De Engelse journaliste Dorothy Lawrence (1896-1964) wilde zo graag verslag doen van de ontwikkelingen aan het westfront van de Eerste Wereldoorlog, dat ze besloot zich als man te vermommen. Op die manier slaagde ze er in 1915 in de loopgraven bij de Somme te bereiken. Nadat haar ware identiteit aan het licht was gekomen, kreeg de Engelse een verbod opgelegd om te publiceren over wat ze aan het front had beleefd.
Dorothy Lawrence werd vermoedelijk op 4 oktober 1896 geboren in Hendon, Noord-Londen. Over haar jeugd is vrij weinig bekend. Duidelijk is wel dat ze rond haar dertiende, waarschijnlijk na het overlijden van haar moeder, werd toevertrouwd aan de zorg van een geestelijke van de Church of England. Na de Eerste Wereldoorlog verklaarde Lawrence dat ze in haar tienerjaren door deze voogd seksueel was misbruikt.
Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was Lawrence vastbesloten om verslag te gaan doen van het grote conflict. Maar dan niet vanaf een veilige locatie, maar vanaf het westelijk front zelf. Ze benaderde verschillende kranten, maar hoewel Lawrence enige ervaring had als journalist en ook al enkele keren gepubliceerd had in The Times, vond ze geen enkele hoofdredacteur bereid haar aan te nemen. Vastbesloten toch haar doel te bereiken, vertrok de negentienjarige Lawrence hierna op eigen houtje naar Frankrijk.
Spionage
In 1915 reisde Lawrence vervolgens enige tijd per fiets door Frankrijk. Tijdens een verblijf in Creil, een plaats waar in die tijd veel Franse soldaten verbleven die met kort verlof waren, legde ze haar oor te luister en stak ze veel op over het reilen en zeilen aan het front. Dat front zelf bereiken bleek makkelijker gezegd dan gedaan. De jonge journaliste viel nogal op tijdens pogingen de frontstreek te bereiken en werd verschillende keren opgepakt, onder meer door bewakers die vermoedden met een spionne van doen te hebben. Wegens gebrek aan bewijs werd de Engelse echter steeds weer vrijgelaten.
Denis Smith
Dat Lawrence het front uiteindelijk toch bereikte, had ze onder meer te danken aan twee jonge soldaten met wie ze tijdens een verblijf in Parijs bevriend raakte. De drie kwamen gezamenlijk tot de conclusie dat Lawrence de grootste kans had om het front te bereiken, als ze zich zou vermommen als man. Voor vrouwen was het strijdperk immers strikt verboden terrein. Met de hulp van haar nieuwe vrienden wist Lawrence een uniform te bemachtigen dat vervolgens zo vermaakt werd dat haar vrouwelijke lichaamsvormen niet opvielen. Vervolgens leerde ze de namen van regimentsofficieren uit het hoofd, keek ze de kunst van het paraderen en salueren af van soldaten in de stad en regelde ze een pas waarmee ze hoopte in haar uniform langs de wachtposten te kunnen komen. Op die pas stond uiteraard een valse naam: Denis Smith. Om niet op te vallen millimeterde Lawrence verder haar kapsel.
Vermomd vertrok de Engelse hierna per fiets richting Béthune, waar ze zich bij het Leicester Regiment wilde voegen, dat ook vermeld werd op haar vervalste pas. Ze reed echter verkeerd en belandde zo in de gemeente Albert, in het zwaar bevochten Somme-departement. De Engelse raakte hier in gesprek met soldaat en oud-mijnwerker Albert Thomas Dunn, die als zogeheten sappeur aan de bouw van loopgraven in de omgeving van Albert werkte. Met zijn hulp wist Lawrence uiteindelijk echt de loopgraven te bereiken en tijdelijk toe te treden tot de 179 Tunnelling Company, 51st Division, Royal Engineers. In totaal zou ze bijna twee weken in de loopgraven hebben gewerkt, op slechts enkele honderden meters van de Duitse loopgraven. In zijn boek Vrouwen in de Grote Oorlog tekende Bob Latten enige jaren geleden het verhaal van Dorothy Lawrence op. Over haar ontberingen in de loopgraven schreef hij:
“Langzaam beginnen het gebrek aan slaap, het onregelmatig eten en vervuilde water, het kanonvuur en de angst voor sluipschutters hun tol te eisen. Dorothy is volkomen uitgeput en kan elk moment flauwvallen. In haar hoofd spookt voortdurend de verontrustende gedachte dat haar werkelijke identiteit aan het licht zal komen. Ze is bang dat haar ontmaskering nare gevolgen zal hebben voor de mannen die haar zo trouw geholpen hebben. Tenslotte kan ze de spanning niet meer aan en neemt ze haar sergeant in vertrouwen.”
Voor Dorothy Lawrence zat de tijd aan het front er daarmee op. Ze werd gearresteerd en onder verdenking van spionage als krijgsgevangene in een klooster opgesloten. Onder druk ondertekende ze een verklaring waarin ze beloofde tot het einde van de oorlog geen gevoelige militaire informatie te onthullen. Het werd haar sowieso verboden over haar tijd aan het front te schrijven, ook om te voorkomen dat andere vrouwen op het idee kwamen naar de loopgraven af te reizen. Een journalistieke scoop zat er voor Dorothy Lawrence tijdens de oorlog dus niet in…
Hoe het verder ging
In 1919 publiceerde Lawrence alsnog een boek met haar belevenissen, getiteld Sapper Dorothy Lawrence, The Only English Woman Soldier. Het werd relatief goed ontvangen in Engeland, Amerika en Australië hoewel een toonaangevende krant in Londen het werk kritisch wegzette als ‘de grillen van een meisje’. Het boek leverde Lawrence niet heel veel geld op en ook een echte journalistieke doorbraak bleef uit. De aandacht ebde al snel weg. Veel mensen waren oorlogsmoe en hadden behoefte aan de nieuwe glamour van de roaring twenties. In de jaren hierna ging het bergafwaarts met de Engelse. Vanaf 1925 verbleef ze langere periodes in psychiatrische inrichtingen. Veel is er verder niet over haar bekend. Na haar overlijden in 1965 kreeg Lawrence een plek in een armengraf. Ze had in haar leven maar liefst 39 jaar in een gesticht doorgebracht.
Pas rond de honderdjarige herdenking van de Eerste Wereldoorlog ontstond er opnieuw belangstelling voor het verhaal van de Engelse Sapper in de loopgraven. Er verschenen verschillende krantenartikelen en haar boek werd opnieuw uitgegeven. Of Lawrence daadwerkelijk in de loopgraven werkte is wel eens betwijfeld. Volgens sommigen is het goed mogelijk dat ze alles heeft verzonnen. Correspondentie van de Britse geheime dienst heeft echter aangetoond dat Lawrence daadwerkelijk in Albert was en Thomas Dunn heeft haar verhaal na de oorlog schriftelijk bevestigd.
Bijzondere vrouwen in de Eerste Wereldoorlog
Boek: Vrouwen in de Grote Oorlog
Bronnen ▼
-https://www.bbc.com/news/magazine-29706831
-Vrouwen in de Grote Oorlog – Bob Latten (p.143-152)
-https://womeninthegreatwar.weebly.com/dorothy-lawrence.html