Dark
Light

Diederik van Vleuten: De Grote Oorlog

6 minuten leestijd
Duitse militaire begraafplaats in Lotharingen - cc
Duitse militaire begraafplaats in Lotharingen - cc
De herdenking van 100 jaar Eerste Wereldoorlog levert niet alleen een vloed van boeken en tentoonstellingen op: ook in het theater is de Grote Oorlog vertegenwoordigd. Dat gebeurd onder andere door theatermaker Diederik van Vleuten. Het vorige theaterseizoen veroverde hij de Nederlandse toneelzalen met zijn soloprogramma Buiten Schot over Nederland en de Eerste Wereldoorlog. Vanaf deze maand zal hij onder de titel De Grote Oorlog elf voorstellingen geven met nieuw materiaal. Daarbij zal hij worden begeleid door klassiek pianist Ivo Janssen. Een mooie gelegenheid voor Historiek om wat vragen te stellen aan de verhalenverteller.

Ivo Janssen en Diederik van Vleuten
Ivo Janssen en Diederik van Vleuten

U heeft een langdurige, persoonlijke fascinatie voor de Eerste Wereldoorlog alias de Grote Oorlog. In Nederland zijn de meeste mensen, niet zonder reden, vooral met de Tweede Wereldoorlog bezig. Wat fascineert u zo aan de Eerste?

Het zal de krankzinnigheid zijn. Het onvoorstelbare. Dat de moord op twee mensen in Sarajevo leidt tot de dood van 9,5 miljoen soldaten, 30 miljoen gewonden, 4 miljoen burgerslachtoffers, het ineenstorten van keizerrijken en koninkrijken en de totale ontwrichting van Europa. Met alle gevolgen van dien.

Nederland koos in 1914 bewust voor neutraliteit. Wat vindt u van de Nederlandse houding in de Grote Oorlog?

Nederland had weinig keuze. Het leger zou geen schijn van kans maken. En wat zou de positie zijn van ons koloniale rijk als wij in een oorlog verzeild zouden zijn geraakt? Boeiend vind ik de manier waarop Nederland vier jaar lang moest balanceren om die neutraliteit te bewaren. Het ging maar net goed.”

Wat motiveerde u om het theater in te gaan met als onderwerp Nederland en de Grote Oorlog?

De drang om erover te vertellen, het te delen met een geïnteresseerd theaterpubliek. Net als ik de drang had om over het leven van mijn oudoom in het voormalig Nederlands-Indië te vertellen zoals ik deed in Daar Werd Wat Groots Verricht, mijn eerste solo (reprise vanaf maart 2015). Mijn programma staat los van de eeuwherdenking van WOI. Ik zou het gemaakt hebben ook als we niet hadden stilgestaan bij het feit dat het nu allemaal 100 jaar geleden is.

‘Neutraliteit’ is geen woord waar de vonken van af springen. Hoe maak je een op het eerste oog doodsaai onderwerp aantrekkelijk en boeiend?

Door iets te laten zien van het leven van gewone mensen in ongewone omstandigheden. Ik koos de ingang van de kinderbrieven die mijn opa en oudoom schreven tussen 1915 en 1919 aan hun ouders in Indië. Gewoner kon het leven niet geëtaleerd worden. Toch zijn er opeens zinnen in zulke brieven die laten zien dat de wereld om die jongetjes heen wel degelijk in brand stond.”

Uw grootvader diende in het Nederlandse leger ten tijde van de oorlog. Wat heeft dat voor indruk op de man gemaakt?

Van mijn opa van mijn moederskant is helaas op schrift bijzonder weinig bewaard gebleven. Het is voor mij gissen wat hij dacht en voelde. Dat hij zijn taak serieus nam spreekt uit de foto’s uit die tijd. Hij was een serieus man met wie niet viel te spotten. Ik weet zeker dat hij zijn land zou hebben gediend tot het uiterste. Gelukkig kwam het niet zover.

Krater op het slagveld aan de Somme - cc
Krater op het slagveld aan de Somme – cc

U ging als kind op slagveldvakantie in Frankrijk met uw vader. Hoe beleefde u dat destijds?

Ik was de kindertijd al ruim voorbij. Ik was 20 en trad het leven met open vizier tegemoet. Onze eerste reis – Verdun, Somme, Ieper – maakte grote indruk. De hoeveelheid van alles. De begraafplaatsen, de aantallen gesneuvelden. Vooral de Somme greep me erg aan, juist omdat er niet veel te zien is wat loopgraven en forten betreft. De Somme doet een appèl op je voorstellingsvermogen. Dat heb ik van nature meegekregen. De laatste jaren verdiep ik mij steeds meer in de Duitse kant van het verhaal. Het weggestopte verhaal, als je voor al die grootse Engelse monumenten staat. Afgelopen herfst heb ik in de Argonne veel Duitse begraafplaatsen bezocht. Stil en weggestopt maar juist daardoor misschien nog indrukwekkender.

In hoeverre had u verwacht dat ‘Buiten Schot’ een succes zou worden? En wat zijn uw verwachtingen voor de ‘very extended version’ de ‘Grote Oorlog’ die meer over de oorlog als geheel gaat?

