Toen ik een jaar of drie, vier geleden van Groningen naar Assen fietste en bij Loon hunebed D15 passeerde, realiseerde ik me dat er iets prettigs uitging van die onverstoorbare stapel vijfduizend jaar oude stenen. Dat is natuurlijk een cliché van jewelste: iedereen lijkt onder de indruk van het contrast tussen de tijdloze megalithische graven en de hedendaagse jachtigheid. Maar ook al is het een cliché, ik ben gevoelig voor de sereniteit van de doorgaans zo rustig gelegen monumenten.
Ik ben sinds ik D15 zag, steeds als ik in Drenthe was, even langs een paar prehistorische bouwwerken gefietst, meestal met de gids van Clerinx erbij. Inmiddels heb ik er zesendertig van de tweeënvijftig gefotografeerd. Zo stond ik ook eens op een druilerige najaarsdag bij een tweetal graven halverwege Borger en Buinen. U ziet hierboven D28 met op de achtergrond D29.
D28 is interessant omdat hier ook deze koperen spiraalvormige kokertjes zijn gevonden. U ziet dat ze nog geen vijf centimeter meten.
Het moeten importstukken zijn, want in Nederland vinden we geen koper. Het Drents Museum in Assen toonde de voorwerpjes tot voor kort met als toelichting dat dit de oudste metaalvondst in ons land was – en dat kan best waar zijn. Gegeven de ouderdom moeten ze wel zijn geïmporteerd vanuit het verre Roemenië, waar de metaalbewerking al was ontstaan. Ik blogde vorig jaar rond deze tijd over de expositie “Racines, les civilisations du Bas-Danube” in Luik. Wat een prestige zullen die metalen spiralen in D28 hebben vertegenwoordigd in een samenleving waarin de mensen voorwerpen maakten van steen, hout, bot en aardewerk.
Onderzoek
Zoals gezegd: het kan best waar zijn dat die twee spiralen de oudste metalen voorwerpen in Nederland zijn. Maar je dwaalt nooit zo makkelijk als wanneer je dingen zeker weet. Daarom maakt het Drents Museum, dat momenteel aan het verbouwen is, van de gelegenheid gebruik om de koperen kokertjes opnieuw te onderzoeken met de technieken van nu. Kunnen we weten hoe oud ze zijn? Is het metaal inderdaad afkomstig van de Balkan?
Niet ver van D28 en D29 ligt, even ten noorden van Borger, D27, het grootste hunebed van Nederland. Hier is ook een aan de Trechterbekercultuur gewijd informatiecentrum, waar u bijvoorbeeld het aardewerk vindt uit hunebed D26, dat weer even verderop ligt, bij Drouwen. Mooi is het aardewerk niet, maar boeiend is het wel: het documenteert immers de cultuur die, zoals we zien aan de metaalhandel, het begin markeert van Europese interregionale samenwerking.