Dark
Light

GroenLinks, een geschiedenis in vogelvlucht

Het komt er al dertig jaar niet van voor GroenLinks
4 minuten leestijd
GroenLinks - Verkiezingsposter in Oude Pekela, 2019
GroenLinks - Verkiezingsposter in Oude Pekela, 2019 (Donald Trung Quoc Don - Wikimedia Commons)

De verkiezingen van 2021 zouden die van de grote doorbraak moeten worden voor GroenLinks. Maar of die er ook werkelijk komt is twijfelachtig. Volgens de peilingen mag de partij al blij zijn als ze haar huidige zetelaantal van 14 weet te behouden. Ook een fusie met grote (of misschien kun je tegenwoordig beter zeggen: kleine) broer PvdA zit er voorlopig niet in. Laat staan dat de linkse drie (dus inclusief de SP) op afzienbare termijn zouden samengaan. Waarschijnlijk blijft het de komende jaren doormodderen voor de partij, met pieken en dalen. Net zoals in de afgelopen dertig jaar. Want zo lang bestaat ze binnenkort.

GroenLinks kwam tot stand op 24 november 1990. Het was een fusie van vier partijen: de communistische CPN, de pacifistische PSP, de uit radicale (ex-)christenen bestaande PPR en de EVP, eveneens gevormd door progressieve christenen. Een jaar eerder hadden deze partijen al onder de naam GroenLinks deelgenomen aan de Tweede Kamerverkiezingen, maar de officiële oprichting vond dus plaats op genoemde datum.

Noodzaak

Ria Beckers in 1981
Ria Beckers in 1981 (CC0 – Dijk, Hans van / Anefo)
Dat het linkse viertal de handen ineen sloeg gebeurde uit bittere noodzaak. In de Tweede Kamer stelden ze weinig meer voor. Bij de verkiezingen van 1986 had de PPR (in de jaren zeventig nog regeringspartij) slechts 2 zetels behaald en de PSP 1. De ooit machtige CPN had er geen enkele meer, net zo min als de EVP (die nooit machtig was geweest). En de toekomstverwachtingen waren somber. De krachten bundelen was het enige wat er op zat.

Het vormen van een gezamenlijke lijst zorgde inderdaad voor wat soelaas. GroenLinks wist in 1989 6 zetels te scoren. Dat gebeurde onder leiding van de uit de PPR afkomstige Ria Beckers, de eerste vrouwelijke lijsttrekker in Nederland. In 1994 namen Ina Brouwer en Mohammed Rabbae de leiding over (het eerste en tot nu toe enige lijsttrekkersduo op nationaal niveau), maar zij waren niet erg succesvol bij de verkiezingen in dat jaar. De partij verloor een zetel.

Paul Rosenmöller in 1987. Het eerste onafhankelijke Kamerlid voor GroenLinks. (CC0 - Rob Croes / Anefo - wiki)
Paul Rosenm̦ller in 1987. Het eerste onafhankelijke Kamerlid voor GroenLinks. (CC0 РRob Croes / Anefo Рwiki)
Pas toen Paul Rosenmöller het partijleiderschap in handen kreeg begon GroenLinks te groeien. In 1998 wist zij maar liefst 11 zetels te verwerven. De geitenwollensokkenpartij, zoals critici haar wel meesmuilend noemden, leek een factor van betekenis te gaan worden in de Nederlandse politiek. Paars regeerde, maar GroenLinks kwam eraan.

De charismatische Rosenmöller speelde daarbij een sleutelrol. Hoewel afkomstig uit de betere kringen (zijn vader was directeur van het V&D-concern) kon hij ook wijzen op onverdacht linkse roots. Hij had behoord tot een marxistisch-leninistische splintergroepering en was in de Rotterdamse haven actief geweest als vakbondsman.

Rosenmöller deed het goed in de Tweede Kamer. Hij bereidde zich gedegen voor, blonk uit in debatten en kwam voor iemand met zijn politieke achtergrond realistisch over. De verwachtingen waren eind vorige eeuw dan ook hooggespannen. GroenLinks zou doorstoten naar een nog hoger zetelaantal en wie weet deel uitmaken van het volgende kabinet. Paars-groen, waarom niet?

