Volgens Mulders, die zich al jaren bezig houdt met Hitlers DNA blijken die familiebanden uit de zogenaamde ‘haplogroep’ waar Hitlers DNA toe behoord. Door DNA van familieleden van Hitler te onderzoeken heeft Mulders die groep vastgesteld. De haplogroep wordt normaal gesproken in de wetenschap gebruikt om migratie van rassen te analyseren.
De haplogroep E1b1b, waar Hitler toe behoort, komt in West-Europa weinig voor, maar wel bij 50 tot 80 procent van de Noord-Afrikanen. Het vaakst komt de groep voor bij Berbers en Somaliërs. Nog opvallender is dat het bovendien de tweede vaakst voorkomende haplogroep bij Asjkenazische Joden is. Hitler maakte zich zelf soms zorgen over zijn afkomst, omdat zijn vader een bastaardkind was.
Genetica-expert Ronny Decorte van de Katholieke Universiteit in Leuven noemt het onderzoek in de Knack opmerkelijk. “Voor de hedendaagse wetenschap bestaan er geen rassen meer. Het raszuivere type van de übermensch, en de daaraan gekoppelde kweekprogramma’s om die raszuiverheid te perfectioneren, zijn pure bedenksels geweest”, zegt hij in het tijdschrift.
Hitlers verwanten
Jean-Paul Mulders begon jaren geleden een zoektocht naar Hitlers verwanten, om door diens DNA er achter te komen of Hitler een zoon had, zoals toen werd beweerd. Vorig voorjaar werd die zoektocht en het onderzoek gebundeld in het boek De zoon van Hitler. Naar aanleiding daarvan ontstond afgelopen voorjaar bijna een heksenjacht op een ‘neef’ van Hitler die Mulders had gevonden.
Het Belgische tijdschrift Knack hoopt binnenkort met een nieuwe onthulling te komen. Met het DNA gaan ze proberen te onderzoeken of een kaakbeen van Hitler dat in Moskou wordt bewaard inderdaad van Hitler was, net zoals een bebloede lap stof die op de sofa zou hebben gelegen toen Hitler in 1945 samen met zijn vrouw Eva Braun zelfmoord pleegde.
