In de Nederlandse persgeschiedenis staat Henriëtte van der Mey (1850-1945) bekend als de eerste vrouwelijke journalist die in vaste dienst kwam van een krant. Haar benoeming in 1884 bij de Middelburgsche Courant bleef niet onopgemerkt. Naast de journalistieke werkzaamheden kwam ze ook op voor de rechten van (arbeiders)vrouwen. Hoe verliep het leven van deze allereerste dagbladjournaliste?
Henriëtte Rosina Dorothea van der Mey, ook wel geschreven als Van der Meij, werd geboren op 21 december 1850 in Harderwijk. Ze kwam uit een Nederlands-Hervormd gezin. Haar ouders waren beroepsofficier George David van der Mey en de Duitse Rosina Dorothea Costers.
Onderwijzeres Duits
Als meisje zat Van der Mey met haar neus vaak in de boeken. Ze wilde dolgraag geschiedenis studeren, maar haar moeder raadde dat sterk af. De lerarenopleiding Duits was volgens haar een veel betere en praktische optie. Ze had deze taal namelijk al aardig onder de knie en als ze deze opleiding in Nijmegen zou volgen, kon ze bij familie in Duitsland overnachten.
In die tijd was het normaal dat vrouwen voor een baan in het onderwijs kozen. Piet Hagen schrijft daarover in de bundel Journalistiek in Nederland, 1850-2000:
Het leraarschap was in die tijd een van de weinige intellectuele beroepen waarin vrouwen terecht konden. Lesgeven deed Van der Mey met liefde, want ze wilde graag bijdragen aan de ontwikkeling van meisjes. Boom, 2002
Op haar vijfentwintigste behaalde Henriëtte de akte voor Middelbaar Onderwijs voor Hoogduitse taal en letterkunde. In de jaren daarop verwierf ze ook nog een diploma voor hulponderwijzeres en hoofdonderwijzeres. Tussen 1876 en 1885 was Henriëtte docente op een meisjesschool in Goes. Daar gaf ze Nederlands en Duits.
‘Canon van Zeeland’ over Henriëtte van der Meij:
Eerste publicaties
Dat het leven meer is dan alleen maar lesgeven, bewees Henriëtte met haar bundel Deutsches Lesebuch für höhere Tochterschulen. Deze verscheen in 1882 en bestond uit samengestelde stukken moderne literatuur. Het bleef hier niet bij. Haar ambities reikten verder.
Van der Mey’s eerste echte publicatie verscheen in het tijdschrift De Portefeuille en ging over het toneelstuk Nathan der Weise. Daarnaast leverde ze verschillende bijdragen over schilderkunst en letteren in bekende bladen als De Amsterdammer, De Nederlandsche Spectator en De Lantaarn. In 1884 betoogde ze in het tijdschrift Vragen des Tijds voor de oprichting van een tehuis voor onderwijzeressen, iets wat dicht bij haar hart lag. Al die stukken schreef ze onder het pseudoniem ‘Enrichetta’.
De hoofdredacteur van De Amsterdammer, Willem Doorenbos, had de literaire bijdragen van Henriëtte opgemerkt en bracht haar op het idee om de journalistiek in te gaan. Dat zag zij wel zitten.
De eerste dagbladjournaliste
In 1884 zocht de Middelburgsche Courant een buitenlandredacteur. Aan het hoofd stond de liberale Van der Pauwert. Henriëtte zag haar kans schoon en meldde zich aan. Zij was echter niet de enige, er hadden zich ook nog zeker tien mannelijke sollicitanten gemeld. De sollicitatie was behoorlijk gewaagd. In een artikel in NRC werd in 1930 teruggeblikt op de bijzondere carrière van de dagbladjournaliste. Ook haar sollicitatie bij de Middelburgsche Courant werd in dit artikel aangehaald:
…vóór haar waren er immers in ons land geen vrouwen opgenomen geweest in de redactie van een dagblad en stellig niet voor de buitenlandsche politiek. Haar heele familie stond dan ook op de achterste beenen, omdat ze voor zoo’n vage positie haar goede betrekking als leerares had weggegooid. (NRC, 20 december 1930).
Maar zij werd het toch. Op 14 oktober 1884 maakte de Middelburgsche Courant bekend dat Henriëtte van der Mey in dienst zou treden. Een regelrechte primeur, want zij trad daarmee als de eerste vrouwelijke journalist in Nederland in vaste loondienst bij een dagblad. Een bewonderaarster stuurde haar eens een gedicht met de volgende tekst: ‘Uit ellef mannen koos men u’.
Van der Mey werkten tussen 1885 en 1896 bij de Middelburgsche Courant. Daar nam ze verschillende taken op zich. Een enkele keer was ze zelfs plaatsvervangend hoofdredacteur. Haar voornaamste functie was het verzorgen van de buitenlandrubriek en later de kunst- en letterenrubriek. In haar buitenlandse overzichten meldde ze wat in de parlementen van Londen, Parijs en Berlijn – de belangrijkste hoofdsteden in die tijd – werd besproken. En in de kunstrubriek toonde ze grote waardering voor de opkomende Haagse schilders als Maris en Mauve. Ditmaal schreef ze wel onder eigen naam.
