Kort voordat Willem-Alexander als koning werd ingehuldigd liet hij weten de historische hermelijnen mantel uit 1815 te dragen. Op 30 april droeg koning Willem-Alexander inderdaad een hermelijnen mantel, maar was dit wel de mantel uit 1815? Volgens een Zwitserse kunsthistoricus niet.
De kunsthistoricus, dr. Rolf Thalmann, zegt in een archief in de Zwitserse stad Bern bonnen te hebben gevonden die aantonen dat de bewuste mantel 65 jaar geleden werd gemaakt. Na bestudering van de bonnen concludeert hij dat de mantel in 1948 werd genaaid in een gordijnatelier. Ook is er een rekening gevonden voor het overzetten van de geborduurde kroontjes van de oude naar de nieuwe mantel.
De Volkskrant bericht maandag over de zaak en heeft ook de twee rekeningen gepubliceerd die aan zouden tonen dat de mantel die Willem-Alexander tijdens de inhuldiging droeg, niet 200 maar 65 jaar oud is. De krant laat onder meer een bontdeskundige aan het woord die niet zo opkijkt van het nieuws. Volgens deze deskundige kan een hermelijnen mantel niet tweehonderd jaar intact blijven. Al na dertig jaar zou het bont zo droog en fragiel zijn dat het zou scheuren als je er een naald insteekt.
De schrijver van het Volkskrant-artikel, kunsthistorica Dieuwke Grijpma, schreef in 1999 al eens in een boek dat Juliana en Beatrix tijdens hun inhuldiging (in 1948 en 1980) een nep-mantel droegen. Nu lijkt daar dus bewijs voor te zijn gevonden.
Het nieuws is opvallend omdat ook de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) voorafgaand aan de inhuldiging beweerde dat de tweehonderd jaar oude mantel gebruikt zou worden. Volgens de dienst was slechts “één keer gebruik gemaakt van een andere inhuldigingsmantel”. Dat was bij de inhuldiging van Willem I als Soeverein Vorst. Maar toen deze Oranje in 1815 werd ingehuldigd als koning zou de historische hermelijnen mantel al zijn gebruikt. Op zijn website schrijft de RVD onder meer:
Door ouderdom en de noodzaak de mantel telkens aan te passen aan de lichaamsbouw en de gewenste draagwijze heeft de mantel in de loop van zijn bijna 200-jarig bestaan de nodige wijziging en restauraties/reparaties ondergaan. Belangrijke aanpassingen / veranderingen werden in 1948 uitgevoerd door de Zwitserse couturier Edwin Dolder en in 1980 door Theresia Couture in Amsterdam.