Madame de Maintenon (1635-1719)
Wie een enigszins betrouwbare karakterschets wil geven van de persoon die Madame de Maintenon is geweest, is sterk afhankelijk van de geschriften die zij zelf heeft nagelaten. In de allereerste plaats moet dan gedacht worden aan de volledige editie van haar brieven. Tot op heden hebben haar biografen daarover nooit kunnen beschikken, omdat alle edities tot nu toe zeer lacuneus waren.
In de achttiende en negentiende eeuw werd slechts een fractie van haar brieven uitgegeven. De wat uitgebreidere editie van de twintigste eeuw werd nimmer voltooid en was al evenmin als een volledige uitgave van het brievenbestand opgezet. Pas in 2013 zag de integrale editie van haar ca. 4500 brieven voor het eerst het licht. Zoals in de inleiding al is opgemerkt, baseerden sommige biografen zich dan ook hoofdzakelijk op de vele negatieve getuigenissen over haar in de geschiedschrijving. Dat geldt allereerst voor prinses Elisabeth Charlotte van de Palts, de echtgenote van Philippe d’Orléans. Zoals eerder werd opgemerkt, heeft deze schoonzus van Lodewijk XIV niets nagelaten om Madame de Maintenon als een intrigante af te schilderen en haar in haar brieven in een kwaad daglicht te stellen.In nog sterkere mate geldt dat voor Saint-Simon, die op tal van plaatsen in zijn invloedrijke en gedetailleerde Mémoires een overwegend negatief beeld van haar schetst: hij ziet haar als een parvenue van lage komaf die door haar ongebreidelde eerzucht en door middel van allerlei intriges zich een al te invloedrijke plaats aan de zijde van de koning zou hebben verworven.
Ook volgens de negentiende-eeuwse Franse historiograaf Jules Michelet zou Madame de Maintenon alleen maar een verderfelijke invloed op de koning hebben gehad. Op grond van deze negatieve geschiedschrijving is ook het beeld ontstaan dat dankzij de huichelachtige vroomheid en invloed van Madame de Maintenon het Hof vanaf eind jaren tachtig volledig van karakter zou zijn veranderd en dat er helemaal geen plaats meer zou zijn geweest voor enig mondain vertier. Zo schrikt Elisabeth Charlotte van de Palts er niet voor terug om in oktober 1687 aan haar tante, de duchesse de Hanovre, de volgende karikatuur te geven van het Hof te Versailles:
“Het Hof wordt hier zó vervelend dat je het er niet lang meer uithoudt; de koning verbeeldt zich immers vroom te zijn wanneer hij zich op een dergelijke wijze gedraagt dat wij ons er heel erg vervelen. […] Het is ellendig wanneer men zijn eigen gezond verstand niet meer wil volgen en zich alleen maar laat leiden door priesters die er beter van willen worden en door oude courtisanes. Dat maakt het leven voor fatsoenlijke en eerlijke mensen heel lastig.”
Dat met deze categorie van ‘oude courtisanes’ door haar in ieder geval Madame de Maintenon wordt bedoeld, staat wel vast, maar strookt niet met de realiteit. Tal van voorbeelden zouden kunnen worden gegeven die een hardnekkige legendevorming tot gevolg hebben gehad. Alleen door raadpleging van haar correspondentie, haar eigen brieven en die welke zij van haar tijdgenoten over een periode van meer dan 40 jaar heeft ontvangen, is het mogelijk dit beeld bij te stellen en te nuanceren.
Desalniettemin moet worden vastgesteld dat ook haar complexe en enigszins raadselachtige karakter ertoe heeft bijgedragen dat er veel tegenstrijdigheid valt te bespeuren in deze beeldvorming. Voor haar trouwe en intieme vrienden aan het Hof, voor vele kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders en voor de religieuzen van Saint-Cyr is Madame de Maintenon als echtgenote van de koning met een heel bijzondere missie belast. Niemand drukt dat zo goed uit als haar geestelijk leidsman, de bisschop van Chartres in 1696:
“Madame de Maintenon is aan het Hof geroepen voor het zielenheil van de koning, het belang van de Staat en dat van de Kerk van Frankrijk.”
En een jaar later drukt hij dit nog veel plastischer uit:
“Zet u vol moed en vertrouwen in voor de wijngaard die u door de Voorzienigheid is toevertrouwd. Zet u daar opnieuw geheel en al voor in […]. Niet alleen uw eigen ziel is uw wijngaard, maar uw wijngaard strekt zich uit over het zielenheil van de koning, het belang van de Kerk, de vrede van de Staat, de vorming van de prinses en Saint-Cyr.”
Dit beeld staat wel in erg schril contrast met de uitgebreide karakterschets die Saint-Simon tientallen bladzijden lang van haar geeft: hij ziet haar als een intrigante, een behaagzieke dame, verwaand, schijnheilig, onbetrouwbaar, heerszuchtig, lichtzinnig en dweperig, als iemand die het ene moment met mensen wegloopt, maar ze even later weer even gemakkelijk laat vallen. In de legendevorming die uit deze karakterisering voortvloeit, komt het er eigenlijk op neer dat alle rampen, al het kwaad dat Frankrijk in de decennia rond 1700 heeft getroffen, is toe te schrijven aan de kwade genius van Madame de Maintenon, aan ‘dat oude wijf dat ons de wet voorschrijft’.
