De dokter schrijft een recept uit
Guang staat op om de lamp te doven en naar bed te gaan. Ineens wordt er zo hard op de deur gebonkt dat het hele huis trilt. Zijn vrouw is hem voor en doet open. Hij hoort een stem waarin paniek doorklinkt. De vrouw die hij even later ziet staan kijkt zo wanhopig dat hij haar met moeite herkent, het is de vrouw van zijn achterneef. Ze is buiten adem en langs haar voorhoofd parelen dikke zweetdruppels omlaag. Terwijl ze naar adem hapt vertelt de vrouw dat haar man vanmiddag onwel is geworden en nu ligt te ijlen van de koorts.
Guang maakt zich gereed om met de vrouw van zijn achterneef mee te gaan. Hij pakt de kleine gelakte dokterskist die hij altijd klaar heeft staan en die hij na gebruik meteen weer aanvult. Alles zit erin, stelt hij tevreden vast.
Eerder op de avond had hij een patiënt bezocht die klaagde over rillingen en zweten. Guang had hem gemberpoedertabletten gegeven, in te nemen met een paar slokjes wijn. Thuisgekomen had hij direct de symptomen en de behandeling van de patiënt genoteerd en uit de ijzeren ketel op de lage tafel bij de open haard nieuwe tabletten gepakt. Hij gebruikt de ketel af en toe om medicijnen te bereiden, maar vooral als handige bergplaats voor doosjes pillen, bosjes kruiden en andere medicijnen die teveel plek innemen om permanent in zijn draagbare kist te bewaren. De medicijnkist is intensief gebruikt sinds Guang naar zijn geboorteplaats terugkeerde om er een praktijk te beginnen. Het is zelfs al zijn tweede kist, nadat de eerste was gesneuveld toen hij tijdens zijn zoveelste nachtelijke visite misgreep. Hij heeft weleens het gevoel dat mensen expres tot midden in de nacht wachten voordat ze hem laten komen, maar hij mag tenminste komen.

