In het stadje, en nationaal park Harpers Ferry lijkt de tijd sinds het einde van de negentiende eeuw te hebben stilgestaan. Deze kleine plaats in de staat Virginia, tegenwoordig West-Virginia, trok de aandacht van een tweetal Amerikaanse presidenten. President George Washington (1732-1799) liet het snelstromende water van de Potomac- en Shenandoah River, die hier samenkomen, gebruiken voor het aandrijven van een grote wapenfabriek die hij er in 1794 liet bouwen. Daarnaast vormde het stadje in 1859 het decor van een spectaculaire aanval van een fanatieke abolitionist, die gezien kan worden al een voorbode van de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865).
Deze geschiedenis begint met John Brown, die in 1800 geboren werd in Connecticut, één van de eerste staten waar de slavernij werd afgeschaft (1848). Brown groeide er op in een streng calvinistisch milieu en zijn ouders waren radicale abolitionisten. Op zijn twaalfde was hij getuige van een voorval dat zijn leven veranderde. Een slaaf van ongeveer dezelfde leeftijd had een stommiteit begaan en werd daarvoor als straf met een ijzeren spade in zijn gezicht geslagen. Brown raakte hierdoor zwaar onthutst omdat hij ervan overtuigd was dat hier onrecht werd begaan. Op dat moment nam hij zich voor om zijn verdere leven te wijden aan de strijd voor de afschaffing van de slavernij.
Als volwassene liet Brown geen mogelijkheid onbenut om dat doel te bereiken. Hij leerde belangrijke aanvoerders van de abolitionistische beweging kennen en sloot zich aan bij een groepering die slaven ondersteunde bij hun vlucht naar de vrijheid. John Brown was er absoluut zeker van dat hij handelde in opdracht van God. Hij ontwikkelde een krachtige persoonlijkheid en zijn indringende blik maakte op velen zo’n diepe indruk, dat ze het idee kregen dat hij recht in hun ziel keek. Gesprekken die hij voerde draaiden altijd maar om twee thema’s: religie en slavernij.
Oorlogsverklaring
In de loop der jaren raakte John alleen maar gefrustreerder, want ondanks zijn inspanningen, en die van zijn medestanders, waren er nog altijd vier miljoen slaven in de Verenigde Staten. De tweemaal gehuwde vader van vier kinderen schrok er niet voor terug om die te mobiliseren en trok met zijn familie overal heen waar hij de strijd met de slavernij kon aanbinden. Zo dook hij in 1856 op in Kansas, een gebied dat toen nog zwaar verdeeld was over het slavernijvraagstuk. Brown vond het echter hoog tijd dat er eens bloed zou gaan vloeien. In de nacht van 24 op 25 mei maakte hij met zijn zoons een tocht langs de huizen van een aantal prominente ondersteuners van de slavernij, dwong hen naar buiten te komen, om hen vervolgens dood te schieten. In wat zo bekend kwam te staan als de ‘Pottawatomie Massacre’ bracht hij in totaal vijf tegenstanders om het leven, voor de ogen van hun familieleden. Met deze slachtpartij verklaarde John Brown officieel de oorlog aan de slavernij.
Harpers Ferry
Voor zijn volgende stap richtte hij zich op Harpers Ferry. Die stad lag niet alleen in een staat met veel slavenhouders, maar beschikte ook over een grote wapenfabriek met arsenaal. Omdat hij inmiddels een reputatie had als meedogenloze abolitionist slaagde Brown erin een groep van twintig strijdbare medestanders op de been te brengen. Het plan was om Harpers Ferry te bestormen en daarbij zo’n honderdduizend wapens uit het arsenaal buit te maken. Daarmee zou hij de vele duizenden gevluchte slaven bewapenen die zich, naar zijn verwachting, bij hem aan zouden sluiten.
Na maanden voorbereiding drongen John en zijn handlangers op 16 oktober 1859 het stadje binnen. Omdat het die nacht had geregend was het erg nevelachtig en daardoor konden ze zich vrij eenvoudig meester maken van de fabriek en het arsenaal. De weinige mensen die ze daarbij op straat tegenkwamen namen ze in gijzeling. Binnen een dag bereikten de troepen van de National Guard de stad echter al en werden John Brown en zijn strijders omsingeld. In het gevecht dat volgde vonden enkelen van hen de dood, anderen werden gevangen genomen. Als afschrikwekkend voorbeeld werd een van de gevangenen op de spoorbrug, die er nog altijd ligt, standrechtelijk geëxecuteerd. Vlak voordat de dodelijke schoten door het peloton werden afgevuurd riep hij uit dat in zijn plaats wel tachtigduizend nieuwe opstandelingen de wapens zouden opnemen om zijn dood te wreken en de slaven te bevrijden.
Toen het nieuws uit Harpers Ferry president James Buchanan (1791-1868) bereikte, stuurde deze uit vrees voor het uitbreken van een revolutie nog eens honderd mariniers naar het stadje. Ter plaatse aangekomen wisten deze vechtjassen de strijd binnen enkele minuten in hun voordeel te beslechten. Daarbij raakte John Brown dusdanig gewond dat hij het bewustzijn verloor. Zo was de opstand binnen zesendertig uur de kop ingedrukt, met als eindresultaat achttien doden: elf volgelingen van Brown, zes burgers en een militair.
Gevangenschap en een voorspelling
John Brown en zijn resterende strijdmakers belandden in de staatsgevangenis van Virginia in afwachting van hun berechting. In de pers liepen de commentaren sterk uiteen: veel kranten beschouwden de abolitionist als een terrorist, maar er waren er ook bij die hem uitriepen tot voorvechter van een nobele zaak. Al spoedig kwam de kwestie symbool te staan voor een diep verdeeld Amerika. Deze controverse strekte zich overigens tot ver over de landsgrenzen uit. Zo schreef Victor Hugo (1802-1885) in Frankrijk bijvoorbeeld dat het een onherstelbare fout zou zijn wanneer de doodstraf tegen Brown werd uitgesproken.
John Brown kreeg voor de rechtbank maar liefst drie aanklachten ten laste gelegd: moord, aanzet tot slavenopstand en hoogverraad. Hij werd op al deze punten schuldig bevonden en veroordeeld tot de doodstraf door ophanging. Dat vonnis werd op 2 december 1859 voltrokken. Zes jaar later, en na vier jaren van bloedige burgeroorlog, werd de slavernij uiteindelijk dan toch afgeschaft. Kort voor zijn terechtstelling had John Brown de volgende profetische woorden opgeschreven:
‘Ik, John Brown, ben er van overtuigd dat de zonden van dit land alleen met bloed uitgewist kunnen worden’.
In feite voorspelde hij daarmee de burgeroorlog, waarin het bloed van zeshonderdduizend Amerikanen zou worden vergoten. Tot op de dag van vandaag is hij echter een controversiële figuur in de Amerikaanse geschiedenis. Daarin wordt hij zowel als held, verrader of martelaar voorgesteld, hoewel dit een versimpeling is van de feiten is. Want eigenlijk gaat het om de vraag in hoeverre het gerechtvaardigd is om geweld te gebruiken voor het bereiken van je einddoel.