In maart 1994 verscheen De laatste eeuw van Indië van wijlen J.A.A. van Doorn voor het eerst. Na een herdruk in 1995 verschijnt in mei 2013 een derde druk. Dat is volkomen terecht, want dit is een prettig en goed leesbaar boek over de geschiedenis van Nederlands-Indië.
Het boek van Van Doorn gaat uit van een eurocentrisch perspectief op de koloniale geschiedenis van Nederland in de Oost. Van Doorn kiest bewust voor een niet-indocentrische insteek, die in de jaren 1990 gangbaar was: vanwege persoonlijke interesses (Van Doorn was als dienstplichtig militair in Indië van 1947 tot 1950) en vanwege professionele beperkingen (de auteur geeft aan de Indonesische taal en cultuur onvoldoende te kennen voor een indocentrische benadering).
Vier perspectieven
Via vier verspringende perspectieven brengt de schrijver een thematische structuur aan. In het eerste deel behandelt Van Doorn de evolutie van het koloniale Nederlands-Indië tot en met de onafhankelijkheid in 1949. Vooral politieke en ambtelijke aspecten staan in dit deel centraal, alsmede de sociaaleconomische structuur van de kolonie.
In deel twee komen de ambities van het gouvernement aan bod. Met name sociaaleconomische projecten en stelsels, evenals de technocratische ingrepen (zoals de spoorwegen en irrigatie), krijgen aandacht.
Het derde thema betreft de uitbouw van het bedrijfsleven in Indië. Hier staat de vraag centraal of de Nederlandse economische ingrepen een vloek of zegen voor Indië waren. In dit derde gedeelte vullen de invoering van een vrije markt in de negentiende eeuw (na het eind van het cultuurstelsel in 1870), de armenzorg, werkloosheidsbestrijding en economische crisis van de jaren 1930 veel pagina’s.
Ten slotte handelt deel vier over de groei van het nationalisme in Indië, waarbij met name de Japanse inval tijdens de Tweede Wereldoorlog katalyserend werkte. Voorts komen de politionele acties aan bod, de onafhankelijkheid én de verwerking van de onafhankelijkheid van Indië na 1949 aan bod.
Achterflap
Op dit boek valt weinig aan te merken. Het is inhoudelijk overtuigend, goed gedocumenteerd, lekker geschreven en de diverse tabellen zijn verhelderend. Achter in treffen we een verklarende woordenlijst en namen- en trefwoordenregisters aan. Het enige kritiekpunt is dat het boek niet geïllustreerd is en dat er incidentele schrijffoutjes in worden aangetroffen. Zo staat op de achterflap in de eerste zin een typefoutje (repubiek). Maar dat zijn slechts voetnoten.
Boek: De laatste eeuw van Indië