Sinds jaren heerste er tussen het graafschap Vlaanderen en het hertogdom Brabant grote rivaliteit, maar halfweg de veertiende eeuw bereikten de spanningen een ongekend hoogtepunt. Bij het overlijden van hertog Jan III van Brabant in december 1355 werd zijn erfopvolging door de graaf van Vlaanderen, Lodewijk van Male (1330-1384) en Reinoud III, de hertog van Gelre (1333-1371) openlijk betwist. Het geschil ontaardde al snel in een gewapend conflict dat de geschiedenisboeken zou ingaan onder de benaming: Brabantse Successieoorlog.
Ruzie en twist in de familie
Het was Johanna (ca. 1322-1406), de oudste dochter van hertog Jan III die bij legaat en gebrek aan rechtstreekse mannelijke nazaten tot hertogin van Brabant en Limburg werd uitgeroepen. Reinoud III, die gehuwd was met Maria van Brabant, de jongere zus van Johanna, stelde deze erfenisregeling als eerste ter discussie. Het waren echter voornamelijk de andere dochter van Jan III – Margaretha van Brabant, en haar gemaal Lodewijk van Male – die Johannaās zeggenschap over het hertogdom aanvochten. Terwijl Reinoud III zich na enig overleg tevreden stelde met een jaarlijkse rente en het gezag over de Heerlijkheid Turnhout, liep het dispuut met de graaf van Vlaanderen verder uit de hand en in juni 1356 vielen zijn troepen het hertogdom binnen. Wat dus ogenschijnlijk begon als een ordinaire familieruzie over een erfeniskwestie kreeg hiermee plots een heel andere dimensie.
Een kamp voor macht
Na de inname van enkele steden waaronder ook Antwerpen, had het Vlaamse ridderleger zich op een hoogte nabij Scheut, een gehucht niet ver van Brussel, strategisch opgesteld. Hoewel de Brusselaars zich gemakkelijk konden verschansen achter hun stadsomwalling, verkozen ze in hun overmoed toch om de vijand op eigen terrein aan te vallen. Even leek het er zelfs naar uit dat ze de overwinning zouden behalen, maar uiteindelijk waren ze niet opgewassen tegen het overwicht van de Vlaamse ruiterij die dood en paniek zaaide in de Brabantse rangen. Daarop sloegen de hertogelijke troepen wanordelijk op de vlucht waardoor de krijgskansen omkeerden.
Hoewel daarna hevig verzet werd geboden door enkele burgermilities, die inderhaast waren bijeengeroepen door de Brusselse gilden, viel de stad op 17 augustus bij het ochtendgloren in handen van de legermacht van de graaf van Vlaanderen. Deze liet onmiddellijk zijn banier hijsen op de Brusselse Grote Markt en riep zichzelf uit tot nieuwe hertog van Brabant.
De orde wordt hersteld
De graaf van Luxemburg, Wenceslas I (1337-1383), en echtgenoot van Johanna, riep daarop de hulp in van zijn halfbroer Karel IV, keizer van het Heilig Roomse Rijk die zijn steun toezegde om gewapenderhand tussenbeide te komen. Dit gaf de Brusselaars hoop en in de nacht van 24 oktober verschalkte ene Everaard tāSerclaes samen met een groepje getrouwen de Vlaamse schildwachten en verving Lodewijkās vlag door de Brabantse driekleur.
Toen de dag daarna de Brusselaars hun standaard opnieuw zagen wapperen kwamen ze spontaan in opstand en verjaagden het Vlaamse garnizoen. De andere steden in het hertogdom volgden al snel het Brusselse voorbeeld en in juni 1357 kwamen de strijdende partijen tot een vergelijk. Met de āVrede van Aatā erkende de graaf van Vlaanderen de rechten van Johanna, maar verkreeg wel in ruil hiervoor de controle over de Heerlijkheid Mechelen en het Markgraafschap Antwerpen.
Onverwacht neveneffect van de Brabantse Successieoorlog
Het vredesverdrag van Aat had echter nog een andere verregaand gevolg. Een clausule erin bepaalde immers dat indien Johanna kinderloos zou komen te sterven het, hertogdom Brabant zou toekomen aan haar zus Margaretha of aan diens afstammelingen. Ongeveer een halve eeuw later overleed Johanna inderdaad kinderloos. Daardoor erfde haar nicht, Margaretha van Male, die getrouwd was met de Bourgondische hertog Filips de Stoute, het hertogdom. Hun zoon Anton (1384-1415) verwierf de titel van hertog van Brabant en erfde na de dood van zijn moeder ook het voogdijschap over het Markgraafschap Antwerpen, waardoor het na vijftig jaar opnieuw met het hertogdom Brabant werd verenigd. Anton zelf werd gedood tijdens de Honderdjarige Oorlog in de Slag bij Azincourt.