Anticlimax

De verkiezingen van 2002 vormden dan ook een anticlimax voor de partij. Ze werden een triomf voor de LPF van de kort daarvoor vermoorde Pim Fortuyn en GroenLinks raakte een zetel kwijt. De gedachte aan kabinetsdeelname kon meteen de prullenbak in. Vergeleken bij het veel grotere verlies van de PvdA viel de electorale achteruitgang van GroenLinks eigenlijk nog wel mee, maar problematischer waren de voortdurende intimidaties aan het adres van Rosenmöller. Hij werd (‘de kogel kwam van links’) gezien als ideologisch medeverantwoordelijk voor de moord op Fortuyn en ontving voortdurend ernstige bedreigingen uit extreemrechtse hoek. Eind 2002 stapte hij teleurgesteld uit de politiek. Inmiddels is hij weer terug, maar nu in een bijrol: die van senator.

Voor GroenLinks braken moeizame tijden aan. Rosenmöllers opvolgster Femke Halsema wist zijn prestaties aanvankelijk niet te evenaren. Bij de verkiezingen van 2003 moest GroenLinks 2 zetels inleveren en in 2006 ging er nog een verloren.

Toch slaagde de zich als links-liberaal afficherende Halsema er uiteindelijk in het tij te keren. In 2010 steeg GroenLinks weer naar 10 zetels. Opnieuw leek het klimaat rijp voor paars-groen. Ooit moest het er toch van komen?

Maar onderhandelingen met VVD, PvdA en D66 leidden al snel tot een deceptie. In plaats van een min of meer progressieve regering trad er een minderheidskabinet van VVD en CDA aan, op de been gehouden met gedoogsteun van de populistische PVV. Weer was GroenLinks er niet in geslaagd op het pluche te belanden. Halsema ‘baalde als een vergiet’. Ook zij verliet niet lang na de kabinetsformatie het Binnenhof. Ze is tegenwoordig burgemeester van Amsterdam.

Ruzie

Onder haar opvolgster Jolande Sap ging het volledig bergafwaarts, temeer daar er in de partij ook nog een fikse ruzie uitbrak, zowel over de koers als over personen. De afstraffing bleef niet uit. Bij de Kamerverkiezingen van 2012 haalde GroenLinks maar 4 zetels, het laagste aantal sinds de oprichting. Sap vertrok; de partij leek definitief een onbetekenend clubje geworden. Sommige politieke commentatoren zagen het einde al naderen.

Jesse Klaver tijdens een congres in 2012
Jesse Klaver tijdens een congres in 2012 (CC BY-SA 2.0 – GroenLinks – wiki)

Maar toen kwam Jesse Klaver. Kamerlid sinds 2010, maar pas echt in de picture nadat hij in 2015 de fractievoorzittershamer overnam van Saps opvolger Bram van Ojik. Klaver werd in korte tijd razend populair. Hij had daarvoor ook alles mee. Jong, innemend, dynamisch en welsprekend als hij was wist hij tijdens zogeheten meet-ups van GroenLinks duizenden op de been te brengen in poptempels en vergelijkbare oorden. Zijn afkomst en achtergrond (Marokkaanse vader, moeder met Indisch bloed, begonnen als vmbo-leerling) werkten in het progressieve milieu waarin hij opereerde uiteraard niet tegen.

Onder Klaver (de ‘Jessias’) kwam de partij er weer helemaal bovenop. Wat heet: bij de verkiezingen van 2017 kreeg ze 14 zetels, tot nog toe het hoogtepunt uit haar geschiedenis. Het scheelde maar weinig of ze zou in de recordformatie van dat jaar zijn toegetreden tot het kabinet Rutte IV.

Gestaalde kaders

Waarom gebeurde dat niet? Volgens boze tongen werd Klaver teruggefloten door de gestaalde kaders uit de partijtop. Hij zou te veel concessies hebben willen doen aan ‘rechts’. Zelf ontkende Klaver dat vanzelfsprekend. Hij had gewoon zijn rug rechtgehouden. En de herkansing zou echt wel komen, bij de volgende formatie. Want GroenLinks was nog lang niet uitgegroeid.

Dat was althans de stemming een paar jaar terug. En inderdaad, misschien gaat de partij van Klaver ditmaal wel meeregeren. Maar dat zal vermoedelijk niet zijn vanwege een prachtige verkiezingsuitslag. Eerder omdat ze in dit tijdperk van politieke versplintering steeds minder gelegenheid heeft zich in haar eigen gelijk terug te trekken.

Ook interessant: Politieke fusies komen alleen tot stand als het slecht gaat
Overzicht van boeken over de Nederlandse politiek

×