Elke rebelse vrouw moet verstandig zijn. Een broodschrijfster als Melati van Java (ps. Marie Sloot) begreep dat uitstekend. Zij publiceerde vooral rond 1900 romans waarin zij het opnam voor Indische meisjes en vrouwen. Noem het een literaire polemiek. Nooit openlijk, steeds voorzichtig. Slim. Iedereen die zich gediscrimineerd voelt, opgelet.
Vrouw
Mejuffrouw Marie Sloot (1853-1927) moet uiterst gemakkelijk in de omgang zijn geweest, zolang alles ging zoals zij wenste. Dat was evenwel zelden het geval. Haar brieven getuigen van een groot vermogen zich te ergeren aan mensen: die zich niet gedroegen zoals zij graag zag, die lichtzinnig of irritant waren. Dat waren er nogal wat. Haar grootste ergernis was de vooroordelen ten opzichte van Indo-Europese, Indische, meisjes. Ze werden vaak mooi gevonden, dat dan weer wel, maar daardoor werden ze vaak als sensueel en onbetrouwbaar beschouwd. Het mooie had bepaald grenzen, want het leek weinig op het blanke schoonheidsideaal dat de nette damesbladen verkondigde.
Wat doe je dan?
Als vrouw bezat ze een tweederangs positie in Nederland. Ze was katholiek, en daardoor maakte ze deel uit van een minderheid. Ze was klein, had ietwat vooruitstekende tanden en ze was ook nog eens donker van uiterlijk. Maar ze kon schrijven. En hoe.
Biografie
In mijn biografie Dochter van Indië volg ik nauwgezet het leven van Marie Sloot. Haar jeugd in Indië, het vertrek naar Nederland, de dood van haar grootmoeder en moeder, de invloed daarvan op haar ontwikkeling als auteur. Vooral dankzij haar Indische romans werd ze in 1893 een van de eerste vrouwen die lid mochten worden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Waarschijnlijk was ze de eerste Indische vrouw. Of de mannen van de deftige Maatschappij al haar romans goed begrepen hebben, is bepaald de vraag.
Neem bijvoorbeeld Fernand (1878), een van haar beste romans. Daarin verschijnen vier Indische heldinnen, elk op een eigen manier intelligent en zelfstandig. Heldin #1 is Theodore van Vaerne. Ze verbreekt een verloving omdat de man haar verveelt (ongehoord!), ze reist verkleed als man over Java (ongekend!) en ze loopt naar de kampong waar cholera heerst, omdat haar baboe ziek is (onbegrijpelijk!). Wanneer ze verliefd raakt op de titelheld – helaas een moederskindje – gooit ze zich voor honderd procent in de conflicten met haar aanstaande schoonmoeder. Wat een pit, wat een karakter. Een vrouw met wilskracht. En ook nog mooi, zij het op een andere manier dan in de koloniale herenromannetjes. Marie Sloot schrijft:
“Zij was volgens het oordeel der heeren een beauté, maar de dames vonden haar te brutaal van uiterlijk om mooi te zijn. Zij had een paar oogen en een trek om den mond, die duidelijk te kennen gaven, dat zij niet voor een kleinigheid vervaard was; maar die trotsche, moedige, zelfs overmoedige donkergrijze kijkers werden beschaduwd door zulke lange zwarte wimpers, dat zij al hun vuur daaronder konden verbergen; hield zij ze neergeslagen, dan was er geen zachter, liever gelaat te bedenken.”
Bij deze beschrijving wist iedereen destijds meteen: dit is geen gewoon Indisch meisje. Zoals deze Theodore was, zo waren er meer in de romans. Altijd in de neven-intrige, nimmer als hoofdpersoon. Marie Sloot moest als ZZP-er immers het boekenkopend publiek zien te behouden. Tegelijkertijd wilde ze beelden van vrouwen en meisjes aan Nederland laten zien, op een manier en met een frequentie die nieuw was voor de literatuur.
Natuurlijk was dit autobiografisch. Romans en leven vormen hier een twee-eenheid. Haar moeder en Indië vielen gevoelsmatig samen.
Weerwoord
De biografie van deze uitzonderlijke vrouw is er nu. Veel van haar romans zijn digitaal te lezen, de resterende titels komen er in de loop der tijd bij. Wie twee, drie romans leest, bemerkt het patroon. Wat we zien, is een vroeg voorbeeld van een vrouw die een weerwoord geeft op zaken die haar niet aanstaan, mede namens de kolonie.
Had Marie Sloot nu geleefd, dan voelde ze ongetwijfeld belangstelling voor de huidige discussies over wat en wie Nederlands is en waarom. Ze zou waarschijnlijk hetzelfde hebben gedaan: meeslepende romans schrijven, daarin heldinnen tot leven brengen en zo invloed uitoefenen. Want van vrouwen die zich ergeren, valt veel te verwachten.
~ Vilan van de Loo
www.melativanjava.nl
Het boek van Vilan van de Loo: Melati van Java (1853-1927) – Dochter van Indië