Maar zelfs in de recente geschiedschrijving blijft de rol die haar wordt toebedeeld vaak heel bedenkelijk. Ze sluit aan bij de eerdere negatieve beeldvorming.
Door een deel van haar brieven te verbranden en zo gedeeltelijk de sporen van haar leven met Lodewijk XIV uit te wissen, heeft Madame de Maintenon de rol die zij in de Franse geschiedenis heeft gespeeld blijvend raadselachtig en zelfs enigszins mysterieus gemaakt. De brieven die wel bewaard zijn gebleven, kunnen slechts een tip van de sluier oplichten die over haar geschiedenis heen ligt. Zo blijft het onduidelijk hoe een jonge vrouw van lage adel en zonder enig fortuin zo’n hoge positie in het Frankrijk van haar dagen heeft kunnen verwerven. Haar scherpe intelligentie, haar onvoorwaardelijke toewijding en trouw aan Lodewijk XIV, die in het geheim haar echtgenoot was geworden, haar gezag en invloed in kerkelijke kringen maar vooral ook haar sterke en ambitieuze karakter hebben haar zeker geholpen zich zoveel jaren staande te houden in een vijandige omgeving.
Aan het aan strakke regels gebonden Hof van Versailles, waar iedere hoveling zijn plaats kreeg toegewezen op grond van een strikt hiërarchisch model, kon de positie van Madame de Maintenon nu eenmaal alleen maar afgunst en ergernis opwekken. Omdat haar in 1683 gesloten huwelijk nimmer formeel is afgekondigd en daarmee nooit openbaar is geweest en ook geen officiële status heeft gekregen, moest zij bij bijzondere gelegenheden en ceremoniële gebeurtenissen altijd weer genoegen nemen met een bescheiden plaats op de achtergrond. Tegelijkertijd weten haar vertrouwelingen evenals de naaste familieleden van Lodewijk XIV precies welke belangrijke positie zij naast de koning inneemt. Behalve ministers en leden van de hoge Franse geestelijkheid, zijn het leden van de hoogste adel, zoals de koninginnen van Engeland en Spanje, die met haar jarenlang een vertrouwelijke en regelmatige correspondentie voeren.
Waarom nu juist Madame de Maintenon door de hoge Franse geestelijkheid werd ingezet voor de uiteindelijke bekering van de koning, zoals hierna nog zal worden uiteengezet, blijft een raadsel. Dit is nog raadselachtiger waar haar steeds nauwere relatie met de koning in de vier jaren die voorafgaan aan het overlijden van Maria Theresia op zijn minst problematisch is geweest. Hoe is het mogelijk dat Lodewijk XIV, van wie bekend is dat hij nauwelijks of niet in staat is geweest met wie dan ook rekening te houden, de geestelijke en morele ondersteuning en leiding van Madame de Maintenon heeft verdragen?
Waarschijnlijk groeide hun wederzijdse genegenheid en werd de positie van Françoise in de loop der jaren alleen maar onaantastbaarder, omdat zij erin slaagde bij de koning tegelijkertijd een zekere afstand te bevechten. Hoe hun verhouding zich in deze periode precies heeft ontwikkeld, blijft voor een belangrijk deel in nevelen gehuld. Haar onvoorwaardelijke toewijding aan de koning, de Franse Staat en de Kerk, haar charme en scherpzinnigheid hebben haar positie bij Lodewijk XIV zeker versterkt, maar lossen het mysterie niet geheel en al op.
Hoever hebben haar persoonlijke ambities bij dit alles gereikt, welke zijn haar religieuze drijfveren geweest, hoe heeft zij zich telkens weten aan te passen aan de hiërarchische conventies van de koninklijke hofetiquette en hoe intens heeft zij het geheim van haar liefde voor de koning beleefd? Naar het definitieve antwoord op al deze vragen blijft het gissen. Voor Lodewijk XIV is Madame de Maintenon zeker de sterke, diepzinnige en intelligente vrouw geweest die hij nodig had.
Zonder ooit verstek te laten gaan, zonder ooit misbruik te maken van haar bevoorrechte plaats aan zijn zijde en zonder terug te schrikken voor de offers en moeilijke situaties die dit voor haar meebrengt, is zij zijn trouwe metgezel die steeds borg staat voor zijn morele welzijn en evenwicht. Dat neemt niet weg dat deze intelligente en ambitieuze vrouw, die zich in belangrijke mate heeft opgeofferd voor de goede zaak, ook haar minder sympathieke kanten heeft gehad. Als haar eigen positie in het gedrang komt, neigt zij ertoe haar belangen veilig te stellen. Dan schrikt ze er niet voor terug om dezelfde personen te laten vallen met wie ze voordien gedweept heeft. Een dergelijk lot treft enkelen van haar vertrouwelingen, onder wie Fénelon en Noailles.
Degenen die haar minder welgezind zijn geweest aan het Hof en die, zoals Elisabeth Charlotte, Madame la Palatine, zich erover ergeren dat iemand van zo lage komaf zulk een hoge positie kan innemen, nemen haar die karaktertrek kwalijk en hebben haar grote invloed vooral in negatieve zin geduid. Het zijn ook die tijdgenoten van Madame de Maintenon geweest die voeding hebben gegeven aan de eerder genoemde negatieve legendevorming.