterpretaties van bepaalde rituelen waarbij mensen verdwenen in een grot. In werkelijkheid ging het om ensceneringen van een tocht naar de onderwereld en verrijzing na de dood.
Kybele in Griekenland
Vanaf de zevende en zesde eeuw v.Chr. was Kybele bekend in Griekenland, waar ze al snel werd geassocieerd met Dionysos. De beeldvorming van de Moedergodin was tegen de vijfde eeuw v.Chr. gestandaardiseerd. Op dit moment was haar cultus sterk gevestigd in de Griekse wereld, maar kwam er van bovenaf steeds meer kritiek op haar orgiastische verering. De sterke scheiding tussen de Olympische goden en Kybele was onoverbrugbaar.
De cultus van een godheid is niet weg te denken van de mythe. In dit geval vielen de cultus en mythe van Kybele in Griekenland samen met die van Attis: een vegetatiegod en de metgezel van Kybele. Volgens de mythe was Attis verliefd geworden op de dochter van de koning van Pessinus -volgens een andere versie was hij aan haar uitgehuwelijkt. Kybele was zo kwaad geworden, dat Attis wegvluchtte en zichzelf castreerde onder een dennenboom. Door het bloedverlies stierf hij uiteindelijk, en Kybele vond hem dood terug. De bomen verloren hun bladeren, de dieren trokken zich terug en de lucht was donker geworden, maar drie dagen later was er licht in het rotsgraf waarin Attis was gelegd en was hij verrezen.
Attis stond symbool voor het terugkerende verval van de natuur in de herfst en het terug tot leven komen van de natuur in de lente. De priesters van Attis en Kybele, de galloi, hadden zichzelf – net als Attis – gecastreerd en droegen kleurrijke vrouwengewaden.
Kybele in Rome
Volgens het narratief van de Romeinen zelf, was het dankzij de komst van Kybele dat ze Hannibal hadden kunnen overwinnen in de tweede Punische Oorlog. Na het raadplegen van de Sibyllijnse boeken was ze vanuit de stad Pessinus in Pergamun naar Rome gehaald in de vorm van een zwarte, kegelvormige meteoriet. De intrede van Kybele gebeurde met veel ophef en haar cultus was bijzonder publiek. Waarom moest dit op die theatrale manier gebeuren? De Moedergodin was geen onbekende in Italië aan het einde van de derde eeuw v.Chr. Waarschijnlijk waren er politieke redenen achter haar groteske intrede, om prominente figuren en families nog meer naar voren te schuiven. Zo was het Publius Cornelius Scipio Nascia die hospes was van de godin en haar, als vir optimus, kon verwelkomen. Claudia Quinta nam de rol van castissima femina op zich. Hun rol werd door de bronnen sterk benadrukt en de families van de Scipiones en de Claudii werden op deze manier nog belangrijker dan ze al waren.
Volgens de bronnen – die er bijzonder kritisch en wantrouwig tegenover stonden – werd de cultus gekenmerkt door orgieën, zelfcastratie, luide muziek, uitzinnige dans, extase en krankzinnigheid. De galloi, priesters van Kybele, hadden zichzelf gecastreerd en liepen door de straten in kleurrijke gewaden terwijl ze zichzelf geselden. Ondanks het wantrouwen van bovenaf, werd de cultus niet afgeschaft of verboden. Wel kwam er een verbod op zelfcastratie, waardoor een burger van Rome geen gallos meer kon worden.
Matar in Phrygië
In Phrygië werd De Moeder Matar genoemd. De naam Kybele in Griekenland en later in Rome, kwam enerzijds van een verbastering van het epitheton Kubeleya en anderzijds van een gehelleniseerde vorm van Kubaba. Deze Kubaba was een Neo-Hetittische Opper- en Moedergodin. De Phrygiërs associeerden haar met Kybele en namen haar attributen over.
Phrygië besloeg in de achtste eeuw v.Chr. een groot deel van westelijk Anatolië, het hedendaagse Turkije. Vanaf dit moment verschenen haar eerste beeltenissen. Haar religieuze symbolen bestonden onder andere uit roofvogels, die werden gezien als helpers voor de mensen tijdens de jacht, en uit leeuwen, die reeds in de Anatolische Bronstijd een belangrijke religieuze symboliek kenden.
Hoewel Kybele in de latere mythe niet weg was te denken van Attis, was er in Phrygië nog geen sprake van Attis als goddelijke echtgenoot van Matar. Hiervoor zijn er de volgende bewijzen. Ten eerste was ‘Attis’ hoogstwaarschijnlijk aanvankelijk een koninklijke titel en had die koning sacrale verplichtingen. Mogelijks was er sprake van een hieros gamos of heilig huwelijk tussen de sacrale koning en Matar. De Grieken zouden dan die koning hebben verward met een god en dientengevolge vond Attis zijn intrede in de mythe. Ten tweede verscheen Attis pas in de iconografie en literatuur vanaf ca 350 v.Chr. Ten slotte verwijzen twee inscripties naar Attis als de gever en niet als de ontvanger van offers.
~ Leen Bokken
In samenwerking met Mythologisch genootschap Hippocrene
Voor meer informatie over de cultus van Kybele, verwijs ik graag naar de literatuurlijst onderaan, vooral het boek van Lynn Roller (1999) is bijzonder exhaustief. Daarnaast is het altijd mogelijk om vragen te stellen in de reacties onder de podcast.
De podcast over de cultus van Kybele
Ook interessant: Religie bij de Etrusken en haar directe invloed op de Romeinse religie
Overzicht van boeken over het Romeinse Rijk
-Hugh Bowden, Mystery Cults of the Ancient World, Oxford 2010.
-Maya Vassileva, ‘Further Considerations on the Cult of Kybele’, Anatolian Studies, 51 (2001), 51-63.
-Roller, L. E., In Search of God the Mother. The Cult of Anatolian Cybele, Berkeley, Los Angeles en Londen, 1999.