De uitdrukking “dat is een kanarie in de kolenmijn” wordt vooral gebruikt als aanduiding voor een vroegtijdig alarmsignaal dat waarschuwt voor groot gevaar. De zegswijze gaat terug op de tijd dat mijnwerkers letterlijk een kanarie in een kooitje meenamen als ze zich ondergronds begaven.
Het werk in de Zuid-Limburgse steenkolenmijnen was vies en ongezond, maar vooral gevaarlijk. Honderden ‘koempels’ kwamen vanaf het begin van de twintigste eeuw om het leven bij ongelukken die voornamelijk ondergronds plaatsvonden. Op 15 september 1908 ging het voor de eerste keer bovengronds goed mis. Op de mijn Laura in Eygelshoven verongelukten die dag zeven mijnwerkers bij een explosie in
De term gastarbeiders kennen de meeste Nederlanders wel. Op 22 juni 2020 werd dit begrip, dat typerend is voor de geschiedenis van Nederland in de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog, toegevoegd aan de Canon van Nederland.
De Lange Jan, de schoorsteen van de laatste steenkolenmijn van Nederland, nam in 1976 wraak toen hij werd neergehaald. Hij viel de verkeerde kant op.
De Ombilin-mijnen werden vanaf eind negentiende gebouwd om steenkool te winnen. Het waren de grootste mijnen van voormalig Nederlands-Indië.
Staatsmijn Beatrix was gepland in een gebied waar met succes steenkool kon worden gedolven. De mijn zou de modernste van Europa worden en grote positieve gevolgen hebben voor de werkgelegenheid in Midden-Limburg. Alle voorbereidingen ten spijt besloot het Rijk in 1962 te stoppen met de verdere aanleg van de mijn, vanwege beschikbaarheid van aardolie, aardgas en kernenergie.
Al sinds de Middeleeuwen wordt in Limburg steenkool afgegraven. De abdij van Rolduc nabij Kerkrade, in Nederlands Limburg, was de belangrijkste speler in deze kleinschalige economie.
Als je vandaag de dag door de straten van Heerlen struint, zie je vrijwel niets meer wat te maken heeft met “ons mijnverleden”. Alleen schacht 2 van de voormalige Oranje Nassau Mijn 1 is een van de weinige nog tastbare herinneringen aan deze periode.
Het Europees Erfgoedlabel is een initiatief van de Europese Unie en wijst locaties aan die een sleutelrol hebben gespeeld in Europa en de totstandkoming van de Europese Unie.
Rummelplatz speelt in een voor Nederlanders meest onbekende streek in Oost-Duitsland in een onbekende tijd: toen de DDR bezig was zichzelf 'uit te vinden'. Een meesterwerk en een sleutelroman.
De provincie Limburg en twaalf mijnbouwgemeenten willen dat het Rijk met een financiële compensatie komt voor Limburgers die schade hebben aan hun huis als gevolg van de mijnbouw.
De pensioenen van bijna 28.000 oud-mijnwerkers en mijnbeambten zijn overgedragen aan verzekeraar Aegon. Voor de oud-koempels is dat interessant. Hun pensioenen worden door de overdracht in januari namelijk met ruim acht procent verhoogd.
Vier kinderen hebben in Kerkrade vernielingen aangericht in mijnwerkersmuseum Schacht Nulland. De kinderen, vier jongens in de leeftijd van 9 tot en met 11 jaar, zijn afgelopen weekend door de politie aangehouden.
De Vlaamse Monumentenprijs is dit jaar gewonnen door C-Mine in Genk. De Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, Geert Bourgeois, heeft dat maandag bekendgemaakt. Aan de prijs is een geldbedrag van 15.000 euro verbonden.
De zestienjarige Roy Simons won onlangs de publieksprijs van de Geschiedenis Online Prijs 2012. Hij won de prijs met zijn website virtueel Mijnmuseum De Beukel.
De zestienjarige Roy Simons heeft de publieksprijs van de Geschiedenis Online Prijs 2012 gewonnen met zijn website www.mijnbouw.webklik.nl. Op deze website, van virtueel Mijnmuseum De Beukel, staan verhalen, foto’s en films over de geschiedenis van de Zuid-Limburgse mijnbouw.
De Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed, Geert Bourgeois, heeft een restauratiepremie van ruim 1,4 miljoen euro uitgetrokken voor de restauratie van de koeltorens op de voormalige steenkoolmijnsite in Beringen. De vier torens, die sinds 1993 op de lijst van beschermde monumenten staan, werden vroeger gebruikt om het water van de elektriciteitscentrale af te koelen. De betonnen torens zijn allen verschillend
Het hoofdgebouw van de steenkoolmijn in Houthalen en de mijnschool in diezelfde plaats hebben van Geert Bourgeois, de Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed, de status van voorlopige bescherming gekregen. Het is de bedoeling dat de twee locaties binnen een jaar de status van definitieve bescherming krijgt.
Tegenwoordig is zout uit ons dagelijks leven bijna niet meer weg te denken. Zout, de alledaagse benaming voor natriumchloride, is immers goedkoop, overal verkrijgbaar en speelt ongetwijfeld nog steeds een belangrijke rol als smaakversterker bij de bereiding van onze gerechten. Zout was echter door de eeuwen heen veel meer dan dat. Een plaats waar tot voor kort aan intensieve zoutwinning
Sinds ongeveer een week zijn op de website www.deMijnen.nl bijna zesduizend foto’s te zien die in de periode tussen 1900 en 1975 werden gemaakt in de Nederlandse staatsmijnen. Unieke foto’s uit het archief van DSM.