Het uniform in de mode (deel I)

6 minuten leestijd
Aantal oude uniformen
Aantal oude uniformen (Publiek Domein - wiki)

Als er één soort kleding ver verwijderd lijkt te zijn van mode dan is dat het uniform wel. Bij de hedendaagse uniformering staat dan ook niet de modieusiteit als wel het praktisch nut op de eerste plaats. Het dagelijks tenue van de militair schakelt hem gelijk met de zijnen – slechts de distinctieven geven het verschil aan, het gecamoufleerde gevechtspak doet hem samensmelten met zijn omgeving en de kistjes beschermen de voeten op de stormbaan en tijdens langeafstandsmarsen.

Slechts om de zoveel decennia wordt het uniform aangepast aan de eisen van de mode. Menig militair die vandaag de dag het straatbeeld bekijkt zal zich daarom hoofdschuddend afvragen waarom jongeren in vredesnaam kiezen voor camouflagepatronen, voor oncomfortabele kistjes, voor degelijke klepzakken en voor ongemakkelijke knellende staande boorden.

Paasbest ten strijde

Toch is dit verschijnsel, burgers die vrijwillig kiezen voor een uniform, niet nieuw. Gevechtskleding is altijd in de mode geweest. Zeker in vroeger tijden, toen het uniform een opvallend en fraai geheel was. De onopvallende functionaliteit van het uniform is immers iets van de laatste eeuw. In vroeger tijden ging de soldaat op zijn paasbest ten strijde: felgekleurd, beladen met tressen, goudgalon en wuivende pluimen. Niet alleen de vijand, maar ook de burger raakte onder de indruk van dit imposante geheel. En met slechts weinig ontleningen was de indrukwekkende verschijning van de militair voor de burger bereikbaar: wat galon, een tres of ‘brandenbourgs’ was voldoende voor een oogverblindend resultaat.

De veelheid aan invloeden van het uniform op de burgermode zal zelfs de doorgewinterde militair verbazen. Niet alleen herkenbare elementen als camouflagepatronen, kistjes en legergroen, maar ook de trenchcoat, de montycoat en de parka, het T-shirt, de Clark’s, de Dr. Martens en de Palladium jungleboots, de bermuda en de chino (een khaki-kleurige lange broek) komen uit zijn plunjebaai. Al vanaf het vroegste begin heeft de soldaat met zijn gevechtskleding een stempel op de mode gedrukt, of kozen burgers voor het gemak of de uitstraling van het militaire pak.

De vroegste invloeden

Voor zover wij weten waren de Romeinse legioensoldaten met hun uniforme gevechtskleding de eersten die hun stempel op de burgermode drukten. Naast borstharnassen, wollen hemden met korte mouwen – de tunica militaris -, speciale riemen en halfhoge sandalen, beschikte de Romeinse soldaat over verschillende mantels. Voor ieder klimaat, van de verzengende Egyptische hitte tot de bittere Hollandse kou, had hij een passend exemplaar.

Het waren vooral deze mantels die vanwege hun comfort door burgers werden overgenomen, ondanks de strenge kledingwetgevingen van de Romeinen waarin wettelijk werd bepaald wie wat mocht dragen. Bovendien introduceerden de soldaten thuis nieuwe kleedgewoonten die zij in de uithoeken van het immense Rijk hadden leren kennen van de onderworpen volkeren en van de auxilia, de niet-Romeinse hulptroepen. Zo voerden zij het dragen van hemden en kleding uit bont in en waren zij de eersten die de beenwindsels, tibialia, afdeden en de broek van de Germanen, de braie, aantrokken.

De broek

Germaans tuniek uit de vierde eeuw – Foto: CC

In de derde eeuw van onze jaartelling werd de broek in de kleding van de Romeinse burger geïntroduceerd. Toch wilde niet iedere Romein dit ‘barbaarse’ kledingstuk dragen. De keizers Honorius en Arcadius probeerden in 397 het dragen van de broek op straffe van verbanning te verbieden. Het was echter een vruchteloze poging, want de broek won steeds meer aan populariteit. Toen de Germaan Odoaker in 476 de laatste West-Romeinse keizer van de troon stootte, verruilden de Romeinen en masse hun toga voor de broek. In het Westen wilde het met het dragen van de broek echter nog niet vlotten – men was gewend om tunica en beenlingen (1) te dragen – maar ook hier schoten soldaten te hulp.

Tussen 1390 en 1430 werd namelijk het maliënharnas verdrongen door de volledige beharnassing van het lichaam. Het nieuwe harnas zat vrij nauw om het lichaam, waardoor voor de wijde tunica die eronder werd gedragen, geen ruimte meer was. De broek paste er wel onder en werd gemeengoed.

