Het estheticisme vormde zich stelselmatig gedurende de negentiende eeuw als een opvatting in de kunsten. Waar voorheen vaak een morele boodschap aan kunst verbonden was, ging het kunstobject zijn ontstaansreden nu vinden in zichzelf. Een artiest kon vanuit een esthetische overtuiging een kunstwerk vervaardigen enkel en alleen omdat hij schoonheid wilde nastreven en zo bijdragen tot de kunst zonder hier een duidelijke boodschap mee naar buiten te willen brengen.
Estheticisme slaat vooral op de beweging die zich voordeed in de Angelsaksische wereld. In Frankrijk deed zich een gelijkaardige beweging voor, onder de noemer van de decadente beweging. Zowel in de beeldende kunsten als in de literatuur kwamen hiervan uitingen die tegen het einde van de negentiende eeuw voor enkele schandalen zorgden en de stroming in diskrediet bracht.
Ontstaan en ontwikkeling
De ontstaansgronden van de esthetische of decadente beweging zijn moeilijk specifiek terug te brengen, maar het vroeg negentiende-eeuwse romantisch schoonheidsideaal oefende een paradoxale invloed uit op de beweging. De nadruk die de romantiek op schoonheid legde zorgde voor een nieuw accent in de perceptie van kunst, als reactie op het classicisme dat zich focuste op vastgelegde regels, compositie en vorm. De romantische beweging antwoordde hierop met een lossere interpretatie van de voorwaarden waaraan kunst moest voldoen. Vooral de schoonheid ervan moest nagestreefd worden. De beweging van de prerafaëlieten, die voortvloeide uit de romantiek, kan gezien worden als een vroege voorloper op het estheticisme. Deze stroming van kunstenaars ging uit van het ‘art for art’s sake’-principe. Zoals aangehaald in de inleiding kan een kunstenaar zich hierbij volledig wijden aan de inhoud van zijn werk, zonder hiermee een morele boodschap te moeten uitdragen.
Extravagante figuren als kernleden
De drang naar schoonheid die zo kenmerkend was voor de romantiek evolueerde binnen het estheticisme naar een nieuw concept van schoonheid. Waar de romantiek de natuur als de oorsprong zag van alles wat als mooi gezien kon worden, ging de esthetische beweging net het ongewone en het onnatuurlijke nastreven. Dit kan geïllustreerd worden met het feit dat de estheten of decadenten een schilderij van een landschap naar waarde schatten, maar dat landschap in het echte leven miskennen en er geen waarde aan hechten.
Soortgelijke overtuigingen vormden zich zowel in de beeldende kunsten als in de literatuur. In Frankrijk waren de belangrijkste exponenten hiervan de auteurs Charles Baudelaire en Joris-Karl Huysmans. Baudelaire deed met zijn dichtbundel Les Fleurs du Mal uit 1857 ophef ontstaan doordat de inhoud inging tegen de toen heersende morele waarden. De dichter schreef onder meer over lesbische vrouwen en overmatig drankgebruik om aan de realiteit te ontsnappen. Hieruit haalde Joris-Karl Huysmans inspiratie voor zijn roman A Rébours, dat een cultstatus verwierf als ‘bijbel van de decadentie’ door de excentrieke gedachten en gedragingen van het hoofdpersonage. Op zijn beurt haalde Oscar Wilde hieruit inspiratie voor zijn poëzie en werd zo de belangrijkste vertegenwoordiger van het Engelse estheticisme. Zowel in zijn eigen leven als in zijn werken ondernam Wilde een constante zoektocht naar schoonheid waarmee hij uit de volgens hem ‘lelijke’ dagdagelijkse wereld wilde vluchten.
In de schilderkunst valt het estheticisme vooral te linken aan het symbolisme. Hoewel beide stromingen niet identiek zijn, bestonden er vele gelijkenissen en is de grens ertussen moeilijk te trekken. Een van de belangrijkste artiesten van het symbolisme, die ook tot het estheticisme gerekend wordt, was Félicien Rops. Hij haalde zijn inspiratie onder meer uit de literatuur van Baudelaire en schilderde vaak uitdagend vrouwelijk naakt die voor hem ‘de verleiding’ en ‘het kwaad’ personifieerden. James McNeill Whistler vormde een ander bekend voorbeeld van de esthetische schilderkunst. De Amerikaanse kunstenaar vervaardigde niet enkel werken die tot het estheticisme gerekend kunnen worden, maar ook bevorderde hij de verspreiding van het bijbehorende gedachtegoed door in contact te staan met andere figuren van de beweging, zoals Oscar Wilde.
Schandaalprocessen zorgen voor de neergang
De esthetische of decadente beweging uitte zich zoals bleek het sterkste in de Angelsaksische wereld en in Frankrijk. Ze was op haar hoogtepunt tijdens het laatste kwart van de negentiende eeuw. Indirect ontstond ze uit de romantiek, maar kwam tegelijkertijd ook in opstand tegen het romantische schoonheidsideaal. Toch was het estheticisme vooral een antwoord op het realisme en naturalisme dat de kunst als een objectief gegeven zag en de realiteit op exacte en wetenschappelijke wijze moest afbeelden. Hierop werd gereageerd door opnieuw meer belang te gaan hechten aan de fantasie van de kunstenaar en het onverklaarbare centraal te stellen. Dit had als gevolg dat de inhoud van zowel de kunstwerken als de literatuur een hoge mate van mystiek bevatte. Zo ontstond een groot publiek dat de esthetische kunst enorm apprecieerde, maar nog een groter publiek dat hier aanstoot aannam.
De negatieve receptie van de esthetische beweging uitte zich onder meer in verschillende rechtszaken tegen haar voornaamste leden. Zo veroordeelde de Franse staat Charles Baudelaire voor zijn Les Fleurs du Mal en werd de uitgave ervan verboden. Vooral de gedichten die expliciet over lesbische vrouwen gingen konden niet door de beugel bij de autoriteiten in Frankrijk. Ook Oscar Wilde liep een veroordeling op voor zijn werk, maar vooral ook door zijn homoseksualiteit die in 1895 nog bij wet werd verboden. Na de veroordeling van Wilde, die als een van de belangrijkste figuren binnen de beweging gold, verloor het estheticisme een groot deel van zijn aanhang en nam het aanvankelijke prestige af. Het ‘art for art’s sake’-principe dat het estheticisme en het decadentisme zo kenmerkte bleef echter sterk aanwezig in de latere moderne kunstvormen zoals het expressionisme, kubisme en dadaïsme.
Bronnen â–¼
-BOYIOPOULOS, K en SANDY, M., Decadent Romanticism: 1780-1914, New York, 2016.
-POTOLSKY, M., The Decadent Republic of Letters: Taste, Politics, and Cosmopolitan Community from Baudelaire to Beardsley, Philadelphia, 2013.
-SHEPPARD, A., Aesthetics: An Introduction to the Philosophy of Art, New York, 2009.