Jan Steen (ca. 1625-1679) is één van de bekendste schilders uit de Gouden Eeuw. Hij schilderde vooral humoristische dagelijkse taferelen, waaraan we nu de uitdrukking ‘een huishouden van Jan Steen’ te danken hebben.
Jan Steen werd in 1625 of 1626 in Leiden geboren als zoon van graanhandelaar Havick Jansz Steen en Elisabeth Capiteyn. Hij kwam uit een goede familie die in bezit was een bierbrouwerij die zijn vader later erfde. De kunstenaar ging korte tijd naar de Latijnse school in Leiden, net als zijn beroemde tijdgenoot Rembrandt van Rijn, en meldde zich daarna aan bij de universiteit in Leiden. Het gezin had het financieel goed, waardoor Jan Steen in opleiding kon bij kunstenaars. Deze opleiding genoot hij vermoedelijk eerst bij Nicolaus Knüpfer, een Duitse schilder van historische en figuratieve taferelen. Ook was hij mogelijk enige tijd in de leer bij Adriaen van Ostade, maar zeker is dat niet.
Steen werkte vervolgens vijf jaar samen met de landschapsschilder Jan van Goyen, die hij later om de hand vroeg van diens dochter Margaret. Steen trouwde in 1649 met haar en samen kregen ze zeven of acht kinderen.
Leven in de brouwerij
Jan Steen verhuisde rond 1654 naar Delft, waar hij een herberg runde. Dit was niet erg succesvol, mede doordat de Delftse donderslag (een ontploffing waarbij een groot deel van het centrum werd vernietigd) de economische situatie in Delft had verslechterd. Mogelijk heeft deze periode het gezegde ‘leven in de brouwerij‘ veroorzaakt. Omdat er te weinig klanten waren, zou Steen levende eenden in de taveerne hebben gehaald, die leven in de brouwerij moesten brengen. Na drie jaar hield Steen het voor gezien en ging hij weer schilderen. Hij zou nog jaren bezig zijn om zijn schulden af te betalen.
De kunstenaar woonde kort tijd in Warmond en trok toen naar Haarlem, waar hij van 1660 tot 1670 woonde en zijn meest succesvolle periode als schilder beleefde. In 1669 stierf Margaret en een jaar later overleed Steens vader. Hierdoor ging hij weer terug naar Leiden om in zijn ouderlijke woning te gaan wonen. Ook hertrouwde hij met Maria van Egmond.
Nadat Steen met zijn tweede vrouw nog twee kinderen kreeg, overleed hij in 1679.
Het huishouden van Jan Steen
Typerend aan de schilderijen van Jan Steen is dat hij vooral burgerlijke taferelen afbeeldde, met een beetje chaos en olijkheid. Dit werd later getypeerd als het huishouden van Jan Steen. In zijn schilderijen zou hij regelmatig familieleden hebben geschilderd, zoals zijn dochter Eva en zoon Thaddeus. De kunstenaar gaf zichzelf ook geregeld een plek in zijn schilderijen. Mede hierdoor – en doordat hij financieel zo berooid was – werd lang gedacht dat Jan Steen zelf nogal een flierefluiter en dronkeman was. Dit is inmiddels achterhaald. Toen hij terugging naar Leiden, kreeg Steen meteen een hoge functie in het schildersgilde, wat erop wijst dat hij toch een zeker aanzien genoot onder zijn collega’s.
Korte documentaire over de kunstenaar
Jan Steen schilderde in zijn leven ongeveer vierhonderd schilderijen, waarvan een aantal bekende zijn: Het vrolijke huisgezin, Het Sint Nicolaasfeest en De Emmausgangers. Zijn schilderijen zijn onder meer te zien in het Rijksmuseum, het Mauritshuis en de National Gallery in Londen.
Een huishouden van Jan Steen – Herkomst van de uitdrukking
Boeken:
Een huishouden van Jan Steen
Vantoen.nu Jan Steen
Schilderijen van Jan Steen
Meer kunstgeschiedenis
Meer Gouden Eeuw
Boek: Een huishouden van Jan Steen