In een jaar van Amerikaanse presidentsverkiezingen worden we overstelpt door allerlei historische overzichten. Wedden dat hierin de twee Roosevelts opduiken? Want ja, Theodore Roosevelt was met zijn 42 jaar de jongste president ooit, en Franklin Delano was met meer dan 12 jaar het langst regerende staatshoofd. Binnen de Amerikaanse geschiedenis worden de twee presidenten doorgaans als sleutelfiguren beschouwd. Minder bekend is dat ook Eleanor Roosevelt, de nicht van Theodore die in 1905 trouwde met Franklin, mede de ‘Amerikaanse eeuw’ heeft vormgegeven. Een boek over de dynastie van de Roosevelts is een kolfje naar de hand van Frans Verhagen, journalist en auteur van meerdere boeken over de geschiedenis van de Verenigde Staten. Dat hij dit doet aan een hoog tempo doet niets af aan de kwaliteit van zijn werk, althans niet voor een groot publiek.
De doordouwer en de pluimstrijker
De Roosevelts stammen af van een Hollandse koopliedenfamilie die zich reeds in het midden van de zeventiende eeuw in Nieuw Amsterdam (vanaf 1674 New York) vestigde. Vrij snel ontwikkelden zich twee familietakken: de Roosevelts van Oyster Bay waaruit Theodore afkomstig was, en de clan van Hyde Park waartoe Franklin behoorde. Zij behoorden tot het kransje van voorname New Yorkse families, niet puissant rijk maar wel met een groot plichtsbesef en vooral trots op hun afkomst. Beide families kenden uiteraard elkaar, maar onderhielden hun eigen netwerk en koesterden ook een verschillende partijpolitieke voorkeur. De groep van Oyster Bay leunde aan bij de Republikeinen, terwijl deze van Hyde Park eerder Democratisch gezind was.
Theodore en Franklin hadden qua karakter weinig met elkaar gemeen. Teddy’s stijl was offensief, dominant en bijna provocerend, wat hem in zijn politieke carrière evenveel vrienden als vijanden opleverde. Zijn bulldozer-stijl viel onder meer op toen hij in 1885 de leiding kreeg over de commissie die de New Yorkse politie moest hervormen. Zijn doortastend optreden tegen corruptie en misbruik maakte hem populair. Roosevelt was een echte doordouwer die meende dat een individu zijn omgeving moest veranderen. Dit geloof in de menselijke maakbaarheid gold niet in het minst voor hemzelf.
Ondanks zijn vele lichamelijke kwalen probeerde hij fysiek voortdurend zijn grenzen te verleggen. Hij hield van de natuur, het avontuur en het buitenleven. Regelmatig trok Theodore zich terug op zijn ranch in Dakota waar hij het ruwe leven van de veefokkers opzocht. Wie zich passief, willoos en zwak toonde kende in zijn ogen geen genade. Enig machoïsme was hem evenmin vreemd. Dit bleek toen hij tijdens de Spaans-Amerikaanse oorlog (1898) zijn functie van onderminister neerlegde om in Cuba het commando te nemen over een cavalerie vrijwilligers. Het leverde hem onsterfelijke roem op.
Franklin was van nature veel minder avontuurlijk aangelegd. Hij was een enige zoon die lang vasthield aan het beschermende milieu van Hyde Park. Als jongeman had hij zeker niet het flamboyante karakter, de scherpe stijl of de opvallende ideeën van zijn naamgenoot. President Hoover omschreef Franklin ooit als…
‘…een kameleon op een plaid, een politieke opportunist die alles zou zeggen om stemmen te winnen’.
Velen vonden hem aanvankelijk geen intellectuele hoogvlieger, eerder een pluimstrijker, een pleaser die charmant oogde. Op amoureus vlak was Franklin dan wel avontuurlijker aangelegd. Dit mocht Eleanor ondervinden wanneer ze niet meer naast de buitenechtelijke relaties van haar man kon kijken. De zware polio-aanval die Franklin in 1922 opliep en hem in de praktijk in de rolstoel kluisterde, zorgde blijkbaar voor een katharsis-moment. De nieuwe FDR was geboren. Lichtzinnigheid leek plaats te hebben gemaakt voor meer diepgang en vastberadenheid. Samen met zijn natuurlijke charme, redenaarstalent en pragmatisme werden dit de kwaliteiten van een van de meest succesvolle Amerikaanse presidenten ooit.
