Een groep Joodse onderduikers verbleef tijdens de Tweede Wereldoorlog ononderbroken 344 dagen in een grot in Oekraïne en ontsnapte zo aan vervolging door de nazi’s. Het bijzondere overlevingsverhaal werd ontdekt door de Amerikaanse speleoloog Chris Nicola. Een artikel hierover is opgenomen in het januarinummer van het magazine Wereld in Oorlog.
In 1993, twee jaar na de val van de Sovjet-Unie, bezocht Chris Nicola voor het eerst de gipsgrot in het westen van Oekraïne waarin de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog ondergedoken zaten. Boven de grond is niets te zien van het gigantische ondergrondse labyrint. De ingang bevindt zich in een met onkruid begroeid zinkgat, te midden van uitgestrekte tarwevelden waarmee dit deel van Oekraïne bezaaid is. In de volksmond staat de grot bekend als Popowa Yama, oftewel Grot van de Priester. De ingang van het ondergrondse gangenstelsel, dat met een lengte van meer dan 124 kilometer het op veertien na grootste ter wereld is, bevond zich voorheen namelijk op het land van een lokale priester.
Na afgedaald te zijn door een schacht die toegang geeft tot het ondergrondse gangenstelsel werd Nicola door lokale gidsen meegenomen naar een deel van de grot dat “Khatki” (klein huisje) genoemd wordt. Tot verbazing van de Amerikaan waren op deze moeilijk toegankelijke plaats onmiskenbare sporen van langdurige menselijke bewoning aanwezig. Op de bodem trof hij oude schoenen en knopen aan. Een molensteen en deels intacte gemetselde muren bewezen hem dat het hier niet ging om achtergelaten spullen van collega-speleologen, die dit deel van de grot in 1963 in kaart brachten. Zijn gidsen vertelden hem dat hier tijdens de Tweede Wereldoorlog Joden ondergedoken zaten, toen Oekraïne sinds 1941 bezet werd door nazi-Duitsland. Bijna 1 miljoen Joden werden in het land vermoord door de nazi’s.
Het verhaal van de Joodse onderduikers hield Nicola na zijn terugkeer in New York in zijn greep. Hij zou de daarop volgende jaren de grot verschillende malen bezoeken en kwam uiteindelijk in 2002 ook in contact met enkele overlevenden uit de grot. Hun onderduikersgemeenschap had in totaal 38 personen geteld, inclusief een tweejarig jongetje en een 75-jarige grootmoeder. Ze hadden in de periode 1943-1944 in totaal 344 dagen in de Grot van de Priester geleefd. Dat is ruimschoots boven de 205 dagen die de Franse speleoloog Michel Siffre in 1972 in de Midnight Cave in Texas verbleef, wat wordt beschouwd als het recordaantal dagen dat een mens ononderbroken in een grot geleefd heeft. Eerder hadden meerdere van de onderduikers ook al 150 dagen in een vlakbij gelegen grot geleefd, maar daar waren ze ontdekt door de Duitsers en dus niet langer veilig.
Alleen de mannelijke onderduikers moesten de grot tijdens de onderduikperiode regelmatig verlaten om voedsel en andere voorraden te verzamelen. Ze werden daarbij geholpen door een lokale houtvester bij wie ze hun bezittingen konden omruilen voor bijvoorbeeld bakolie, zeep en lucifers. Ook stalen ze aardappelen en tarwe van de akkers in de omgeving. De vrouwen hielden zich bezig met koken, wassen en reparatie van kleding. De meeste tijd besteedden de grotbewoners echter aan slapen. Net zoals het geval is bij dieren in winterslaap paste hun biologische klok zich gaandeweg aan het ontbreken van daglicht aan. Gemiddeld sliepen ze 18 tot 22 uur waardoor ze energie spaarden. Na de komst van het Rode Leger konden de onderduikers, waarvan ten minste 19 het overleefd hadden, de grot op 12 april 1944 definitief verlaten.
No Place on Earth
In 2007 waren nog veertien van de bewoners van de Grot van de Priester in leven. Chris Nicola nam in oktober 2010 enkele overlevenden mee terug naar de grotten waaraan ze hun leven dankten. De oudste, Shulim Stermer, was op dat moment 92. Het was voor hem en zijn broer Shlomo niet mogelijk om af te dalen in de Grot van de Priester, hoewel Shlomo daartoe wel een dappere poging deed. Het lukte de bejaarde broers wel om Verteba te bezoeken, de eerste grot waar ze ondergedoken zaten.
Ontroerende beelden hiervan zijn te zien in het docudrama “No Place on Earth” van Janet Tobias uit 2012. Als leider van het Priest’s Grotto Heritage Project zet Chris Nicola zich in om het verhaal levend te houden en genocide in de toekomst te voorkomen.
Een uitgebreidere beschrijving van dit onderwerp is opgenomen in het in 2021 verschenen boek Meer dan alleen Auschwitz van dezelfde auteur.