De Engelsman Charles Boycott (1832-1897) heeft de taal ongewild het werkwoord boycotten geschonken. De man pachtte rond 1880 namens een Engelse graaf in Ierland een stuk land.
Juist op dat moment was Ierland in de ban van een landkwestie. Boeren waren ontevreden omdat ze vonden dat ze veel te veel geld aan de pachtheren moesten betalen. Een nieuw verbond, de zogenaamde Land League, stelde vast dat landeigenaren de pacht met vijfentwintig procent moesten verminderen. Charles Boycott voelde hier echter niets voor en handhaafde zijn prijzen.
De Ierse boeren, verenigd in een Boerenbond, besloten hierop gezamenlijk de contacten met Charles Boycott te verbreken. De Engelsman werd hierdoor totaal geïsoleerd. In een Ierse krant werd het gebeuren vermeld. Ze stelden daar dat zoiets nog niet eerder was gebeurd en dat er dus een nieuw woord nodig was. Dit woord werd ‘Boycot’ en maakte de koppige landeigenaar wereldberoemd.
Charles Boycott verliet na de boycot al vrij snel het land.