De juiste snaar
Wie uitzoomt op het presidentschap van Theodore en Franklin constateert echter meer gelijkenissen dan men zou verwachten. Op de eerste plaats werden beiden staatshoofd op een cruciaal moment in de Amerikaanse geschiedenis. De eerste verkiezing van FDR in 1932 hield onvermijdelijk verband met de Great Depression die op dat ogenblik het land in zijn greep hield. De financieel-economische crisis had veel Amerikanen tot een zodanige absolute wanhoop gedreven dat zij niets liever deden dan hun stem geven aan de man die hen nieuwe hoop bood.
In de tijd van Theodore Roosevelt lagen de kaarten enigszins anders. Amerika had zich pas aan de top van de voornaamste industriële landen genesteld. Een waar durfkapitalisme had immense rijkdommen opgeleverd voor industriële tycoons. Maar achter deze façade van snel geldgewin etterden sociale wantoestanden. In het zuiden was het racistisch geweld na de afschaffing van de slavernij enkel maar toegenomen. Verder had de toestroom van miljoenen migranten in de steden gezorgd voor een goedkoop leger van arbeidskrachten die meestal onder erbarmelijke voorwaarden werkten en leefden. Bij het Amerikaanse publiek stond het vertrouwen in de politieke elite dan ook op een laag pitje. De twee klassieke partijen waren in de praktijk de marionetten van de trusts en banken. Door overheidsbanen uit te delen aan de eigen supporters hadden zij bij velen hun geloofwaardigheid verspeeld. Voor iemand zoals Theodore Roosevelt die het hart op de tong droeg was dit het ideale klimaat om zijn ongezouten mening te geven op politieke corruptie en de big business.
Beide Roosevelts hadden de gave om bij kiezers en media de juiste snaar te raken. Vele gewone Amerikanen herkenden zich in de rechttoe rechtaanstijl van mannetjesputter Theodore. Hij was ook de eerste president die tweemaal per dag de pers ontving. In principe konden journalisten alle vragen stellen, maar in de praktijk was de president bijna onafgebroken aan het woord. Wie zich wat kritisch uitliet kreeg achteraf geen uitnodiging meer. Ook FDR hechtte veel belang aan zijn imago. Ondanks zijn handicap en zijn latere kwalen probeerde hij om bij toespraken steeds zijn energieke zelf te zijn. Met de kin omhoog en een grijns op de lippen zorgde hij telkens voor een optimistische boodschap. Zijn quote bij zijn verkiezing in 1933 ‘The only thing we have to fear is fear itself’ maakte zo veel indruk dat zij bij vele tijdgenoten nog jaren nadien in het hoofd bleef hangen.
Square Deal en New Deal
Theodore en Franklin hanteerden fundamenteel een gelijkaardige visie op de Amerikaanse samenleving. Beiden vonden dat het land te kort schoot in de realisatie van de idealen van de Founding Fathers van 1776. Vrijheid en materiële vooruitgang moesten er niet alleen zijn voor een elite, maar voor iedereen. De overheid diende hierbij een belangrijke rol te spelen. Zij waren bijgevolg voorstander van een versterking van de uitvoerende macht (lees: de president). Beiden realiseerden zich ook het belang van politieke marketing; een goede slogan tijdens een verkiezingscampagne moest helpen om de hervormingen aan de man te brengen. Zo verpakte Theodore zijn steun aan de middenklasse en de strijd tegen de trusts onder de slogan Square Deal: de drie C’s of…
‘…the conservation of natural resources, control of corporations, and consumer protection’.
Een regering was er dus om het collectieve belang te behartigen. Een voorbeeld hiervan is de Pure Food and Drug Act (1906), een wet die een einde maakte aan de grove wantoestanden in de voedingsnijverheid. Als presidentskandidaat van de Progressive Party pleitte Theodore Roosevelt in 1912 voor een nationale Public Health Service, een minimumloon, en een verzekering voor ouderen en werklozen.
Van de Square Deal is de sprong snel gemaakt naar de New Deal van Franklin Roosevelt, een totaalpakket van steun- en saneringsmaatregelen om de Amerikaanse bevolking uit de Depressie te halen. Hiermee zette FDR de eerste stappen naar een sociaal zekerheidsstelsel voor de Verenigde Staten. Door de Social security Act (1935) kregen werklozen, ouderen en zieken voor het eerst recht op een uitkering. Roosevelt probeerde ook greep te krijgen op de arbeidsmarkt.
Werkgelegenheidsprogramma’s moesten de miljoenen slachtoffers van de depressie aan het werk helpen. Verder verruimde hij de speelruimte van de vakbonden om misbruiken op de werkvloer tegen te gaan. Zijn activisme als president resulteerde in meerdere rechtszaken bij het Supreme Court en een moddercampagne van de Republikeinen die hem beschuldigden de checks and balances (scheiding der machten) te ondermijnen.
