De bokswedstrijd die de Kapo spaarde
‘Bril, deze kant op,’ zei Brauner. Hij wilde dat niemand hoorde wat hij te zeggen had.
‘Otto,’ zei Ben terwijl hij naast hem liep, ‘ben je klaar voor de strijd?’
De veel grotere man vertraagde zijn pas en stond toen stil. ‘Ja, ik ben er klaar voor,’ zei hij, ‘maar jij moet me niet knockout slaan.’
Ben keek op. Hij zag de angst in Brauners ogen – hij was bang dat Ben de ring met hem zou aanvegen ten overstaan van de nazi’s, ook zijn meerderen. ‘Mij is opgedragen met je te vechten,’ zei de kapo. ‘Maar, Bril, je moet me niet knock-out slaan, of al te hard slaan.’
Ben staarde Brauner recht aan, zonder enige aarzeling. ‘Ik zal je niet hard of knock-out slaan,’ zei Ben, ‘onder de voorwaarde dat jij de medicijnen levert die mijn zieke zoon nodig heeft. Hij ligt hier, in de ziekenzaal, met bronchitis. En je moet beloven dat je geen jongens en vrouwen meer slaat. Begrepen?’
Met hun blik hielden ze elkaar gevangen, Brauner zweeg. ‘Ik zal je niet te hard slaan, Otto,’ herhaalde Ben, ‘maar als jij niet doet wat ik zeg, dan organiseer ik een wedstrijd waarbij ik je in aanwezigheid van alle Duitsers alle hoeken van de ring laat zien. Ik heb grote kerels als jij helemaal aan stukken geslagen en dat zal jou dan ook gebeuren. Begrijp je wat ik zeg?’ Brauner had Ben zien trainen en hij had gezien hoe hij de stoten van Ten Uyl, die zwaarder was, handig had ontweken. Brauner had in de zwaargewichtklasse gebokst, maar hij was een praatjesmaker die het moest hebben van de angst die hij inboezemde, geen atleet met behendige bewegingen die kon afzien en met rake klappen kon winnen.
‘Goed, Bril. Ik zal het doen,’ antwoordde hij en hij liep weg.
[…]
Nadat Ben zijn positie in de ring had bepaald en Brauner had ingeschat, stapte hij naar voren en haalde uit met een harde klap in de maag van de kapo, die naar adem hapte en een stap naar achteren deed. Het was een opfrisser voor de belofte die Brauner had gedaan; Ben wilde laten zien dat hij hem pijn kon doen als hij dat wilde. Terwijl de kapo zich probeerde te herstellen, sloeg Ben op Brauners handen met een snelle linker- en rechterstoot, wederom om te laten zien wie hij tegenover zich had. Ben lokte Brauner naar voren, maar hield zijn benen en schouders goed in de gaten om de stoten van de Duitser te zien aankomen.
Brauner probeerde Ben in de hoek te drijven, maar die bleef in kringetjes dansen, heen en weer. Met korte, precies geplaatste stoten beukte hij snel in op Brauners hoofd en bovenlijf, en de klappen kwamen hard aan. Ben liet Brauner weer bijkomen en wachtte zijn aanval af. De kapo stormde naar voren, zwaaiend met armen en vuisten, loerend naar de schouder, polsen en handschoenen van Ben. De stoten van Brauner deden pijn, maar Ben beantwoordde ze met nog scherpere stoten en klappen. Zijn tanige vuisten, in leer gebonden, bewogen zich nu als zorgvuldig beukende hamers. Brauner werd steeds woedender. Zijn gezicht werd zo rood als een tomaat, zweet drupte van zijn voorhoofd, maar hij kon Ben niet de baas.
Een fluitje klonk en de kapo ging terug naar zijn hoek, misselijk, met een warrig hoofd en wazige blik. Ben voelde het zweet van zijn gezicht afglijden en in zijn ogen prikken. Hij controleerde het gevecht en wist dat Brauner hem niet kon overmeesteren zolang hij met precisie bleef boksen en hem uitputte. Ben zou hem niet kapotslaan, maar hij zou het hem ook niet te gemakkelijk maken.
De volgende twee rondes leken op de eerste, maar beide mannen raakten vermoeid. Brauner die aangemoedigd werd door gefluit en geroep van de SS en bewakers, probeerde Ben klein te krijgen. Een aantal stoten deed pijn, maar geen van de stoten verstoorde Bens concentratie, al stonden zijn benen dan in brand en voelde hij de klappen op zijn romp. Bij Cosmans training ging het niet alleen om het dansen in de ring, maar ook om het mentale uithoudingsvermogen. Ben hield zich aan zijn woord en deelde geen knock-outstoten uit, ook al zag hij daar genoeg mogelijkheden toe.
Voor de nazi’s leek het alsof een Arische man standhield tegen een Nederlands kampioen. De Vries wist dat Ben zich inhield en vermoedde dat de Duitsers Ben het leven zuur zouden maken als hij de kapo neer zou slaan. Na de derde ronde klonk het fluitje voor het einde van het gevecht. De wedstrijd werd onbeslist verklaard, en Reinecke praatte opgewonden met zijn hoge gasten. Ben en Brauner gingen ieder terug naar hun eigen hoek, transpirerend, uitgeput en gehavend. Zonder dat ze elkaar nog aankeken verlieten ze de ring en ging ieder zijns weegs. De gevangenen werden teruggeleid naar hun barakken en net zoals de vorige keer bracht Ben de voedselpakketten naar de boksers zodra de avond over het kamp was neergedaald.
De volgende dag werd Ben wakker met in zijn hoofd de vraag of Brauner zijn belofte zou nakomen. Hij begeleidde de mannen van zijn barak naar het ochtendappèl, en deed daarna zijn gebruikelijke ronde over het terrein. Tegen de bewakers zei hij dat hij zijn mannen controleerde, maar hij was op zoek naar Brauner. Opeens zag hij hem, vanuit zijn ooghoeken. De kapo zag Ben ook en kwam naar hem toe. Brauner versnelde zijn pas, duwde hem in het voorbijgaan een klein papieren zakje in handen en liep door zonder iets te zeggen. Ben klemde het pakje vast, hij stak zijn hand erin en voelde een glazen flesje. Hij stopte het pakje snel in zijn zak. Geen van beiden keek om, en Ben draaide zich om en liep direct door naar de ziekenzaal. Hij vroeg naar de arts die hij het beste kende. Die was bezig op de zaal en Ben vroeg of ze onder vier ogen met elkaar konden praten. De dokter leek verbaasd, maar nam hem mee naar een klein kamertje.
‘Wat is er, Bril?’ vroeg de arts. ‘Een blessure van gisteren?’
‘Nee, nee,’ zei Ben. Hij pakte het pakje uit zijn zak en gaf het aan de arts. ‘Het is voor mijn jongen. Ik weet niet of–’
De arts nam het pakje aan, voelde het flesje en zette zijn bril af.
‘Is het… Is het wat hij nodig heeft?’
De arts keek naar het etiket op het flesje, de kleur, de datum, bestuurde het aandachtig, grinnikte vervolgens en stopte het flesje weer terug in het pakje. Hij keek Ben aan en knikte.
Een gevoel van opluchting golfde door Ben heen, de pijn in zijn schouders en ribben van gisteren voelde hij niet meer.
Boek: Dansen om te overleven