Dark
Light

Joris Van Severen (1894-1940) – Vlaams-nationaal politicus

Doorgewinterde fascist of misbegrepen intellectueel?
5 minuten leestijd
Joris Van Severen
Joris Van Severen (Publiek Domein - wiki)

Hoewel hij niet al te veel bekendheid geniet, vormt de persoon van Joris Van Severen een van de meest moeilijk te plaatsen figuren in de Belgische politieke geschiedenis. De man zijn ideeën waren in zijn relatief korte leven onderhevig aan meerdere radicale koerswijzigingen.

Joris van Severen
Joris van Severen (Publiek Domein – wiki)
Het flamingantisme dat hij op jonge leeftijd door de plaatselijke geestelijkheid leerde kennen, werd na zijn ervaringen in de Eerste Wereldoorlog aangevuld met een haast anarchistisch antimilitarisme. Gedurende de jaren 1920 schoof hij ideologisch op naar de extreemrechtse zijde van het politieke spectrum. Van Severen richtte een eigen beweging op die volgens getuigenissen op dat moment de meest gedisciplineerde militie van België zou gehad hebben. Aan zijn leven en intellectuele zoektocht kwam bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog een abrupt einde.

Jeugdig en romantisch flamingantisme

Joris Van Severen behoorde vanaf zijn geboorte in 1894 tot de hogere middenklasse, als zoon van de dorpsnotaris in het West-Vlaamse Wakken. Zoals gebruikelijk in deze milieus ging de jonge Van Severen rechten studeren, een studie die hij nooit zou voltooien. Het voortijdig stopzetten van engagementen was in feite tekenend voor zijn gehele leven, zowel op relationeel als professioneel vlak. Rond deze periode gingen vele jongeren uit de Vlaamse burgerij zich in het flamingantisme interesseren, wat een nieuwe generatie van Vlaams-nationalisten opleverde. Zo kwam Joris in zijn studententijd in aanraking met de Vlaamsgezinde pastoor Hugo Verriest, die het flamingantisme aantrekkelijk maakte voor de jonge Van Severen. Daarnaast schopte hij het tot praeses van de ‘Rodenbachvrienden’, een ook al Vlaamsgezinde studentenvereniging. Het frappante aan zijn aantrekking tot de Vlaamse Beweging was dat Van Severen zowel van thuis uit als op school in het Frans werd opgevoed. Het aanbreken van de Eerste Wereldoorlog zou nog voor een verdere radicalisering van zijn gedachtegoed zorgen.

Radicalisering aan het IJzerfront

De ervaringen die Van Severen in de oorlog als frontsoldaat opdeed, hadden een grote impact op zijn denkwijze, net als bij vele andere intellectuelen van zijn generatie. Als soldaat maakte hij zich niet onverdienstelijk en schopte hij het al snel tot luitenant. Zijn gemoedstoestand tijdens de oorlogsjaren beschreef hij als volgt:

“Echt en hevig rechtzinnig revolutionair (…), zo individualistisch en anarchist als’t maar zijn kan.”

De overduidelijk linkse inslag van zijn ideologie op dat moment kaderde binnen de toenmalige Vlaamse Beweging die de Vlamingen onderdrukt zag en ijverde voor een revolutionaire strijd. De radicalisering van de luitenant uitte zich in het zich actief gaan engageren in de clandestiene Frontbeweging die ijverde voor gelijkheid van het Nederlands aan het Frans als militaire voertaal. Uiteindelijk werkte Van Severen zich op tot officier van het Belgisch leger, maar intern bleef hij worstelen met zijn intellectuele en persoonlijke gevoelens. Uit zijn dagboeken blijkt dat de soldaat in 1917 de Russische Revolutie een warm hart toedroeg en onmiskenbaar hunkerde naar de opheffing van de volgens hem onzinnige Belgische staat. Na de wapenstilstand in 1918 bleef Van Severen actief binnen de Frontbeweging die zich na de oorlog transformeerde tot de Frontpartij.

