Het gaat slecht met de klassieke talen op het Gymnasium. Uit onderzoek blijkt dat leerlingen bij Grieks en Latijn gemiddeld vaak niet meer dan een zesje halen. Bij Latijn scoort zelfs veertig procent van de leerlingen een onvoldoende.
De Verkenningscommisssie Klassieke Talen onderzocht afgelopen jaar waar de demotivatie van gymnasiasten vandaan komt. Volgens hen ’trekken klassieke talen een zware wissel op het puberbrein’. Vooral de vertaling van nooit eerder geziene teksten, de proefvertaling, zorgt tijdens het centraal examen voor moeilijkheden. Uit het tussentijdse rapport blijkt bovendien dat er een lerarentekort is bij de klassieke talen en dat met name Latijn slecht wordt gedaan. Volgens de commissie komt dat omdat Latijn door leerlingen vaak standaard als klassieke taal wordt gekozen en de leerlingen die Grieks kiezen bij voorbaat al meer gemotiveerd zijn.
De commissie adviseert staatssecretaris van onderwijs Marja van Bijsterveldt een nieuw vak in te stellen, Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (GLTC). Bij dit vak moet de nadruk komen te liggen op het bestuderen van de oudheid. Daarnaast moet de proefvertaling worden geschrapt.
Nu moeten gymnasiasten minstens één klassieke taal als eindexamenvak kiezen. Met het nieuwe vak krijgen ze beide talen en mogen ze desgewenst daarnaast nog apart Grieks of Latijn volgen. Bovendien sluit het nieuwe vak volgens de commissie beter aan op de universitaire opleiding, Griekse en Latijnse taal en Cultuur.
Het tussenrapport zorgt voor grote beroering onder leraren, rectoren en ouders, die denken dat het nieuwe vak zorgt voor niveauverlaging. Het eindrapport van de Verkenningscommissie Klassieke Talen wordt deze zomer gepresenteerd.