Dark
Light

Jan de Koning, in al zijn vezels gericht op consensus

5 minuten leestijd
Jan de Koning als minister voor Ontwikkelingssamenwerking
Jan de Koning als minister voor Ontwikkelingssamenwerking, 1978 (CC0 - Bert Verhoeff / Anefo - wiki)

De voormalige ARP- en CDA-politicus Jan de Koning staat vooral bekend om zijn tegeltjeswijsheden. De meeste faam verwierf wel ‘Als het niet kan zoals het moet, moet het maar zoals het kan’. Peter Bootsma (die naam maakte als medeauteur van de biografie Tour de force over Dries van Agt) heeft de eerste helft van die zin gebruikt als titel van een boek waarin het leven van De Koning wordt beschreven.

De Koning komt uit dit werk vooral naar voren als een pragmaticus. ‘Hij had niet zo geweldig veel principes,’ schrijft Bootsma. Uit zijn beroemdste tegeltjeswijsheid (de biograaf gebruikt de term ‘boerenwijsheid’) blijkt al dat bij De Koning het resultaat voorop stond. Het liefst wilde hij uiteraard de volgens hem perfecte oplossing, maar als die er niet inzat was een wat mindere variant ook goed. Hij was ‘in al zijn vezels gericht op consensus’. Daarbij stond hij te boek als zowel daadkrachtig als humoristisch.

Burgemeester

De Koning wordt in 1926 geboren in een diepgelovig gezin in het Overijsselse Zwartsluis, waar zijn vader gemeentesecretaris en later burgemeester is. In de Tweede Wereldoorlog raakt hij betrokken bij het gewapende verzet. Nauwelijks is de oorlog voorbij of De Koning meldt zich alweer als vrijwilliger voor de strijd in ‘ons Indië’, samen met zijn oudere broer Koos, die ook in het verzet actief is geweest. Koos komt in Indië om het leven. Iets wat ongetwijfeld een diepe indruk op De Koning heeft gemaakt, al heeft hij het er niet vaak over.

In Utrecht gaat De Koning sociale geografie studeren. Hij ontmoet er de in Suriname geboren Molly, met wie hij uiteindelijk in het huwelijk treedt. Het echtpaar krijgt twee zonen.

De Koning en Lubbers tijdens de kabinetsformatie in 1981
De Koning en Lubbers tijdens de kabinetsformatie in 1981 (CC0– Hans van Dijk / Anefo – wiki)
Na zijn studie gaat De Koning werken, eerst op het Sociologisch Instituut van het convent van christelijk-sociale organisaties, later aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Maar het grootste deel van de jaren zestig is hij aan de slag bij de Christelijke Boeren- en Tuinders Bond (CBTB). ‘Ik ben landbouwman van huis uit,’ verklaart hij later in een interview.

In 1969 – we zijn dan al over de helft van het boek (als je het notenapparaat en dergelijke buiten beschouwing laat) – komt hij namens de ARP in de Eerste Kamer. Twee jaar later wordt hij lid van de Tweede Kamer. Ook belandt hij in het Europees Parlement (dat in die tijd nog niet rechtstreeks gekozen wordt). In het begin maakt hij vooral naam als landbouwwoordvoerder, maar hij bemoeit zich spoedig met wat je de Hogere Politiek zou kunnen noemen.

Fusie

Al in 1969 is hij ook benoemd tot vicevoorzitter van de ARP. Later zal hij het tot partijvoorzitter brengen. De Koning geldt als een warm voorstander van een fusie van zijn partij, CHU en KVP tot CDA. Dat die fusie in 1980 tot stand komt (in 1977 nemen de drie partijen al onder hun nieuwe naam aan de verkiezingen deel) is niet in de laatste plaats zijn verdienste.

