Vanaf zaterdag 6 februari is het nieuwe Museum Rotterdam geopend voor het publiek. Na drie jaar van tijdelijke exposities in de stadswijken en grotere presentaties in het havengebied, zoals het succesvolle De Aanval, is het museum terug in het stadscentrum. In de hal van het Timmerhuis, achter het voormalige hoofdpostkantoor aan de Coolsingel, heeft het een nieuwe vaste locatie gekregen.
Iedere zichzelf serieus nemende wereldstad heeft een historisch museum. Ja toch, niet dan? Het was dan ook op zijn minst curieus te noemen dat Rotterdam, met al zijn pretenties, de afgelopen jaren zijn historische musea vakkundig de nek omdraaide. Eerst werd de naam Historisch Museum gewijzigd in Museum Rotterdam, omdat het over de stad als geheel moest gaan en niet alleen maar over historie. Een jaar later, in 2012, werden eerst de deuren van Museum de Dubbelde Palmboom in Delfshaven gesloten en vervolgens die van de oude hoofdlocatie in het voor Rotterdam unieke zeventiende-eeuwse Schielandhuis. Ook het Nederlands Militair Kustverdedigingsmuseum, een populair vrijwilligersinitiatief in de wijk Hoek van Holland, werd gesmoord. Geschiedenis, verleden tijd, het kan de Rotterdamse bestuurders niet bekoren. Ouwe meuk. Liever nieuwe kantoren en exclusieve appartementen bouwen.
Timmerhuis
Het Timmerhuis, dat ca. 1800 gemeenteambtenaren huisvest, is de nieuwste in glas en staal opgetrokken blokkendoos uit de voorraad van Rem Koolhaas. In citymarketingtaal heet het:
‘het meest duurzame multifunctionele gebouw van Nederland. Een icoon dat het verleden en de toekomst van de stad met elkaar verbindt, het leven terugbrengt naar de plek waar de wederopbouw van Rotterdam werd aangestuurd, waarmee het symbool staat voor de metamorfose die de binnenstad heeft ondergaan. Wonen, werken, cultuur en ontspannen komen samen in één gebouw, waarmee Rotterdam opnieuw haar status als architectuurstad bevestigd.’
Bij de bouw werd overigens een leuke archeologische vondst gedaan in de vorm van een kinderschoentje vol zilveren munten van rond 1600.
Museum Rotterdam is onverdeeld in drie delen: Rotterdammers en hun stad, Geschiedenis van de stad en De nieuwe stad. In het eerste stuk worden vijf ‘gewone’ Rotterdammers geportretteerd aan de hand van grijs geverfde schuimen standbeelden en de plekken in de stad die een rol in hun leven spelen. Onder hen de Bulgaarse immigrant Kamen, HBO-studente mode Zeynep en ‘Max de Moestuinman’, die zich inzet om het welzijn te herstellen op persoonlijk, sociaal en planetair vlak. Bij nader inzien toch niet zo gewoon. In de afdeling De nieuwe stad staan een kunstinstallatie en een grote, gerestaureerde maquette uit de jaren 50, die destijds de woonwijk van morgen uitbeeldde.
Geschiedenis van de stad
Het stuk Geschiedenis van de stad vormt het hart van Museum Rotterdam. In zeecontrainerachtige vitrinekasten is een klein deel van de historische erfgoedcollectie te zien. Met een aantal mooie objecten, zoals stukken van de veertiende-eeuwse sluis in de Rotte en een zilvercollectie, en touch screens voor de bijhorende informatie, begint het chronologische geschiedenisverhaal van de stad met de oudheid om te eindigen bij een Fortuynesk aangeklede etalagepop en een multicultureel besnijdingsfeestje. Het geeft een goede samenvatting van de Rotterdamse geschiedenis, maar een echt museum is het niet. De hal was dan ook niet als museum voorbestemd en een en ander is zo opgebouwd, dat het makkelijk weer kan worden afgebroken. Museum is dan ook een te groot woord voor deze tentoonstelling.
Geschiedenisliefhebbers hoeven niet meteen in auto of trein te springen voor een bezoek. Het kan erbij worden gedaan als u in de stad bent om andere redenen. Dit weekend is het gratis en dat had zo moeten blijven, want 7,50 euro is eigenlijk best wel veel voor een bescheiden expositie inclusief sluikreclame voor een zekere Amerikaanse hamburgerketen en de nodige citymarketing. Misschien moeten Rotterdammerts zich er maar bij neerleggen dat historie bij Rem Koolhaas’ woonplaats Amsterdam hoort, terwijl hun eigen stad zijn onzekerheid probeert te compenseren door constant bevestiging te zoeken voor zijn status als architectuurstad van de toekomst.