Een groep onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen is erin geslaagd DNA te isoleren uit een borstbeen van een holenbeer, een grote berensoort die leefde in het Pleistoceen.
De holenbeer (Ursus spelaeus) stierf 15.000 jaar geleden uit, tegen het einde van de laatste ijstijd. Van de beer zijn alleen botten overgebleven. Deze werden vaak gevonden in grotten die ook door mensen werden gebruikt. Het borstbeen dat gebruikt werd voor het isoleren van mitochondriaal DNA (mtdna) werd gevonden in Chauvet Pont d’Arc in Zuid-Frankrijk en is ongeveer 31.800 jaar oud.
De wetenschappers hebben het ontrafelde DNA vergeleken met dat van de westelijke bruine beer en concludeerden hierna dat beide soorten ongeveer 1,6 miljoen jaar geleden uit elkaar groeiden.
Het is voor het eerst dat het DNA van een carnivoor uit het Pleistoceen ontcijferd, hoewel de holenbeer waarschijnlijk hoofdzakelijk plantaardig voedsel at. Belangrijk is dat de wetenschappers hebben aangetoond dat archeologische vondsten van botmateriaal, voorheen vaak bestempeld als ‘onbruikbaar’, geschikt zijn om DNA uit te isoleren.