In het theater staat of valt alles bij de manier waarop je een verhaal vertelt. Je kunt alleen succesvol zijn als je dat beheerst. Dat is iedere keer weer een hoop werk, maar zeer inspirerend. Ik weet goed wat ik doe op dat podium. Elke zin is overwogen, elke scene houdt verband met het grote geheel. Het publiek voelt of iets uit je tenen komt. Mijn betrokkenheid bij de onderwerpen die ik bespreek is zichtbaar en vooral voelbaar. Zoiets vertelt zich uiteindelijk door. Mensen wisten na mijn Indië-programma waar de lat lag. Ik ben dankbaar dat ik dat niveau weer heb kunnen bereiken. De Grote Oorlog is een voortzetting van Buiten Schot, maar nu met veel meer muziek en vooral heel veel beeld. Het is een compleet nieuw programma, met hier een daar een echo van Buiten Schot. Mijn samenwerking met Ivo Janssen verloopt geweldig. Twee gelijkgezinden. Wat wij doen nu op het toneel is nog niet vertoond in zijn vorm. Een mooie combinatie van tekst, beeld en muziek.

Waarom bent u voor de Grote Oorlog gaan samenwerken met pianist Ivo Janssen?

In mijn hoofd zat veel muziek die ik zelf niet kon spelen. Als de gelegenheid zich dan voordoet om met een grootheid als Ivo Janssen te werken laat ik die niet voorbij gaan. Ivo heeft een selectie gemaakt van pianowerken uit het begin van de twintigste eeuw. Ravel, Schulhoff, Prokofiev, Bartok. Het geeft een enorme sfeer. In combinatie met de vele foto’s die ik in de loop der jaren maakte aan het oude Westtfront roept het heel veel op. Daar ben je ook voor in het theater. Om iets te voelen en te ervaren.

Welke nieuwe onderwerpen gaat u aansnijden in de Grote Oorlog?

Ik spreek niet van onderwerpen maar van verhalen. Ik volg een vrouw die in 1921 vanuit het noorden van Schotland naar Ieper reist om het graf van haar zoon te bezoeken. Ik bezoek een museumpje in de Argonne en doe daar met beelden verslag van. We volgen Ravel in Verdun. Het zijn zo maar wat zaken die aan bod komen. De muzikale ondersteuning van Ivo is daarbij prachtig.

De Eerste Wereldoorlog was bepaald geen ‘frischer fröhlicher Krieg’. Hoe maak je over zo’n enigszins deprimerend onderwerp toch een ‘fröhlicher Abend im Theater’?

Ik streef geen vrolijkheid na. In die zin voel ik mij ook geen cabaretier meer, al maak ik gebruik van cabarettechnieken en richt ik mij persoonlijk tot de zaal. Ik wil dat mensen iets meemaken en doormaken, dat ze bij het verlaten van de zaal anders tegen het onderwerp en daarmee het leven aankijken dan het moment waarop ze binnenkwamen. Ontroering en confrontatie zegt mij meer dan humor, al wordt er bij mij ook veel gelachen.

NRC noemde u in een recensie een ‘nostalg’. Klopt dat? Heeft u heimwee naar het verleden?

Ik zou graag eens in het verleden rondlopen. In het Duitsland van 1919, het Wenen van 1913, maar ook in het London van de tweede helft van de achttiende eeuw. Ik heb een zwak voor het verleden ja. Of ik een nostalg ben? In het theater kleur ik het verleden een beetje in. Misschien dat ze dat bedoelen.

Photochrom van Berlijn, ca. 1900
Photochrom van Berlijn, ca. 1900

Uw voorstelling wordt omschreven als een geschiedenisles. U heeft gestudeerd aan het conservatorium, maar heeft u in het verleden weleens overwogen om geschiedenisleraar te worden?

Als een recensent mijn voorstellingen omschrijft als geschiedenislessen moet hij een ander vak gaan kiezen. Dat is niet wat ik daar sta te doen. Ik maak theater, geef geen openbare hoorcolleges. Ik ontkom er echter niet aan soms dingen te duiden en in het historisch verband te plaatsen. Op dat moment doceer je inderdaad. Maar 95% van de tijd vertel ik, musiceer ik, speel ik. Dat je na afloop veel aan de weet bent gekomen over Indië of de Eerste Wereldoorlog is een bonus, maar niet mijn opdracht. Erg vind ik niet dat ze mij nationale geschiedenisleraar noemen. Het is een compliment, maar ik maak theater en daar ligt het succes.

Nu weet de vaste lezer van Historiek natuurlijk alles af van de Eerste Wereldoorlog, maar waarom moet ook die lezer naar uw voorstelling komen kijken?

Om de verhalen te horen van mensen die in die oorlog verzeild raakten. Kogelzoekers en historische betweters mogen thuisblijven. Ik geef een beeld wat de oorlog deed met mensen toen en nu. Beeld, verhalen, prachtige muziek, meer dan anderhalf uur zonder pauze. Ik garandeer dat je iets heb meegemaakt als je de Grote Oorlog hebt gezien. De dvd van Buiten Schot verschijnt op 9 november. Paul Moeyes krijgt het eerste exemplaar. Het is uiteindelijk zijn titel.

Buiten Schot van Paul Moeyes
Buiten Schot van Paul Moeyes

Heeft u ten aanzien van de Eerste Wereldoorlog nog aanraders voor de lezer?

Ik word na de voorstelling nogal eens gevraagd naar mijn favoriete boekenlijstje. We zijn hier in Nederland geneigd eerst naar het buitenland te kijken. Logisch, daar is oneindig veel meer over die oorlog geschreven dan hier. Maar wij hebben wel degelijk Koen Koch, Leo van Bergen, Paul Moeyes, Wim Klinkert. Lees die boeken. Ook Velden van Weleer van Chrisje en Kees Brants is mij dierbaar en een aanrader voor iedereen die voor het eerst in de auto naar Vlaanderen en Frankrijk gaat.

~ Edwin Ruis

×