Internationaal terrorisme is sinds 9/11 hot en trending. Ook in academische kringen. Dat betekent dat het fenomeen steeds beter en dieper wordt onderzocht door verschillende wetenschappelijke disciplines.
Wat drijft de terrorist, waarom wordt iemand terrorist en werkt terrorisme? Na iedere terreurdaad in Europa staan de media vol met meningen van politici en andere verkopers van opinie. Allemaal proberen ze op hun eigen stokpaardjes mee te surfen op de golf van publiciteit. Daarom kan het geen kwaad om op basis van recente studies hier een drietal mythen over terrorisme uit heden en verleden door te prikken.
1. Terroristen zijn gek
Het is verleidelijk om te denken dat iemand die willekeurig onschuldige mensen kan doden een psychopaat is. Maar er zijn tot op heden geen wetenschappelijke bewijzen dat terroristen significant vaker aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) lijden. Dat wil dus niet zeggen dat ze er niet zijn. Maar een afwijkende geestelijke gesteldheid is geen verklaring of excuus voor modern internationaal terrorisme. Integendeel. Veel mensen worden juist lid van een terreurgroep door sociale druk, iets waar de psychopaat geen last van heeft. ‘Peer pressure’, de sociale dwang die uitgaat van je foute vrienden en familie, lijkt een belangrijke reden om terrorist te worden.
Ook het idee dat daders van terreuraanslagen bovengemiddeld vaak narcisten zijn die zich miskent voelen en daarom uit woede tot geweld overgaan, is niet met bewijs onderbouwd. Datzelfde geldt voor verklaringen in de seksuele sfeer. Je zou kunnen zeggen dat terroristen in principe normale mensen zijn die hun politieke doelen nastreven met abnormale methoden. Hen afdoen als gek is een gevaarlijke simplificatie. Terroristen voor gek uitschelden kan iemand die zich machteloos voelt wel erg opluchten.
2. Terrorisme wordt veroorzaakt door armoede
Een hardnekkig misverstand dat vooral door politici in stand wordt gehouden. Het is nooit aangetoond dat dit zo is. Terroristen komen uit alle lagen van de bevolking. Veel van hen zijn zelfs van goede komaf. De uitvinders van het moderne terrorisme, de Russische anarchisten, kwamen uit de gegoede burgerij en adel. De beruchte extreemlinkse “superterrorist” Carlos de Jakhals kwam uit een welgesteld Venezolaans milieu. De leden van de ‘Rote Armee Fraktion’ waren hoogopgeleid en kwamen uit de Duitse bourgeoisie. Osama bin Laden was een multimiljonair uit een puissant rijke Saudische familie. En de daders van 9/11 waren geen kansenarme jongeren uit sloppenwijken die niets om voor te leven hadden.
Terrorisme gaat om macht, religie, nationalisme en single issues als dierenrechten, niet om armoedebestrijding. Als armoede de oorzaak is, waarom is Haïti dan geen broeinest van terrorisme? Armen hebben het te druk met overleven om terrorisme te bedrijven. Roepen dat armoede terrorisme veroorzaakt, is dan ook een te makkelijke verklaring voor een complex fenomeen. De valse boodschap is dat als we de armoede oplossen terrorisme vanzelf verdwijnt.
3. Terrorisme werkt
Nee. Terrorisme werkt niet. Er zijn in de geschiedenis geen voorbeelden van terreurorganisaties die hun doelen hebben bereikt dankzij het vermoorden van onschuldige burgers. Wel werden hun doelen soms op vreedzame wijze bereikt door anderen. Soms komen terreurbewegingen zelf ook tot dit inzicht en gaan ze deelnemen aan het normale politieke proces, zoals bijvoorbeeld de Noord-Ierse IRA/Sinn Féin.
De verklaring is eenvoudig. Het vermoorden van onschuldige burgers maakt je niet populair onder de bevolking. Een regering zal dus niet snel geneigd zijn in te gaan op de wensen van terroristen, zeker als die slechts een kleine minderheid vertegenwoordigen. Dat wil niet zeggen dat er niet af en toe een succesje wordt geboekt. Meestal in de vorm van losgeld voor ontvoerde burgers of het afdwingen van vrijgeleides voor gevangen kameraden. Maar het einddoel wordt nooit gehaald. Terrorisme is in wezen zinloos.
~ Edwin Ruis
struikgewas.blogspot.com
Lees ook: Vier golven van terrorisme