Kinderen vinden het nog wel eens leuk om te jonassen, maar ook voetbaltrainers zijn nog wel eens de pisang als ze bijvoorbeeld met hun team kampioen zijn geworden. Ze worden dan door uitbundige volwassenen horizontaal vastgepakt en vervolgens omhoog gegooid. Waarom noemen we dit ‘jonassen’?
De herkomst van deze zegswijze is afkomstig uit de bijbel. Het woord jonassen verwijst namelijk naar de profeet Jona die op een dag door een aantal zeelieden overboord werd gegooid.
Waarom Jona gejonast werd
God had de profeet enige tijd daarvoor opdracht gegeven naar de stad Nineve te reizen om de bevolking te waarschuwen voor al het onrecht dat daar plaatsvond. Jona zag dat echter niet zitten en besloot op een boot naar Tarsis te stappen. Omdat Jona de opdracht van God genegeerd had zond deze echter een grote storm op het schip af. Na enige tijd werpen de zeelieden het lot, om te achterhalen wiens schuld het was dat ze in zo’n heftige storm zijn terechtgekomen. Het lot viel toen op Jona. Die vertelde vervolgens dat hij was weggevlucht voor God en dat de storm zou gaan liggen als men hem in zee gooide. Aanvankelijk weigerden de zeelieden dit, maar toen de storm maar door bleef razen besloot men Jona uiteindelijk toch overboord te gooien. Hij werd dus gejonast.
De profeet verdronk overigens niet. Hij werd volgens het verhaal opgeslokt door een grote vis en na drie dagen weer uitgespuugd.
‘Walvisch’
Tijdens het oud-Hollandse jonassen werd vroeger vaak het volgende wijsje gezongen:
Jonas die in den walvisch zat, van één, van twee, van drie.
Bij drie werd de (on)gelukkige vervolgens omhoog geworpen. Vaak werd bij dit spel vroeger ook een laken of een kleed gebruikt.
Boekenrubriek: Taalgeschiedenis