Het Wereldmuseum Rotterdam opent eind november een tentoonstelling waarin getoond wordt hoe “de wereldwijde erfenis van kolonialisme doorwerkt in de stad”. Het museum wil bezoekers onder meer laten nadenken over de vraag hoe “verheerlijking van het verleden” terugkomt in straten en museumcollecties.
Deze tentoonstelling vloeit voort uit een onderzoek dat in opdracht van het stadsbestuur is gedaan naar de koloniale geschiedenis van Rotterdam. In de tentoonstelling wordt dan ook met name ingezoomd op de koloniale tijd. Het museum:
Het museum wijst erop dat de Rotterdamse kades bijvoorbeeld vertrekplaatsen waren van slavenschepen en schepen met soldaten die vochten in koloniale oorlogen. Daarnaast vertrokken mensen vanaf deze plekken soms om een nieuw bestaan op te bouwen of arriveerden ze er juist om een nieuwe leven op te bouwen. De tentoonstelling wil de verhalen van dergelijke verplaatsingen vertellen: sommigen gedwongen en onder gewelddadige omstandigheden, sommigen vrijwillig.
Volgens het museum is het koloniaal verleden ook in alledaagse uitingen en nieuwe cultuurvormen in de stad te zien, doordat mensen gebruiken meenemen of tradities doorgeven. In ’typisch Rotterdamse’ eetcultuur, talen en feesten als Zomercarnaval zijn zo bijvoorbeeld sporen terug te vinden van het koloniale verleden, samen met oudere pre-koloniale én nieuwe gebruiken.
Cultureel trauma
Met de tentoonstelling wil het museum aandacht vragen voor de ongelijkheid die voortvloeide uit het koloniale systeem.
Hardnekkige denkpatronen en stereotyperingen over hoe we ‘de ander’ zien, leiden nog altijd tot uitsluiting, uitbuiting en discriminatie. Maar er is ook cultureel trauma, onder andere door vernietiging van sociale- en familiebanden van gemeenschappen die slavernij zijn aangedaan. Daarnaast laat de tentoonstelling zien hoe mensen kolonialisme doorstonden, met creativiteit, veerkracht en verzet.
‘Kolonialisme en Rotterdam’ opent op 30 november en loopt tot november volgend jaar.