Zesenvijftig namen zijn vereeuwigd op het monument voor slachtoffers van de Grote Oorlog (1914-1918) in het dorpje Watlington in het graafschap Oxfordshire. Een grote aderlating voor het plaatsje dat tegenwoordig nog geen 3.000 inwoners telt. Vier namen zijn van jongens uit hetzelfde gezin. Op Simon Tolkien, die een deel van zijn jeugd in het dorpje doorbracht, maakte het monument veel indruk. Veertig jaar later schreef hij een roman over de oorlog, waarin zijn hoofdpersoon meevecht in de beruchte Slag om de Somme.
The Big Push, zo werd de Brits-Franse aanval genoemd op de Duitse linie bij de rivier de Somme tijdens de Eerste Wereldoorlog. Nadat de voorafgaande dagen het Duitse front vrijwel onafgebroken door artillerie bestookt was, kregen de geallieerde troepen op 1 juli 1916 het bevel om uit hun loopgraven te klimmen en het niemandsland over te steken om de vijand aan te vallen. Aangenomen werd dat de Duitsers na het bombardement vrijwel uitgeschakeld zouden zijn, maar dat bleek een misrekening, want de Duitse stellingen waren sterker dan gedacht en hadden het bombardement goed doorstaan. Het resultaat was een bloedbad, waarbij alleen al de eerste dag 60.000 geallieerde soldaten gewond raakten of sneuvelden. Toen op 18 november 1916 de aanval gestaakt werd was er nauwelijks terreinwinst behaald, ten koste van honderdduizenden levens.
J.R.R. Tolkien aan het front
Eén van de militairen die aan Britse zijde meevocht was J.R.R. Tolkien (1892-1973), de grootvader van de auteur en zelf natuurlijk wereldberoemd als schrijver van ‘De Hobbit’ (1937) en ‘In de ban van de ring’ (1954-1955). Het was de eerste (en enige) veldslag waarbij hij betrokken was, want pas in 1915 trad hij in dienst van het leger om in juni 1916 naar Frankrijk gezonden te worden. Als luitenant in het 11th (Service) Battalion van het infanterieregiment Lancashire Fusiliers arriveerde hij begin juli aan het Sommefront. Zelf een zoon van een bankdirecteur en afgestudeerd aan de universiteit van Oxford, streed hij in de loopgraven aan de zijde van jongens uit de arbeidersklasse uit het graafschap Lancashire, waaronder veel mijnwerkers. Als officier werd van hem verwacht dat hij niet verbroederde met zijn manschappen, maar hij voelde veel sympathie voor hen. Tolkien verloor aan de Somme vele studievrienden en keerde zelf op 8 november 1916 ziek en uitgeput naar Engeland terug en zou het front niet meer terugzien. Hij was één van de weinige uit zijn bataljon die de oorlog overleefde.
Simon Tolkien gebruikte de ervaringen van zijn grootvader als inspiratie voor zijn verhaal, waarin Adam Raine de hoofdrolspeler is. De in een achterbuurt van Londen geboren jongeman verhuist na de dood van zijn moeder met zijn vader naar het noorden, naar het mijnstadje Scarsdale waar zijn vader de mijnwerkersvakbond gaat aanvoeren. Voor de stadsjongen is het moeilijk aarden op deze droefgeestige plek, waar al zijn leeftijdsgenoten werken in de mijn terwijl hij zelf doorleert om toegelaten te worden op de universiteit van Oxford. Wanneer hij door een noodlottige gebeurtenis als een soort van pleegzoon op het landgoed Gratton House opgenomen wordt in het gezin van mijneigenaar Sir John Scarsdale wordt de sociale afstand tussen hem en de mijnwerkers nog groter. Het kost hem echter ook moeite te wennen aan de etiquette van de upper class, die onder meer voorschrijft dat hij als protegé van de landheer geen gezellig praatje mag maken met de kamermeisjes en zich allerlei ingewikkelde tafelgewoonten eigen moet maken.