Het hof
In 5 v.Chr. liet de keizer een decreet uitgaan waarin artsen en kruidengeneeskundigen werden opgeroepen om aan het hof te komen werken. Guang, die inmiddels een gerespecteerd huisarts was, had vijf jaar aan het hof doorgebracht en daar van zijn medeartsen veel opgestoken. Tussen zulke ervaren artsen werken beviel hem goed, en als hofarts stond hij in hoog aanzien, maar Guang wist dat dit niet de geneeskunde was waar zijn hart naar uitging.
Uiteindelijk besloot hij terug te keren naar zijn geboorteplaats en zich daar als arts te vestigen. Hij moest lang opboksen tegen de beroerde reputatie die zijn voorgangers het beroep van arts hadden bezorgd, maar Guang had één groot voordeel ten opzichte van de artsen die hem waren voorgegaan: de patiënten die hij behandelde werden vaak beter. Zijn huidige patiënt, zijn achterneef, heeft hij zelfs al meerdere malen het leven gered.
De arme jongen had een aangeboren spijsverteringsstoornis, wist Guang. Het was een familiekwaal, en een van de redenen waarom hij arts was geworden. Jaren geleden had hij hulpeloos moeten toezien hoe zijn broer en een neef aan soortgelijke chronische maagproblemen leden, en er uiteindelijk aan waren overleden. Guang was vast van plan zijn achterneef te redden, of op zijn minst langer in leven te houden. Hij wilde zijn broers enige zoon niet kinderloos zien sterven.
Terwijl hij met grote passen door het dorp loopt, en de vrouw van zijn achterneef hem op een drafje probeert bij te houden, stelt Guang bezorgd vast dat hij deze tocht al te vaak heeft moeten maken. Het zit hem niet lekker dat hij met al zijn kennis niet heeft kunnen voorkomen dat de gezondheid van zijn patiënt langzaam maar gestaag achteruit is blijven gaan. In plaats van een geleidelijke verslechtering is nu echter sprake van een acute crisis. Guang weet dat zo’n crisis, hoe plotseling ook, niet zomaar ontstaat. Er moet een directe oorzaak zijn. Op nogal scherpe toon ondervraagt hij de naast hem rennende vrouw.
Ze vertelt dat ze die middag met haar man naar een feestmaal was gegaan. Hij had alleen wat varkensvlees gegeten en zich tijdens het eten kiplekker gevoeld, maar had ongeveer een uur na hun thuiskomst overgegeven. Zonder vaart te minderen laat Guang haar boodschap op zich inwerken. ‘Wanneer nam hij varkensvlees en wat had hij daarvoor gegeten?’
‘De afgelopen maand bleef hij tijdens het Hansji-festival [Feest van het Koude Eten] koppig volhouden dat hij wilde vasten. Tot een paar dagen geleden at hij alleen ongekookt voedsel. Daarna begon hij weer meer te eten omdat hij zo verzwakt was door het vasten. Hij heeft vast teveel varkensvlees gegeten. Ik heb nog geprobeerd hem tegen te houden, maar hij heeft gewoon zitten schrokken.’
Vroeg bewijs van medische kennis
De theorie van yin en yang, die nauw verbonden is met klinische symptomen en medische diagnose was in de Han-periode al ver ontwikkeld. Twee goed bewaard gebleven medische geschriften over de elf bloedvaten die men in de yin en yang-theorie onderscheidt, werden aangetroffen in graftombe 3 van Mawangdui, een van de bekendste begraafplaatsen voor aristocraten uit de vroege Westelijke Han-periode. Een van de indrukwekkende voorbeelden van conservering van lichamen die op Mawangdui zijn aangetroffen is het gemummificeerde stoffelijk overschot van Xin Zhui, de markiezin van Dai. In de teksten staan ook uiteenlopende geneeswijzen beschreven. Een andere belangrijke ontdekking, op de Laoguanshan begraafplaats, was de vondst van een groot aantal klassieke leerstellingen van de door Bian Que (overleden in 310 v.Chr.) gestichte invloedrijke medische stroming en een gelakte figuur waarop bloedvaten en acupunctuurpunten staan aangegeven. Deze ontdekkingen zijn belangrijke aanwijzingen voor het toen al aanwezige begrip van de bloedsomlooptheorie en de toepassing ervan bij de diagnose en genezing van kwalen.

De arts zegt niets, omdat hij de vrouw niet nog bezorgder wil maken, maar inwendig vervloekt hij het ‘festival’ van het Koude Eten, een onzinnig ritueel dat in de loop der jaren verschillende van zijn oudere en kwetsbare patiënten het leven heeft gekost. Oké, de beroemde Jie Zitui (overleden in 636 v.Chr.) kwam inderdaad om bij een bosbrand nadat hij had geweigerd de hertog van Jinwen (671-628 v.Chr.) te dienen, maar moeten daarom eeuwen later nog altijd mensen sterven? Toch herdenkt een groot deel van de Han-bevolking deze gebeurtenis nog altijd door van de winterzonnewende tot vroeg in het voorjaar te vasten. Ze eten dan alleen koud voedsel, zonder acht te slaan op de schade die ze hun gezondheid toebrengen.
Tegen beter weten in valt hij uit tegen de vrouw. ‘Ik heb jou en je man nou al ik weet niet hoe vaak gezegd dat regelmatig, op tijd en met mate eten de enige manier is om de vijf organen gezond te houden. En dat vet vlees en wijn funest zijn voor je ingewanden.’ Guang beseft te laat dat hij zijn pas moet inhouden en zachter moet praten. De vrouw begint te huilen.
‘Ik weet nog dat u dat zei, oom, maar de onnozelaar weigert naar me luisteren. U weet hoe koppig hij is. Hij had toch al een kort lontje, maar het lijkt wel of het elke keer erger wordt. Ik heb nu al geen leven meer!’ Tot Guangs grote opluchting zijn ze bij het huis van de patiënt aangekomen en hoeft hij zich niet over de paniekerige vrouw te buigen. Haar snikkende gestalte ontwijkend gaat hij het huis binnen en loopt direct door naar de slaapkamer, waar hij de bijna bewusteloze patiënt rillend onder een laken aantreft. Guang loopt naar het bed, pakt de rechterpols van de jonge man en voelt zijn polsslag. Hij stelt de inmiddels binnengekomen vrouw een reeks vragen en onderbreekt haar als ze te uitvoerig antwoord geeft. Hij stelt vast dat de patiënt de afgelopen twee nachten heeft liggen zweten, maar nadat het braken was begonnen nog sterker is gaan zweten. Hij heeft helemaal geen dorst, terwijl hij normaal gesproken ’s avonds vrijwel altijd een flinke beker water drinkt.
De arts knikt en verplaatst zijn vingers van de pols naar de bloedvaten in de nek. Met zijn andere hand beklopt hij ondertussen zachtjes de borstkas en rug. De vrouw volgt zijn handelingen aandachtig en vertelt dat er van rugpijn geen sprake is geweest, maar dat ze haar man een paar keer aan zijn buik heeft zien krabben. Ze is nog niet uitgesproken of haar echtgenoot doet zijn tot spleetjes opgezwollen ogen open en krabt aan zijn buik.

