Eeuwenoud raadsel onthuld

Vermeende stichter Lieve Vrouwe Broederschap bestond écht
2 minuten leestijd
Afb: BHIC
Afb: BHIC

Eeuwenlang is de bijzondere Bosschenaar Gerard van Uden uit de geschiedenisboeken verdwenen. Er was lange tijd twijfel of hij wel bestaan had, en zo ja, wie hij was en wat hij precies had gedaan. Door een toevallige vondst in het archief van het Bisdom van Den Bosch kwam Jan Sanders, rijksarchivaris bij het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) in ’s-Hertogenbosch, hem op het spoor. Nieuwsgierig naar deze figuur is hij verder gegaan met onderzoek naar hem. Nu kan zijn doopceel gelicht worden.

Wie is deze persoon die ons vanuit deze hoofdletter aankijkt? (Felixarchief Antwerpen)
‘Wi Gheraerd van Uden, scoutete’. Gerard van Uden geeft een oorkonde uit als schout van Antwerpen (Felixarchief Antwerpen)

Is-ie-’t of is-ie-’t niet? Wie is deze persoon die ons vanuit deze hoofdletter aankijkt? Kunnen we daar nog achter komen na ruim zevenhonderd jaar? Want zo oud is het tekstfragment waarin hij zijn sporen heeft achtergelaten. We hebben wel een idee, al kunnen we dat niet bewijzen. De persoon die ons zijn gezicht laat zien heeft een relatie met Gerard van Uden. Misschien is hij het zelf wel.

Gerardus' wapen
Gerardus’ wapen
Gerard van Uden stond lange tijd te boek als de mythische figuur die volgens de overlevering de broederschap van Onze Lieve Vrouw in Den Bosch gesticht zou hebben in 1318. Die broederschap bestaat nog steeds en viert dit jaar uitbundig haar zevenhonderdjarig bestaan. Ze is beter bekend als de Zwanenbroederschap. Omdat de naam van Gerard van Uden pas tweehonderd jaar na de stichting kwam bovendrijven, sloeg de twijfel over hem toe. Tot vandaag. De vondst van een onopgemerkt archiefstuk leidt nu tot zijn ontmaskering.

Klerk

Gerard werd rond 1250 geboren. Zijn vader heette Ludolf en zijn broer Thomas was in de jaren rond 1300 schepen van Den Bosch. Gerard koos echter voor een carrière buiten de stad. Hij had de kruinschering ontvangen en was daardoor clericus. De geestelijke status vormde een bijna noodzakelijke voorbereiding op een loopbaan in de administratie. Daar vinden we hem dan ook voor het eerst terug: als klerk bij de machtige familie Berthout, heren van Mechelen, en ook in dienst van de stad Mechelen zelf. Daarna maakte hij een overstap en werd hij als schout van Antwerpen een hoge ambtenaar van de hertog van Brabant.

Het beeld van Gerard van Uden, als vermeende stichter van de Broederschap van Onze Lieve Vrouw aan de gevel van het Zwanenbroedershuis aan de Hinthamerstraat in Den Bosch (beeldhouwer: Marius van Beek)
Het beeld van Gerard van Uden, als vermeende stichter van de Broederschap van Onze Lieve Vrouw aan de gevel van het Zwanenbroedershuis aan de Hinthamerstraat in Den Bosch (beeldhouwer: Marius van Beek)
Op het eind van zijn leven keerde hij terug naar Den Bosch. In de jaren 1317-1319 was hij er lid van de schepenbank. In het tussenliggende jaar werd de Mariabroederschap gesticht, mogelijk door toedoen van de hoge Bossche geestelijkheid en onder invloed van de jonge dominicanerorde. Vooral geestelijken zouden er deel van gaan uitmaken. Ze wilden in de Sint-Jan Maria eren met gebed en gezang in een eigen nieuwe kapel.

Altaar

Voordat ze daarmee konden starten moest er nog één essentieel onderdeel geregeld worden: er stond nog geen altaar in de kapel. Daarvoor zorgde Gerard in 1321. Hij wijzigde zijn testament, liet een altaar in de kapel bouwen en liet geld na voor het onderhoud van een priester die na zijn dood de wensen van de broeders kon vervullen. Natuurlijk moest de priester ook bidden voor zijn zielenheil.

Gerardus bleef in de buurt, want hij koos ervoor in de nieuwe broederschapskapel begraven te worden. Dat gebeurde waarschijnlijk nog in datzelfde jaar. De broederschap stichtte hij vermoedelijk niet, maar hij zorgde wel voor het onontbeerlijke altaar.

~ Brabants Historisch Informatie Centrum

Boek: 700 jaar Zwanenbroeders in ’s-Hertogenbosch

0
Reageren?x
×