De sociaal-progressieve politiek van Franklin houdt onafscheidelijk verband met zijn geëngageerde echtgenote. Alhoewel hun huwelijksgeluk nog maar weinig voorstelde, fungeerde Eleanor wel als de politieke muze van Franklin. Al van vóór zijn presidentschap was zij zeer actief in de strijd voor gelijke vrouwenrechten. Ook voerde Eleanor actie tegen de gebrekkige sociale wetgeving en discriminatie van de zwarte bevolking. Zij hield de vinger aan de pols van wat er echt leefde onder de Amerikaanse bevolking en maakte haar man hierop opmerkzaam. FDR hield met haar advies zo veel mogelijk rekening waardoor men gerust kan stellen dat het sociale luik van zijn presidentschap sterk het stempel van Eleanor droeg.
TR en FDR beschikten beiden ook over een politieke feeling. Wanneer zij zich realiseerden dat de tijd voor een nieuwe aanpak nog niet rijp was, besloten zij hieraan ook niet verder politiek kapitaal te verspillen. Zo ergerde Theodore zich aan de discriminerende behandeling van zwarten in het zuiden. Toen hij als statement de zwarte schrijver en activist Booker T. Washington op een diner in het Witte Huis uitnodigde, leverde hem dat echter bakken kritiek op. Daarop distantieerde de president zich van Washington en hield hij zich op de vlakte wanneer het racisme in Amerika ter sprake kwam. Franklin bezat zo nodig nog meer politiek pragmatisme. Alhoewel hij vaak als keynesiaan wordt gezien was zijn New Deal een mengeling van overheidsinvesteringen én -besparingen. In de aanpak van de economische depressie testte hij verschillende opties. Wanneer iets niet lukte probeerde hij gewoon iets anders uit. Ook hij veroordeelde het racisme, maar hij deed niets tegen segregatie, tot ergernis van Eleanor. Politiek was voor hem op de eerste plaats de strijd om het haalbare. Binnen de grenzen van wat mogelijk was probeerde hij via sociale hervormingen wel de situatie van de zwarte bevolking te verbeteren.
Theodore en Franklin gaven het presidentschap een andere invulling. Allebei realiseerden zij zich het belang van een vlotte kiescampagne, een goede communicatie en het vermogen om oorspronkelijke beloftes aan te passen aan de omstandigheden. Men kan niet ontkennen dat beiden een zeker populisme in de politiek introduceerden, zij het op een andere manier dan vandaag gebeurt.
Grondleggers van The American Century
Het boek van Frans Verhagen heeft zeker niet de pretentie om nieuwe inzichten te leveren over de Roosevelts. Toch verdient het een aanbeveling. In het Nederlandse taalgebied is het een van de eerste boeken dat Theodore, Franklin en Eleanor behandelt als scheppers van een gemeenschappelijk project voor de Verenigde Staten. De ‘drie Roosevelts’ hadden de ambitie om elke Amerikaan toegang te geven tot ‘life, liberty and pursuit of happiness’. Verhagen schildert de twee presidenten zeker niet af als heilige boontjes, maar verhult ook zijn sympathie niet voor hun ideaal: een land gebaseerd op vrijheid en vooruitgang voor iedereen.
Het boek heeft zeker de verdienste dat het recht doet aan het historisch belang van Eleanor. In Europa is zij vooral bekend als de bezielster van de Universele Verklaring van de Rechten en de Mens (1948). Minder bekend is dat zij als eerste haar rol van First Lady wel zeer activistisch invulde. Toen de president tijdens de oorlog steeds meer met gezondheidsproblemen kreeg af te rekenen, nam zij een deel van zijn representatieve taken waar, waardoor ze zijn prestige nog versterkte. In 1943 dook zij bijvoorbeeld plots in de Pacific op om het moreel van de troepen op te vijzelen. Vanaf 1945 werd zij het boegbeeld van internationalisme en sociaal bewust progressief denken binnen en buiten de VS. Zij bezat kwaliteiten die andere presidentsvrouwen niet hadden. Zelfs Michelle Obama gaf ooit toe dat Eleanor voor haar een rolmodel was.
Wie een boek van Frans Verhagen leest zal zelden worden ontgoocheld. Inhoudelijk kan men hem nauwelijks op onjuistheden betrappen en zijn lichtvoetige stijl laat een groot publiek kennismaken met de geschiedenis van een land dat tot vandaag blijft verrassen. Theodore, Franklin en Eleanor stonden aan de wieg van the American Century, een periode waarin het Amerikaanse model als het voorbeeld gold voor een groot deel van de wereld.
Boek: De Roosevelts – Vormgevers van de American Century