De stad Groningen wordt in 1672, het rampjaar, aangevallen door de bisschop van Münster, Bernhard von Galen ofwel ‘Bommen Berend’. Op 28 augustus ziet die zich genoodzaakt de aftocht te blazen. Die gebeurtenis wordt jaarlijks met een groot feest herdacht in Groningen, met onder meer vuurwerk en een kermis.

Bernhard von Galen, in de volksmond ook ‘Bommen Berend’ genoemd vanwege het grote aantal bommen dat hij gebruikt, wil in 1672 voor de tweede keer Nederland binnenvallen nadat hij in 1665 niet verder kwam dan Winschoten. Omdat de Republiek in ’72 toch al van verschillende kanten wordt aangevallen, ziet Van Galen zijn kans schoon.
Bommen Berend’s opmars naar Groningen

Het ontzet
Vanaf 21 juli 1672 wordt Groningen belegerd door het leger van Bommen Berend. Hij wordt bijgestaan door Keulse troepen. Die lijden in Nienhuis bij Garrelsweer een gevoelige nederlaag. Daardoor lopen ook de troepen van Bommen Berend gevaar. Na vier weken trekt het leger zich daarom terug. Groningen is op 17 augustus 1672 ontzet. Nadat de Juliaanse kalender wordt vervangen door de Gregoriaanse kalender valt die dag op 28 augustus.

“Groninge, uit het puin en asch en stof verrezen, vergeet de weldaet niet, die Godt u heeft bewezen.”
Het ontzet is bovendien belangrijk omdat Van Galens troepen anders door hadden kunnen stoten tot Friesland. De Amsterdamse handelsroute, die door de Zuiderzee loopt, was dan ernstig in gevaar gekomen. In 1674 wordt Groningen opnieuw aangevallen door troepen uit Münster. Een maand daarna werd er alsnog vrede gesloten.
Het ontzet van Groningen wordt tot 1795 elk jaar gevierd. Als de Groningers in de negentiende eeuw een soort hernieuwde ‘provinciale trots’ ontwikkelen, wordt het Gronings ontzet opnieuw een jaarlijkse feestdag. Traditioneel wordt de dag gevierd door ‘peerdenspul’ (paardenrennen), een kermis en als afsluiting vuurwerk in het stadspark.