Joodse journalisten voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog

Dubbel zondebok – Piet Hagen
4 minuten leestijd
Typemachine
Typemachine (CC0 - Unsplash - Laura Chouette)

Het is woensdag 15 mei 1940, enkele dagen na de Duitse aanval op Nederland. 23 Joodse journalisten en medewerkers van het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) krijgen die dag op staande voet ontslag. Niemand protesteert. De directie werkt liever samen met de bezettende macht, in het belang van het bedrijf. Het is direct duidelijk. De Duitsers zullen niet aarzelen om hun dreigementen over het ‘Judenfrei’ maken van de journalistiek ook uit te voeren.

Het ontslag van de Joodse ANP-medewerkers is een belangrijk moment in het nieuwe boek van Piet Hagen. Onder de titel Dubbel zondebok beschrijft hij de lotgevallen van Joodse journalisten voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zij zijn in deze periode (drie)dubbel gehaat: zij zijn niet alleen Joods, maar ook nog eens lid van het ‘leugenachtige’ journalistengilde. En daarbij waren zij in de ogen van Hitler en de zijnen ook nog eens linkse critici van het nationaalsocialisme.

Wortels

Het stemt tot nadenken wanneer je leest hoe gemakkelijk vele Nederlandse journalisten zich erbij neerlegden toen hun Joodse collega’s werden ontslagen.

In zijn omvangrijke handboek neemt Hagen een lange aanloop om de wortels van het virulente antisemitisme te beschrijven. Het onheil was al ver van tevoren zichtbaar, schrijft Hagen. Hitler en zijn volgelingen hadden al vanaf 1920 aangekondigd korte metten te maken met de Joodse invloed in de pers. Daar waren Joden volgens Hitler oververtegenwoordigd, net als in de bankenwereld, politiek en kunst. Helemaal onjuist was dat niet: in de Nederlandse journalistiek waren relatief veel Joden werkzaam. De oplossing die Hitler in Mein Kampf voorstelde was huiveringwekkend. De Joden moesten als ‘internationaal gif’ worden uitgeroeid.

Antisemitische journalisten

Dit antisemitisme ging Nederland niet voorbij. Piet Hagen beschrijft hoe verschillende journalisten in Nederland onder invloed raakten van het antisemitisme en met hun kritiek op de democratie en Joodse invloed in de pers het pad effenden van de nieuwe orde. Journalisten als Max Blokzijl en Wouter Lutkie, over wie beiden al aparte biografieën zijn verschenen waar Hagen dankbaar gebruik van maakt, vallen in deze categorie. In nationaalsocialistische bladen kwam een complete antisemitische campagne op gang. Toen in 1940 de Duitsers Nederland binnenvielen, waren juist deze journalisten sleutelfiguren in het ‘gelijkschakelen’ van de Nederlandse pers. Vanaf de Duitse inval kwam namelijk een proces op gang waarin de Nederlandse journalistiek stap voor stap onder controle van de Duitsers werden gebracht. Zonder Joden uiteraard.

Emmy Belinfante
Emmy Belinfante
Lang niet alle journalisten steunden dit optreden van de Duitse bezetter openlijk. Maar in protest of verzet komen, doen zij ook niet. En dat is een onthutsende geschiedenis om te lezen. Het stemt tot nadenken wanneer je leest hoe gemakkelijk vele Nederlandse journalisten zich erbij neerlegden toen hun Joodse collega’s werden ontslagen. Joden eruit, meelopers erin, noemt Hagen dat. De meeste journalisten bleken bereid om zich neer te leggen bij aanvaarding van het onvermijdelijke. Slechts enkelen protesteren of besluiten de uitgave van hun krant te staken. Zoals het Friesch Dagblad, dat vanaf mei 1941 niet meer verschijnt.

Individuele lotgevallen

In het boek nemen verhalen van individuele Joodse journalisten en hun wedervaren tijdens oorlog en bezetting een belangrijke plaats in. Zo schrijft Hagen over bekende en minder bekende Joodse journalisten zoals Emmy Belinfante, Sem Davids en Paul de Groot. Een aanzienlijke groep Joodse journalisten vond de dood door fusillade of gevangenschap. Toch concludeert Hagen dat dit een relatief laag getal was (in een ruime opvatting van de journalistiek komt Hagen tot ongeveer honderd doden op een totaal van 300 journalisten, fotografen en persmedewerkers). Dit is verklaarbaar omdat een flink aantal Joodse journalisten in mei 1940 wist te vluchten naar het buitenland. Juist als journalist waren zij immers goed op de hoogte van de Jodenvervolgingen in Duitsland.

Ook in de ondergrondse pers was de inbreng van Joodse journalisten aanzienlijk, aldus Hagen. De Joodse journalist Paul de Groot leidde bijvoorbeeld De Waarheid, en bij Het Parool participeerden Joden bij het schrijven, vermenigvuldigen en verspreiden van de ondergrondse krant.

Foto gemaakt door Sem Presser in Wageningen, mei 1945
Foto gemaakt door Sem Presser in Wageningen, mei 1945 (CC BY-SA 3.0 nl – Sem Presser / Anefo – Nationaal Archief)

Fotografen en tekenaars

Veel aandacht besteedt Hagen aan Joodse fotografen en tekenaars, zoals de bekende Jo Spier en fotograaf Sem Presser. Vanaf 1935 werkte laatstgenoemde als fotograaf bij De Telegraaf. In september 1940 opende hij met een vriend een fotowinkel in Amsterdam, waar ze pasfoto’s maakten voor de verplichte persoonsbewijzen. Een tijdje later dook hij onder, maar ging ondertussen door met fotograferen. Tijdens de Slag om Arnhem (1944) was Presser in de buurt en maakte de enige echte oorlogsreportage van een Nederlandse persfotograaf. Op de dag van de Duitse capitulatie had hij een grote primeur: hij nam stiekem via een gat in een muur een foto van de onderhandelingen tussen de geallieerden, prins Bernhard en de Duitse legerleiding in Hotel de Wereld te Wageningen.

Monument

Dubbel zondebok - Piet Hagen
Dubbel zondebok – Piet Hagen
Met Dubbel zondebok levert Piet Hagen opnieuw een belangrijke bijdrage aan de historische kennis van het Nederlandse publiek. Net als in Koloniale oorlogen in Indonesië (2018) is het de verdienste van Hagen dat hij vele (soms gedetailleerde) historische studies verwerkt in een handzaam overzichtswerk. De keerzijde daarvan is dat Dubbel zondebok een lijvig boek is. In de ruim 600 pagina’s neemt Hagen hier en daar zijsporen die gemakkelijk weggelaten hadden kunnen worden. Toch blijft het boek boeien, vooral door de vele persoonlijke verhalen van individuele Joodse journalisten die in het historische verhaal zijn verweven. Het boek is meer dan een handboek. Het is een monument voor de groep Joodse journalisten, die in de donkerste tijd van de Nederlandse journalistieke geschiedenis hun leven lieten.

~ Koos-jan de Jager

Boek: Dubbel zondebok. Joodse journalisten in tijden van antisemitisme en vervolging, 1920-1945

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

Koos-jan de Jager MA is als promovendus verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam, waar hij werkt aan een proefschrift over de rol van religie in de Indonesische oorlog, 1945-1950.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×