Europa, grillig bondgenoot van de VS

3 minuten leestijd
NAVO-vergadering in Brussel
NAVO-vergadering in Brussel

De verkiezing van Donald Trump tot president van Amerika doet sommigen vrezen dat dit het einde kan betekenen van de NAVO. Trump heeft immers verklaard dat de Verenigde Staten niet zomaar landen moeten helpen die zelf niet bijdragen aan hun verdediging, zelfs niet als het NAVO-lidstaten zijn. De NAVO gaat echter uit van de gedachte dat een aanval op één lidstaat automatisch een aanval op alle leden is. Als Amerika de Baltische landen – Estland, Letland, Litouwen – niet zou steunen bij een aanval door Rusland, wat is de NAVO dan nog waard?

Vlag van de NAVO
Vlag van de NAVO
Hierop kan een wedervraag gesteld worden: zijn de Europese landen binnen de NAVO ooit bereid geweest de Verenigde Staten te steunen? Internationale betrekkingen zijn zelden gebaseerd op altruïsme. Eventuele gedeelde idealen worden doorgaans gekoppeld aan wederzijds voordeel. Noord-Amerika en West-Europa raakten na de Tweede Wereldoorlog bevreesd voor de Sovjet-Unie, dus gingen ze samenwerken, zowel economisch als militair. Voor het laatste werd in 1949 de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie opgericht, de NAVO. Zeker, de Amerikanen wilden hiermee hun eigen economie en hun eigen veiligheid zeker stellen. Europa heeft er echter ook van geprofiteerd, in ieder geval economisch: de Marshallhulp. In ruil hiervoor zou het in militaire aangelegenheden ondergeschikt worden aan de VS.

“Met het beëindigen van de Koude Oorlog in 1989 en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 had de NAVO opgeheven kunnen worden.”

Hoe betrouwbaar was Europa als bondgenoot? Een eerste lakmoesproef bleek de Koreaanse Oorlog (1950-1953). Voor het eerst vroegen de Verenigde Staten militaire bijstand van Europa. Veel Europese landen stuurden echter een minimum aan troepen, vaak na lang tijdrekken.

Frankrijk deed dit pas na lang en hard onderhandelen, in ruil voor Amerikaanse assistentie in Frans-Indochina (Vietnam, Laos, Cambodja), waar Frankrijk, uiteindelijk vergeefs, probeerde haar kolonie te behouden (1950-1954).

De verhouding tussen Frankrijk en de VS was gecompliceerd. Al tijdens de Vierde Republiek (1946-1958) gingen in Frankrijk stemmen op dat men niet te veel op Amerika moest vertrouwen (en begon Frankrijk zelf kernwapens te ontwikkelen). Onafhankelijkheid van Amerika was een kernpunt in het buitenlandbeleid van president Charles de Gaulle (1958-1969). Hij bezocht Rusland, erkende de Volksrepubliek China en trok Frankrijk in 1966 militair terug uit de NAVO. Alle in Frankrijk gestationeerde troepen moesten het land verlaten. Reactie Amerikaans buitenlandminister Dean Rusk:

“Inclusief de lichamen van Amerikaanse soldaten op Franse kerkhoven?”

Vanaf eind jaren zestig vond in het Westen een culturele omwenteling plaats. Na ‘1968’ gingen veel Europeanen kritischer naar Amerika kijken. Het Amerikaanse optreden in Vietnam – door Frankrijk aan de VS opgezadeld? – en het eigengereide, enkel op Amerikaans binnenlands voordeel gerichte economische beleid van president Nixon tastten het morele leiderschap van de VS aan. Vanaf eind jaren zestig tot halverwege de jaren tachtig was West-Europa sterk gepolariseerd tussen links en rechts. Rechts stond achter Amerika, links niet. Van linkerzijde werd gesuggereerd dat de communistische landen zichzelf slechts verdedigden tegen Amerikaanse agressie.

In de tweede helft van de jaren zeventig verslechterde de verhouding tussen Oost en West. Toen Russische SS20-raketten opgesteld werden in Oost-Europa, stelde een Europese leider, de West-Duitse SPD-bondkanselier Helmut Schmidt, voor om als tegenwicht kruisraketten op te stellen in West-Europa. Tegelijk zouden gesprekken over wapenbeheersing- en zelfs vermindering opgestart worden. Deze nuance ontging het publiek: in West-Europa vonden grootschalige vredesdemonstraties plaats. Zelfs regeringen die in principe vóór plaatsing waren, konden deze moeilijk negeren.

Russische SS20-raketten - cc
Russische SS20-raketten – cc

Met het beëindigen van de Koude Oorlog in 1989 en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 had de NAVO opgeheven kunnen worden. Europa zou dan geen verplichtingen meer hebben gehad richting Amerika. Amerika mocht eind jaren negentig orde op zake stellen in Kosovo, nadat Europa een decennium lang vergeefs geprobeerd had de oorlogen in voormalig Joegoslavië te beëindigen. Het weerhield Europa – met name Duitsland en Frankrijk – niet om na 11 september vooral kritiek te uiten op het Amerikaanse optreden in Afghanistan en Irak. Toch bleef de NAVO bestaan. Frankrijk werd in 2009 zelfs opnieuw volwaardig lid.

De stekker

President Barack Obama (2009-2016) kondigde aan dat Amerika zich meer op Azië dan Europa moest richten, de Pacific Turn. Amerika intervenieerde met Groot-Brittannië en Frankrijk in Libië, maar Europa slaagde er daarna evenmin in om Libië op te bouwen als Amerika bij Afghanistan en Irak. Datzelfde Europa verweet Obama wel dat Amerika niet ingreep in Syrië.

Hoeveel er ook aan te merken valt op het Amerikaanse naoorlogse buitenlandbeleid: Europa was doorgaans al te bereid om Amerikaanse hulp te vragen als het uitkwam en vervolgens Amerika te bekritiseren als die hulp niet meer nodig leek. In plaats van af te vragen of Trump de stekker uit de NAVO zal trekken, kan afgevraagd worden waarom zijn voorgangers dat niet overwogen.

Meer Amerikaanse geschiedenis
Boek: Europa in sepia

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×