Als iemand sluw, listig en oneerlijk te werk gaat, wordt weleens gezegd dat zo’n persoon het “achter de ellebogen” heeft. Waar komt deze uitdrukking vandaan?
Vroeger was ook de uitdrukking “hij heeft ze achter (of in) de mouw” gebruikelijk om aan te geven dat men te maken had met een oneerlijk persoon. Het ging er dan om dat men uit moest kijken voor zo’n persoon omdat deze bijvoorbeeld een mes of een ander wapen bij zich had. Dat gevaarlijke voorwerp was echter niet meteen te zien en werd verstopt in de mouw. Of dus “achter de ellebogen”.
Na verloop van tijd kreeg deze uitdrukking een meer figuurlijke betekenis. Tegenwoordig wordt hij meer algemeen gebruikt om aan te geven dat men te maken heeft met een geslepen, sluw, manipulatief of schijnheilig persoon.
Bronnen â–¼
-Nederlandse spreekwoorden spreuken zegswijzen – K. ter Laan (Elsevier) p.227