‘Feministisch phenomeen’
Toch was men in het algemeen nog niet gewend aan vrouwelijke journalisten. Dat bleek toen de hoofdredacteur een speciaal verzoek moest indienen bij het bestuur van de Provinciale Staten. In dat verzoek werd gevraagd of Henriëtte van der Mey aanwezig mocht zijn bij de vergadering. Een van de taken van de buitenlandredacteur was namelijk het bijwonen en verslaan van de tweejaarlijkse zittingen. Daarover vertelde Henriëtte terugblikkend in een interview:
Zij gaven hun toestemming maar ik hoef u niet te zeggen hoe de heeren mij telkens opnieuws aanstaarden als…. een feministisch phenomeen. NRC, 20 december 1930
Ook binnen de journalistieke kringen moest men wennen aan de verschijning van de eerste dagbladjournaliste. Op 14 juli 1899 trad zij toe tot de Nederlandsche Journalisten Kring. Op haar lidmaatschapskaart was ‘de heer’ met de hand doorgestreept en vervangen door ‘mej’.
Het redactiewerk bij de Middelburgsche Courant kwam na ruim tien jaar ten einde. De journaliste wilde haar horizon verbreden en meer sociaal werk doen. De rumoerige redactiekamer verruilde ze voor Amsterdam. Later vertelde ze hierover:
…bij de jacht van de journalistiek in de roezigheid van één redactiekamer, waar ook de hoofdredacteur zijn bezoeken ontving, waar aldoor de koker op en neer vloog om je copy, die je geen tijd had over te lezen, onder het rumoer van de drukpersen vlak boven ons hoofd, ’t had in die elf jaar mijn zenuwgestel aangepakt, zoodat verandering gewenscht scheen. NRC, 20 december 1930
Belang en recht voor (arbeiders)vrouwen
In de hoofdstad legde Van der Mey de pen niet neer. Vanaf 1896 ging ze meteen aan de slag als hoofdredactrice bij het nieuwe tijdschrift Belang en Recht. Dit blad vertegenwoordigde de gematigde richting binnen het feminisme. Het eerste nummer verscheen in oktober 1896 en zou in de daaropvolgende jaren elke twee weken verschijnen.
Henriëtte schreef opiniestukken over onderwerpen als vrouwenkiesrecht, vrouwelijk toezicht bij arbeidsinspecties en de geschiedenis van de vrouwenbeweging. Ze was in de loop der jaren bewust geworden van het gebrek aan recht. Zo was ze in 1895 voorzitter geweest van de afdeling vrouwenkiesrecht in Middelburg. In het bijzonder bekommerde ze zich om arbeidersvrouwen. Volgens haar werd in de voortstrijdende vrouwenbeweging niet genoeg stilgestaan bij hun kwetsbare positie.
Sociale bijdrage en toewijding
Tijdens haar Amsterdamse verblijf was Henriëtte van der Mey in contact gekomen met de sociaal-democratische politici Henri Polak en Pieter Lodewijk Tak. Hierdoor raakte ze nauwer betrokken bij de arbeiderskringen. Niet alleen in woorden streed ze mee voor de rechten van arbeidersvrouwen, maar ook in daden. Zo legde zij tussen 1897 en 1905 de basis voor cursussen en gezelligheidsavonden voor roosjessnijdsters en later ook voor cacaobewerksters, sigarettenmaaksters, breisters en pettenmaaksters. Ze was erg betrokken.
Op verzoek van Henri Polak werd Henriëtte van der Mey vanaf 1907 vaste medewerkster van het Weekblad. Dit was het blad van de Algemeen Nederlandschen Diamantbewerkersbond (ANDB) die door Polak zelf was opgericht. Twintig jaar lang verzorgde ze met veel toewijding de rubriek ‘Sociale Aangelegenheden’. Hierin schreef zij over de geschiedenis van internationale arbeidswetgeving, vakorganisaties, huisindustrie, vrouwenlonen en kinderarbeid. Dit deed ze met:
…de grootste toewijding, want zij kon zich nu, direct tot de arbeiders, vrij uitschrijven over onderwerpen die nog steeds haar volle belangstelling hebben. NRC, 20 december 1930
Als erkenning voor al haar inzet werd Henriëtte van 1919 tot 1922 benoemd tot lid van de Hooge Raad van Arbeid, de voorloper van de huidige Sociaal-Economische Raad (SER). Een erebaan. Na 1927 stopte ze als vaste redactrice bij het Weekblad. Ze bleef nog wel aan het blad verbonden door af en toe een artikel aan te leveren.
De geschiedenis in
Op 83-jarige leeftijd stopte Henriëtte van der Mey definitief met schrijven, want ze wilde niet riskeren dat haar schrijfwerk kwaliteit verloor. In 1945 stierf ze op 94-jarige leeftijd in Laren. Het leven van deze eerste dagbladjournaliste in Nederland kwam zo tot een einde, al bleef de betekenis van haar werk voortleven, als inspiratiebron voor anderen. In oktober 1987 werd in Middelburg het onderkomen van enkele vrouwenorganisaties omgedoopt tot het ‘Henriëtte van der Meij-huis’.
Bronnen ▼
- https://socialhistory.org/bwsa/biografie/meij
- http://www.biografischportaal.nl/persoon/12892913
- http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Meij
- Hagen, P. (2002) Journalisten in Nederland 1850-2000 (Amsterdam) blz. 219-225
- Knipselmap nr. 1343 via kennisinstituut Atria (Amsterdam)
- NRC. (1930, 20 december). Onder de Menschen: Henriëtte van der Mey. NRC.