Acupunctuur
Als de arts zijn dokterskist opent, glippen er enkele koperen naalden en bianshi-stenen naar buiten. Bij het zien van deze hulpmiddelen hapt de vrouw naar adem. Ze weet dat haar man niet goed op acupunctuur reageert, maar weet ook dat de arts dat weet en denkt daarom dat hij een wanhoopspoging gaat doen. Guang heeft inderdaad al een paar keer zonder resultaat acupunctuur toegepast bij zijn achterneef, maar dat was telkens min of meer een experiment geweest.
Het probleem is hier dat inwendige organen oververhit kunnen raken, en Guang behoort tot de denkrichting die gelooft dat acupunctuur in zulke gevallen meestal moet worden afgeraden. Terwijl sommige artsen uit de Qin-school vinden dat acupunctuur in vrijwel alle gevallen moet worden toegepast, denkt Guang dat het de patiënt soms alleen maar sterker belast. Hij geeft de voorkeur aan geneesmiddelen en kruiden, met acupunctuur als aanvullende behandeling.

Na de kruiden tot poeder te hebben vermalen schept hij het met een klein lepeltje uit de vijzel, geeft het aan de vrouw en vertelt haar hoe de patiënt het moet innemen. Hij blijft staan kijken om te zien of de patiënt alles binnenkrijgt en hoe hij erop reageert.
Pas als hij zijn achterneef het poeder zonder veel moeite heeft zien doorslikken is hij gerustgesteld dat de toestand van de jonge man zich heeft gestabiliseerd. Het medicijn waar zijn patiënt nu het meest behoefte aan heeft is tijd om te herstellen, want zodra de maag een medicijn kan binnenhouden kunnen de andere inwendige organen meeprofiteren. De maag is een onmisbare schakel, aangezien een lege maag de andere organen uitput.
Dokter Chunyu Yi

Terwijl Guang zijn medicijnkist weer inpakt, geeft hij de vrouw opdracht erop toe te zien dat de patiënt voldoende eet, maar wel mondjesmaat. Door haar jarenlange ervaring met de ziekte van haar echtgenoot weet de vrouw welk voedsel geschikt is en wat niet, en ze oppert dat ze dit keer dunne rijstepap zou kunnen koken, met acht delen water op één deel rijst. Van granen gekookte pap wordt als zeer bevorderend voor de genezing beschouwd, aangezien het lichaam de aan de pap ontleende qi-energie aan de andere inwendige organen doorgeeft, en dus stemt Guang in, maar hij stelt wel voor om de pap nog eens dubbel zo dun te maken. Hij geeft de vrouw opdracht de pap ofwel op een houtvuur te koken of door heet gemaakte stenen in de kookpot te doen. Terwijl de vrouw aan de slag gaat neemt Guang afscheid.

Boek: 24 uur in het oude China – Dr. Yijie Zhuang
Meer China