De Nieuwe Kerk in Amsterdam staat deze winter in het teken van indianentradities. Tot half april is er de expositie Indianen, Kunst en cultuur tussen mythe en realiteit te zien.
Aan de hand van zeven regio’s wordt met tweehonderd kunstobjecten en gebruiksvoorwerpen een beeld van de kunst en cultuur van de indianenvolken geschetst.
Portretten
Onderdeel van de expositie zijn onder meer de portretten van indianen die gemaakt zijn door fotografen Morad en Natasja Bouchakour (1965/1971). Zij doorkruisten de Verenigde Staten om onder meer Indiaanse rolmodellen vast te leggen, zoals John Herrington (Chickasaw), de eerste American Indian ruimtevaarder. Maar ook alledaagse American Indians zijn in beeld gebracht. De fotoserie is tot stand gekomen in samenwerking met het National Congress of American Indians (NCAI), de belangenbehartigingsorganisatie van alle indiaanse stammen.
Fotograaf Morad Bouchakour publiceerde onder meer in de Volkskrant Magazine. Samen met zijn vrouw maakte hij in 2002 in opdracht van het Rijksmuseum en NRC Handelsblad een documentaire over feestvierend Nederland.
Totempaal
Eén van de voorwerpen die in de expositie wordt gebruikt is een enorme totempaal van ongeveer negen meter hoog en tweeënhalf ton zwaar, die sinds eind november in de Nieuwe Kerk staat. De paal werd in 1969 in Canada gemaakt door opperhoofd Pal’ nakwalagalis Wakas Douglas Cranmer en staat vol met mythologische figuren. De rangschikking van de dieren is hiërarchisch met bovenaan de dondervogel, daarna de orka, een trouw dier dat symbool staat voor familie en gemeenschap. Dan komt de raaf, de boodschapper, en helemaal onderaan de mens. Op deze manier eert de totempaal de goden en de natuur, en tonen de indianen hun nederige plaats daarin.
Aanvankelijk werden totempalen alleen gemaakt aan de westkust van Canada. Eind negentiende eeuw ging de traditie bijna verloren, maar recentelijk heeft de kunst een nieuwe opleving gehad.
Schaghenbrief (1626)
De eerste contacten tussen Noord-Europeanen en Noord-Amerikaanse indianen vormen het startpunt van de expositie. Op de expositie is ook de zogenoemde Schaghenbrief te zien, die wordt aangeduid als het Nederlandse aankoopbewijs van Manhattan. De Schaghenbrief is een brief van Pieter Schaghen, vertegenwoordiger van de Staten-Generaal. In de brief wordt verteld dat het schip de Wapen van Amsterdam net is teruggekeerd uit Nieuw Nederland met het nieuws dat de Nederlanders een stuk land hebben gekocht, Manhattan. Voor slechts zestig gulden. De officiële aankoopakte van Manhatten bestaat helaas niet meer.
In de tentoonstelling wordt ook stilgestaan bij de Nederlandse en Europese beeldvorming over de indianen. Indianen, Kunst en cultuur tussen mythe en realiteit (15 december 2012 – 14 april 2013) kwam tot stand in samenwerking met gastconservator David Penney, specialist op het gebied van Native American Art en verbonden aan het National Museum of the American Indian in Washington DC.
Ook interessant: De Schaghenbrief (1626) – ‘Geboortebewijs van New York’
Boek: De aarde huilt – Peter Cozzens