‘Schaamteloos’

De invoering van de broek als kledingstuk viel niet bij iedereen in goede aarde, omdat de lichaamsvormen van de man, zij het omhuld met stof, wel zeer nadrukkelijk getoond werden, wat voor sommige mensen heel aanstootgevend was. De samensteller van de kroniek van St. Denis weet zelfs het verlies van de Slag van Crécy in 1346 aan de toorn Gods, die opgeroepen was door deze schaamteloze kleding:

Sommigen hebben zulke korte gewaden dat ze niet over het zitvlak komen, en als zij zich buigen om een heer te dienen, hun broek en datgene wat erin zit aan hen die achter hen staan, wordt getoond. (2)

Splitten

In de vijftiende eeuw introduceerden de soldaten van de huurlegers de zogenaamde splittenmode (zie afbeelding), een mode waarbij in de bovenlaag van een kledingstuk sneetjes of splitten zijn aangebracht, waardoor een onderliggende laag stof zichtbaar wordt. (3) De huurlegers waren opgebouwd uit beroepskrijgers die zich lieten betalen om te strijden. Niet zelden hoorde het bij de afspraak dat na een gewonnen strijd de huurlingen de veroverde steden mochten plunderen. Zo zouden de Zwitsers, nadat zij de Bourgondische Karel de Stoute in 1477 hadden verslagen, de buitgemaakte zijden tenten gebruikt hebben om hun versleten kleding te repareren en te versieren. Met mooie lapjes zijde achter de scheuren en gaten in hun kleding aanvaardden zij hun triomfantelijke thuisreis en veroorzaakten zij een modeverschijnsel dat zeer invloedrijk was.

De huiskroniek van Konrad Pellicanus von Rufach meldde rond 1490 dat…

…tot dan toe nog niemand de bonte, stukgehakte kleding had gezien,
maar nu moesten de kleermakers deze lapwerkkunst leren, omdat de terugkerende soldaten thuis allerlei vernieuwingen invoerden.

Vanaf het einde van de vijftiende eeuw zou deze soldatendracht de mode van burgers en vorsten meer dan vijftig jaar beïnvloeden.

Pofbroeken

Splittenmode en Pluderhose ten tijde van Keizer Karel V – Bron: Anoniem, gravure, Legermuseum, Delft

Halverwege de zestiende eeuw introduceerden de landsknechten de Pluderhose – een soort pofbroek. De Pluderhose is in 1553 in het legerkamp van de keurvorst van Saksen ontstaan. De broek had wijde pijpen tot over de kuit en was gemaakt uit lange, decoratieve banden die een poffende zijden voering vrijlieten. Bij het lopen ruiste de zijde en een van de eerste meldingen waarin de in Pluderhose geklede landsknechten werden beschreven, luidde:

Het ruiste als de broekhelden kwamen, alsof de Elbestoom onder de brug door of over een dam liep.(4)

Versieringen

Aan de voorzijde van de Pluderhose werd een schaamkapsel aangebracht. Om de viriliteit en strijdbaarheid van de drager tonen, werd het schaamkapsel sterk benadrukt door allerlei uitbundige versieringen. Rabelais schreef in Gargantua uit 1534 dat de hoofdpersoon al jong

…in het gebruik van zijn gulp begon te oefenen, die zijn gouvernantes dagelijks optooiden met fraaie boeketten, schone linten, heerlijke bloemen en snoezige kwastjes.

De broek bracht door dit ongegeneerde vertoon van mannelijkheid, maar ook door de immense hoeveelheden stof die voor de vervaardiging nodig waren, nogal wat teweeg. Andreas Musculus trok in 1555 met zijn ‘Von zuluderten Zucht und Ehrerwegenen pludrichten Hosenteuffel’ van leer tegen de duivelsbroek met de woorden:

Het is zo een schaamteloze dracht, die heeft de duivel zeker bedacht.

In sommige steden werd de hoeveelheid stof die voor de broek gebruikt mocht worden zelfs wettelijk vastgesteld en zondaars gingen zonder pardon in het gevang. Ondanks de kritiek die de Pluderhose ten deel viel, werd de broek ook door de burgermode overgenomen en gedragen tot aan het begin van de zeventiende eeuw. De landsknechten zelf droegen de broek tot ver in de zeventiende eeuw. Met hun splitten en pofbroek werden zij een herkenbare maatschappelijke stand, alhoewel hun kleding nog geen echt uniform was.

~ drs. M.J.B. Pool

Lees hier deel twee, over de opkomst van het uniform

Dit artikel van de hand van drs. Mariska Pool (Legermuseum, Delft) is afkomstig uit de Militaire Spectator, een militair wetenschappelijk vakblad dat sinds 1832 verschijnt. Ter gelegenheid van het 175-jarig bestaan van het blad werd het erfgoed enkele jaren geleden volledig gedigitaliseerd.

Boek: Dressed To Kill, mode uniform

1 – Beenlingen zijn maillotachtige, losse pijpen we over een bruch, een soort onderbroek, aan een gordel werden gedragen.
2 – A.P. Paris (ed.), Grande* Chroniques de i france (Parijs 1837) dl. V, pp. 462-3
3 – Deze invloed werd met name door modehistorici van de oude stempel aan de huurlingen toegeschreven. Hedendaagse modehistorici trekken deze stelling in twijfel, omdat de splittenmode nagenoeg tegelijkertijd, zo niet eerder, bij de burgerkleding opgang maakte.
4 – De decoratieve splittenmode werd in de jaren tachtig van de vijftiende eeuw al door de Italiaanse stadsadel gedragen; de functionele splitten werden in het derde kwart van de vijftiende eeuw al toegepast.

Historiek is een onafhankelijk online geschiedenismagazine voor een breed publiek. We willen geschiedenis en actualiteit met elkaar verbinden en geschiedenisverhalen gratis toegankelijk maken. Steun ons werk

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×