The Big Push
Na verloop van tijd sluit Adam toch vriendschap met de arbeidersjongens en ook met de plaatselijke dominee en diens dochter Miriam waarop hij een oogje heeft. Zijn relatief onbezorgde leven eindigt als hij in 1916 als soldaat-korporaal aan het Sommefront gelegerd wordt. Na vier maanden van verveling in modderige en van ratten vergeven loopgraven vormde de The Big Push zijn vuurproef. De gruwelen van de oorlog verdiepen de kameraadschap de kompels uit Scarsdale. Tussen hen ontstaat een broederband die enkel frontsoldaten kennen en die onderlinge verschillen overbrugt. Ondanks dat ze elkaar beschermen tegen onheil, sneuvelen meerdere leden van de vriendenclub. De dood van zijn kameraden en de verschrikkingen van het front laten op Adam hun geestelijke sporen na. Tijdens een verlof in Engeland keert hij zich af van Miriam, met wie hij zou gaan trouwen, en wenst hij maar op één plek te zijn; bij zijn strijdmakkers aan het front. Voor dienstontduiker Brice Scarsdale, de arrogante jongste zoon van Sir John Scarsdale, vormt dat de kans om het meisje van de door hem gehate Adam te veroveren.
Klassenverschillen
Simon Tolkien geeft in zijn boek een overtuigend beeld van hoe het geweest moet zijn om te leven in het vooroorlogse Engeland en om soldaat te zijn aan de Somme. De klassenverschillen in de samenleving spelen daarbij een belangrijke rol. Zoals zijn grootvader aan het front sympathie voelde voor de arbeidersjongens, zo voelt ook Adam zich verbonden met de jonge mijnwerkers uit Scarsdale die onder slechte omstandigheden ploeteren in de mijn en aan het front met dedain behandeld worden door elitaire officieren. Omdat hij zelf ook van eenvoudige komaf is, weet hij verbinding te maken met de arbeidersklasse, ook al heeft hij zelf gestudeerd aan de universiteit en woont hij op een landgoed. Zo symboliseert Tolkien hoe twee werelden, die aan het begin van de twintigste eeuw nog ver van elkaar verwijderd waren, door de oorlog en de strijd van de arbeidsbeweging naderbij komen.
Huiveringwekkend oorlogslandschap
Huiveringwekkend is Simon Tolkiens beschrijving van het oorlogsfront. Gedetailleerd geeft hij een weergave van het oorlogslandschap; kapotgeschoten bomen, met diepe kraters bezaaide moddervelden en van rottende lichamen vergeven loopgraven. Een landschap niet minder angstaanjagend dan dat van Mordor, de eindbestemming van hobbit Frodo Balings in ‘In de ban van de ring’. In The Guardian verklaarde Simon Tolkien dat hij zijn opa’s belevenissen aan het front tijdens het schrijven vaak in gedachten had. “Hij stierf toen ik 14 was”, zo zei hij.
“Ik denk niet dat hij iemand was die erover sprak […] Maar als je ‘In de ban van de ring’ leest, is het een echte oorlogsroman, en duidelijk geïnspireerd door wat aan de Somme gebeurde. Zijn manier was om het mythologiseren.”
Veteraan
In hobbit Frodo, de hoofdfiguur van ‘In de ban van de ring’, ziet Simon Tolkien “een echte oorlogsveteraan – als hij terugkomt van wat hij doormaakt heeft, is hij als een veteraan van de Eerste Wereldoorlog. Hij is er niet echt meer. Hij is vroeg oud geworden en dat is wat met hen ook gebeurde. Het maakte al deze jonge mannen, met zulke frisse gezichten en enthousiasme, oud voor hun leeftijd.”
Pas na zijn veertigste durfde Simon Tolkien het aan om na een carrière als strafrechtadvocaat uit de schaduw van zijn grootvader te treden en zelf schrijver te worden. Na vier thrillers is ‘Niemandsland’ zijn eerste historische roman. Het is net als het werk van zijn grootvader een dikke pil, maar van begin tot eind boeiend. Met karakters waar je al snel van houdt of waar je meteen een hekel aan hebt en met universele thema’s als vriendschap, afgunst, liefde, onzekerheid en angst bevat het alle ingrediënten voor een vermakelijk verhaal. Het boek biedt een mooie weerspiegeling van een voorbije tijd en vergane samenleving en een aangrijpende weergave van de onvoorstelbaar wrede Slag om de Somme. Weliswaar vormde het levensverhaal van zijn grootvader – een literaire grootheid – een belangrijke inspiratie, maar als schrijver hoeft Simon Tolkien niet te teren op zijn opa’s succes, want ook zelf bewijst hij zich met ‘Niemandsland’ een begenadigd schrijver.
Boek: Niemandsland – Simon Tolkien
Lees ook: De Slag aan de Somme (1 juli-18 november 1916)