Wie Middelburg zegt denkt in de eerste plaats aan de hoofdstad van Zeeland. Er bestaat echter een ander Middelburg. Het ligt net over de grens met Vlaanderen en al oogt het bescheidener dan zijn Zeeuws homoniem, het kan even goed bogen op een bewogen verleden.
Het grensgebied tussen Zeeland en Vlaanderen is een land van kreken, polders en dijken. Rust en stilte zijn er troef al was dat ooit anders. Vanaf de dertiende tot de vijftiende eeuw gonsde het er van bedrijvigheid. De nabijgelegen steden Brugge en Gent waren naar middeleeuwse normen wereldsteden en de nabijheid van de Noordzee en de Scheldedelta maakten van het hoge noorden van Vlaanderen een uitverkoren plek voor toenmalige durfkapitalisten. Die waren vanaf de veertiende eeuw vooral te vinden in de kringen van de Boergondische hertogen die ijverig en met succes timmerden aan hun rijk.
Pieter Bladelin
Een van hen was de Bruggeling Pieter Bladelin (1408-1472). Als financieel raadgever en diplomaat van hertog Filips de Goede en later van diens zoon Karel de Stoute had hij fortuin gemaakt. In zijn thuisstad Brugge bouwde hij daarmee een stadspaleis, het Hof Bladelin, dat tot op vandaag kan bezocht worden.
Bladelin koesterde echter grootsere plannen. In 1440 kocht hij gronden op langs de weg van Brugge naar Aardenburg, liet er een imposante kasteelburcht bouwen en stichtte meteen een nieuwe stad met kerk, stadhuis, hospitaal en woningen langs een strak stratenpatroon. Ambachtslui werden van heinde en verre aangetrokken. Het stadje kreeg een jaarmarkt en werd ommuurd. Een verbindingskanaal met de Lieve, een kanaal dat Gent in de Middeleeuwen met Damme en de Scheldedelta verbond, moest de economische leefbaarheid van Middelburg garanderen.
De nieuwe stad was rond 1465 voltooid en de toekomst leek het Vlaamse Middelburg toe te lachen. Zelfs hertog Karel de Stoute kwam er met zijn familie een vakantie doorbrengen. Middelburg leek een rijzende ster tussen Zwinstadjes zoals Damme, Aardenburg en Sluis.
Relikwie
Pieter Bladelin had ook het geestelijk welzijn van zijn stad in gedachten. Zo slaagde hij er in een relikwie van het Heilig Kruis te bemachtigen. Hij schonk het aan de kerk van Middelburg in de hoop van zijn nieuwe stad een bedevaartsoord te maken. Dat de toevloed van pelgrims de lokale economie ten goede zou komen, was mooi meegenomen.
Begin zeventiende eeuw liep het echter mis met het reliek. De toenmalige eigenaar van Middelburg, graaf Philippe de Merode schonk het kostbare kleinood aan de hertogen Albrecht en Isabella. Zeer tot ongenoegen van de Middelburgers overigens. Later schonk hertogin Isabella op haar beurt het reliek aan de Sint Goedele kathedraal van Brussel. Ondanks herhaaldelijk aandringen van de Middelburgers slaagden ze er niet in hun reliek terug te krijgen, op āeen nauwelijks zichtbaar splinterkenā na, zo wil de overlevering het althans.
Triptiek
Als devoot christen had Bladelin nog andere verrassingen in petto. In 1460 liet hij een triptiek schilderen door niemand minder dan Rogier van der Weyden. Het werd een afbeelding van Christusā geboorte en met een geknielde Pieter Bladelin als figurant. Dat topstuk wordt nu in Berlijn bewaard maar in de kerk van Middelburg hangt een zeventiende-eeuwse kopie. In diezelfde kerk vond Pieter Bladelin in 1472, net zoals zijn echtgenote enkele jaren later, een laatste rustplaats in een praalgraf versierd met het wapenschild van de Bladelin familie.
Naast de triptiek, enkele achttiende-eeuwse schilderijen en de graftombe herbergt de kerk nog een ander topstuk. In een zijbeuk vindt de bezoeker een reliekschrijn waarin ā goed beveiligd achter stevig glas – het indrukwekkend groot perkamenten testament van Bladelin werd opgehangen.
De neergang
Middelburg stond nog in de kinderschoenen toen Pieter Bladelin stierf. Nog voor het tot vol wasdom kwam, zette echter de neergang in. Kinderen had Bladelin niet en uiteindelijk werd Middelburg verkocht. Het stadje werd de daaropvolgende eeuw een speelbal in de woelige geschiedenis van de Lage Landen. Zo was het een belangrijk militair steunpunt tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) en de Spaanse Successieoorlog (1702-1713).
Na verschillende bezettingen, overstromingen en verwoestingen zonk Middelburg uiteindelijk weg in de vergetelheid. De stad werd een dorp en daar bovenop transformeerde de Tweede Wereldoorlog Middelburg in een ruĆÆne. Van het roemruchte kasteel Bladelin bleef toen helemaal niks meer over.
Erfgoedsite
Pas in de jaren negentig van de vorige eeuw gaf Middelburg zijn roemrijk verleden opnieuw prijs. Tijdens graafwerken in een nieuwe verkaveling stootte men op de fundamenten van het oude kasteel. Er volgde een noodopgraving die een aantal vondsten opleverden zoals luxueus aardewerk, vloertegels, musketkogels en wapentuig uit diverse periodes. De provincie Oost-Vlaanderen besloot de gronden aan te kopen om verder onderzoek uit te voeren.
In 2005 werden de restanten van het kasteel en de stad beschermd als archeologisch monument. Sinds kort is er ook een nieuwe provinciale erfgoedsite waar de bezoeker kan kennis maken met een brok roemrucht verleden. Het grondplan van de torens, muren en toegangspoort werd gemarkeerd en infopanelen geven de bezoeker een idee van het Bladelin-kasteel. Imposante ruĆÆnes hoeft men weliswaar niet te verwachten want de tand des tijds heeft weinig meer dan de fundamenten gespaard.
Wel nog goed zichtbaar in Middelburg zijn de zeventiende-eeuwse omwallingen en een kreek die herinnert aan de inundaties tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Nu een groene oase en mooi natuurgebied vlakbij de grenspaal die Nederland van Vlaanderen scheidt. Van hieruit kijk je uit over de polders van Zeeuws-Vlaanderen en zie je de torens van Aardenburg, de oudste stad van Nederland die net als Middelburg kan bogen op een rijk verleden.
Om al dat historisch erfgoed te ontdekken kan de bezoeker gebruik maken van een goed uitgewerkt netwerk van wandel- en fietspaden. Zo is er een circa 50 km lange fietsroute die het spoor volgt van de Bourgondiƫrs langs historische stadjes zoals Middelburg, Aardenburg en andere plaatsen waar ooit geschiedenis werd geschreven.