In 1977 boekt de PvdA een voor die tijd gigantische verkiezingsoverwinning van tien zetels. Maar door de uiterst moeizame verhouding tussen Joop den Uyl en toenmalig CDA-leider Van Agt loopt de formatie op niets uit. Het CDA gaat een coalitie aan met de VVD. Die combinatie heeft nog net een meerderheid, al dreigt een groep ‘loyalisten’ (die liever met links geregeerd zou hebben) voortdurend roet in het eten te gooien.

Ook De Koning zou bij voorkeur met de PvdA hebben samengewerkt, maar hij legt zich zonder morren bij de gang van zaken neer. Hij is niet het type om loyalist te zijn, schrijft Bootsma. Na een formatie moet je gewoon ‘ja’ of ‘nee’ zeggen. De Koning aanvaardt het ministerschap voor Ontwikkelingssamenwerking in Van Agt I. (‘Er is wat vervelends gebeurd, ik ben minister geworden,’ zou hij thuis hebben gezegd).

Jan de Koning in 1981
Jan de Koning in 1981 (CC0 – Rob Croes / Anefo– wiki)

Van Agt I zit de rit uit, al gaat dat niet zonder moeite. De verkiezingsuitslag van 1981 maakt een voortgezette coalitie met de VVD onmogelijk. Na een hoop gedoe treedt het kabinet Van Agt II aan, met Den Uyl als vicepremier en ‘superminister’ van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hierin is De Koning minister van Landbouw. Het kabinet zit niet lang omdat de PvdA al snel opstapt.

Na het rompkabinetje Van Agt III, dat nieuwe verkiezingen voorbereidt, haalt de PvdA de meeste zetels. Maar de sociaaldemocraten staan weldra politiek buitenspel doordat de VVD weer genoeg terrein heeft teruggewonnen. Het is tijd voor een ‘no-nonsense’- regering onder leiding van CDA’er Ruud Lubbers, omdat lijsttrekker Van Agt plotsklaps de politiek heeft verlaten. De Koning (inmiddels nummer 2 op de CDA-lijst) zou toen bijna premier zijn geweest, omdat Van Agt een sterke voorkeur voor hem had (en een bloedhekel aan Lubbers). Onder meer omdat zijn vrouw grote bezwaren koestert tegen deze functie weigert De Koning.

Sociale Zaken

In Lubbers I wordt hij minister van Sociale Zaken. Die functie vervult hij ook in Lubbers II, dat in 1986 aantreedt. Met de premier vormt hij een hecht koppel. Ook met minister van Financiën Onno Ruding (eveneens een partijgenoot) kan hij het uitstekend vinden. Zijn grootste politieke nederlaag lijdt hij in Lubbers II, als de Kamer een verlaging van het minimumloon afwijst. Maar daar staan tal van successen tegenover.

Na de val van Lubbers II verlaat De Koning de actieve politiek, zij het allerminst om thuis in Voorschoten met zijn duimen te gaan draaien. Hij wordt lid van de Raad van State en heeft verder zijn handen vol aan tal van ‘nevenfuncties’.

In 1994 komt hij er achter dat hij – zware roker en drinker – aan longkanker lijdt. Hij overlijdt in een Leids ziekenhuis in hetzelfde jaar, slechts 68 jaar oud.

‘Als het niet kan zoals het moet…’
‘Als het niet kan zoals het moet…’ – Peter Bootsma
Bootsma heeft een over het algemeen boeiende biografie over De Koning geschreven. Ze is niet van hetzelfde niveau als Tour de force over Van Agt, maar dat komt waarschijnlijk vooral omdat die een nóg opmerkelijker persoonlijkheid was. De schrijver noemt zijn boek ‘een biografie’ (dus niet ‘de’), kennelijk vanuit de gedachte dat iemand op een dag een andere zal schrijven. Wie weet.

Het is overigens toe te juichen dat De Koning, die vond dat het CDA goed met macht kon omgaan, geen blik meer kan werpen op de huidige samenstelling van de Kamer. Dat zijn partij daar met slechts 5 zetels in is vertegenwoordigd zou hij onbegrijpelijk hebben gevonden.

Boek: ‘Als het niet kan zoals het moet…’ – Peter Bootsma

×