De olympische vlag en de olympische ringen

De olympische vlag met vijf gekleurde ringen is een van de meest herkenbare symbolen van de Olympische Spelen. De vlag is ontworpen door niemand minder dan Pierre de Coubertin, de Franse grondlegger van de moderne Olympische Spelen.

De bekende vlag werd in 1914 voor het eerst gebruikt, tijdens een viering in Alexandrië ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van de Olympische Beweging. Een jaar eerder had Pierre de Coubertin in een brief al eens een ontwerp getekend. Vermoedelijk liet hij zich daarbij inspireren door het logo van de Union des Sociétés Françaises de Sports Athlétiques (USFSA), een belangrijke Franse sportorganisatie waar hij eind negentiende eeuw voorzitter van was en die een rol speelde bij de organisatie van de eerste moderne Olympische Spelen. Het logo van deze organisatie bestond uit twee in elkaar gehaakte ringen.

In 1914 werd de Olympische vlag officieel aangenomen door het Internationaal Olympisch Comité (IOC), maar het zou vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog nog tot 1920 duren voor de vlag ook te zien was in een Olympisch stadion. Antwerpen had de primeur.

Oude exemplaren

De allereerste Olympische vlag uit 1914 is bewaard gebleven en maakt tegenwoordig onderdeel uit van de collectie van het Olympisch Museum in Lausanne. Veel vlaggen die zes jaar later in Antwerpen te zien waren, verdwenen na afloop van het internationale sportevenement spoorloos. In 1997 dook een van deze vlaggen onverwacht echter weer op. De Amerikaanse schoonspringer Haig ‘Harry’ Prieste bekende toen dat hij bijna tachtig jaar daarvoor na een weddenschap in een vlaggenmast was geklommen en de Olympische vlag meegenomen. De politie had hem nog wel betrapt, maar Prieste bleek veel te snel voor de agenten en wist te ontkomen. In 2000 gaf de inmiddels 103-jarige atleet de vlag officieel terug aan het IOC. Daarna werd deze enige tijd geëxposeerd in de entreehal van het stadhuis van Antwerpen.

Ontwerp

In 1931 zei Coubertin het volgende over het ontwerp van de vlag:

Een witte achtergrond, met vijf verweven ringen in het midden: blauw, geel, zwart, groen en rood… is symbolisch; het vertegenwoordigt de vijf bewoonde continenten van de wereld, verenigd door het olympisme, terwijl de zes kleuren de kleuren zijn die verschijnen op alle nationale vlaggen van de wereld op dit moment.

De ringen op de vlag staan dus symbool voor de samenkomst van alle nationaliteiten en de continenten die deelnemen aan het internationale sportevenement: Afrika, de beide Amerika’s, Azië, Europa en Oceanië. Onterecht wordt vaak beweerd dat elke ring een specifiek continent zou vertegenwoordigen. Het idee achter de kleuren is echter dat met de zes kleuren (inclusief dus de witte achtergrond) alle nationale vlaggen van de wereld gevormd kunnen worden.

Tijdens de openingsceremonie wordt de vlag traditiegetrouw het Olympisch stadion binnengedragen en plechtig gehesen, Na afloop van het evenement wordt de vlag tijdens de sluitingsceremonie weer gestreken en overgedragen aan een vertegenwoordiger van de stad waar vier jaar later de volgende editie van de Olympische Spelen wordt gehouden.

Olympisch motto en credo

De Franse baron Pierre de Coubertin bedacht ook het motto van de Olympische Spelen: Citius, Altius, Fortius, wat Latijn is voor ‘Sneller, Hoger, Sterker’. Dit motto werd geïntroduceerd tijdens de Spelen in Parijs van 1924. Coubertin formuleerde verder het olympisch credo, waarin zijn idealen kernachtig worden weergegeven:

Het belangrijkst bij de Olympische Spelen is niet de overwinning, maar de deelname, zoals ook in het leven niet de overwinning, maar het streven naar een doel het belangrijkst is. Het belangrijkst is niet, om veroverd te hebben, maar om goed gevochten te hebben.

Bronnen ▼