Over een maand of vier zijn er verkiezingen. Van de twee grootste partijen heeft de PVV al aangekondigd dat er geen geld meer mag naar de culturele sector en wil de VVD studierichtingen zonder arbeidsmarktperspectief opheffen. Er zal nog wel wat water door de Rijn stromen maar de politiek heeft ontdekt dat er gewin valt te behalen door af te geven op de humaniora. Ik ben daarom de verkiezingsprogramma’s gaan bekijken. Wat betekenen de voornemens voor de oudheidkunde? Vandaag Groen Links.
En eerlijk gezegd: daar had ik meer van verwacht. Ik heb GL altijd beschouwd als de realo-versie van de Partij voor de Dieren, zoals ik de PvdD zag als de fundi-versie van Groen Links. Omdat ik GL serieus neem, stelt een open deur als deze me teleur:
“Kunst en cultuur zijn de aanjagers in een open debat en moeten op straat zichtbaar en aanwezig zijn. Culturele instellingen en investeringen kunnen wijken nieuwe dynamiek geven en emancipatie bevorderen.”
Hoe wil Groen Links dat aanpakken? De partij wil meer geld ter beschikking stellen “voor talentontwikkeling, cultuur, kunst en het behoud van erfgoed”. Dat is natuurlijk heel fijn, maar het lijkt vooral te gaan om kinderen. Die
“… hebben recht op cultuur. Zij moeten daar al vroeg kennis kunnen maken via kunst-, cultuur- en muziekonderwijs, beeldende vorming en media-educatie. Kinderen leren informatie te zoeken, te filteren en kritisch te bekijken.”
Helemaal mee eens, zeker met de laatste zin, maar het probleem is niet alleen dat kinderen niet weten hoe ze informatie moeten filteren, het is tegelijk dat het aanbod niet klopt. Groen Links begrijpt niet wat elke oudheidkundige elke dag merkt: dat er op de plek waar iedereen informatie zoekt (het internet dus) steeds meer onbetrouwbare informatie komt terwijl betrouwbare informatie al maar niet vrij komt. Het enige wat GL hierover schrijft: “Wetenschappelijke publicaties worden vrij beschikbaar.”
Dat is echter al afgesproken – de eigenlijke vragen zijn momenteel hoe we verhinderen dat dit pas over een paar jaar gaat gebeuren en hoe eerdere gedupeerden worden gecompenseerd. Er woedt een veenbrand die de wetenschappelijkheid van het maatschappelijke debat ondergraaft en waardoor de oudheidkundige disciplines al in de vuurlinie liggen. Net als alle andere partijen herkent GL de urgentie onvoldoende.
Om niet negatief af te ronden:
“Kleine, bijzondere opleidingen worden zoveel mogelijk gekoesterd.”
Dat is heel wat anders dan de VVD voorstaat: de kleine talen, archeologie, oude geschiedenis zijn veiliger bij Groen Links. Fijn.
Tot slot. Als kiezer zweef ik een beetje heen en weer tussen Groen Links en de VVD (en wat daar tussenin zit): partijen met een zeker realisme, waar ik méér van verwacht dan de plichtmatige opmerkingen die ik vandaag noemde. Indien mijn stem uitsluitend zou worden bepaald door oudheidkundige belangen, zou ik geen stem op Groen Links overwegen.
Zie ook: Politieke geschiedenis