Intellectuele zoektocht tijdens het woelige Interbellum

Als lid van de Frontpartij werd Joris Van Severen in 1921 tegen de verwachtingen in verkozen tot volksvertegenwoordiger in het parlement. Hijzelf was echter geen groot voorstander van partijpolitiek en verzaakte zijn parlementair werk dan ook geregeld. In de tussentijd richtte hij het tijdschrift Ter Waarheid op dat naar eigen zeggen voluit Vlaamsgezind en katholiek was. In de jaren daarop kreeg Van Severen een steeds groter wordende afkeer van de politiek en de parlementaire democratie. In deze periode kwam het Italiaans fascisme van Mussolini aan de macht dat hem enorm aansprak, en later het Duits nationaalsocialisme van Hitler waar hij eerder een dubbelzinnige houding tegenover aannam.

Vlag van Verdinaso, het Verbond van Dietsche Nationaal-Solidaristen
Vlag van Verdinaso, het Verbond van Dietsche Nationaal-Solidaristen (CC0 – MichałRadecki – wiki)
Door de politieke instabiliteit in het Interbellum zocht een groot deel van de bevolking naar een alternatief en kwam daarbij uit bij radicale ideologieën zoals het fascisme. Ook Van Severen was onderhevig aan deze gevoelens en richtte zijn eigen beweging op: het Verbond van Dietse Nationaal Solidaristen (Verdinaso). Deze streefde een organische ordening van de samenleving na die opnieuw orde in de maatschappij zou scheppen. Op geopolitiek vlak ijverde Van Severen en zijn medestanders voor de oprichting van ‘Dietsland’ waarbij Vlaanderen en Nederland één staat gingen vormen. De antisemitische en antiparlementaire beweging hield grote bijeenkomsten waarbij de eigen militie in stoet paradeerde terwijl de leider Van Severen de toehoorders trachtte te begeesteren op zijn kenmerkende, rustige en gereserveerde stijl.

Tragisch einde in het Bloedbad van Abeville

Het Verdinaso kreeg gedurende de jaren 1930 een grotere aanhang, wat voor angst zorgde bij het politieke establishment, dat de beweging vooral zag als een militaristische en ondemocratische groepering. Daarbij kon ze mogelijk een gevaar vormen voor het voortbestaan van België door haar radicaal Vlaams-nationalisme. De staatsveiligheid hield Van Severen en de rest van de organisatie dan ook nauwgezet in de gaten. Hierop reageerde de leider pragmatisch door de ideologische koers te wijzigen naar een vurig Belgicisme. Vanaf dat moment streefde hij op geopolitiek vlak naar de oprichting van een Bourgondische staat waar zowel België, Nederland als Luxemburg deel van moesten uitmaken. Voor de Belgische koning Leopold III zag hij een positie weggelegd als leider van de natie met uitgebreide machten. De koning zelf stond niet weigerachtig tegenover een sterker regime dat volgens hem het antwoord kon bieden op de politieke instabiliteit van de tussenoorlogse jaren.

Muziekkiosk van Abbeville
Muziekkiosk van Abbeville (CC BY-SA 3.0 – NB80 – wiki)

Tegen het einde van de jaren 1930 groeide de kans op een Duitse inval zienderogen, wat bij de staatsveiligheid voor een verhoogde waakzaamheid zorgde. Hoewel hij in 1940 nog zijn onvoorwaardelijke trouw aan België en koning Leopold III had betuigd, werd Joris Van Severen in mei van dat jaar samen met enkele andere volgens de autoriteiten staatsgevaarlijke figuren opgepakt en naar Frankrijk afgevoerd. Daar kwamen ze in de handen van Franse soldaten die bevreesd waren voor de Duitse bombardementen en daarom de gevangenen opsloten in een kiosk op een dorpsplein. Zonder enig voorafgaand proces executeerden de Franse soldaten 21 gevangenen, waaronder ook de leider van het Verdinaso. In wat later het Bloedbad van Abeville werd genoemd vond Joris Van Severen zijn einde. Deze gebeurtenis behoort tot een van de minder bekende bladzijden van de Tweede Wereldoorlog in België en Frankrijk.

~ Dimitri De Roover

Ook interessant: De Vlaamse beweging – Een parallelle geschiedenis van België
Boek: Joris van Severen – Pieter Jan Verstraete

Bronnen

-DE WEVER, B., Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, Tielt, 1994.
-VANACKER, D., Die vervloekte oorlog: Joris Van Severen, soldaat van de klasse ’14, in Jaarboek Joris Van Severen, 2, 1998.
-VERSTRAETE, P. J., Joris Van Severen: een biografisch portret, Soesterberg, 2015.
-WILS, L., Joris Van Severen: een aristocraat verdwaald in de politiek, Leuven, 1996.
×