De Franse dame van stand Julie d’Aubigny (ca. 1670-1707) is de geschiedenisboeken ingegaan als een van de grootste Franse operazangeressen uit de geschiedenis. Mademoiselle Maupin of La Maupin, zoals ze ook wel werd genoemd, was verder een verdienstelijkst schermster. Om te krijgen wat ze wilde, namelijk liefdesaffaires met zowel mannen als vrouwen, was ze naar verluidt tot veel in staat. Zo trad ze als non toe tot een klooster omdat ze verliefd was op een meisjes dat door haar ouders in het klooster ‘gestopt’ was. Om uit dit klooster te kunnen ontsnappen, stak ze zelfs een lijk in brand… Wie was deze bijzondere dame? Een korte biografie van de zangeres en veelvuldig minnares Julie d’Aubigny.
In de Franse operawereld geldt D’Aubiny als de eerste mezzosopraan die hoofdrollen vertolkte in opera’s. Veel bronnen over La Maupin zijn er niet. Toch valt op basis van de informatie een redelijk betrouwbaar levensbeeld van deze bijzondere dame te schetsen.
Jonge jaren van D’Aubigny
Julie d’Aubigny werd omstreeks 1670 (ook 1673 wordt wel eens genoemd) geboren. Ze was de dochter van Gaston d’Aubigny. Haar vader was werkzaam aan het hof van graaf Lodewijk van Armagnac (1641-1718) in Parijs. D’Armagnac was een van de voorouders van prins Albert II van Monaco en had een functie als Grand Écuyer de France (‘De Grote Schildknaap van Frankrijk’) aan het Versailles-hof van koning Lodewijk XIV. Hier leidde hij pages – jonge schildknapen in opleiding – op voor de hofhouding. Om deze reden kreeg Julie een brede algemene opleiding aan het hof. Ze leerde lezen, schrijven, maar ook dansen, schermen en goed tekenen. Vaak verkleedde ze zich bij het dansen als een jongen.
Het schermen leerde Julie waarschijnlijk omdat Parijs een gevaarlijke stad was en ze zich als vrouw zo kon beschermen. Er was veel sprake van geweld. Schattingen gaan ervan uit dat in de rijkere wijken in Parijs zo’n 10.000 professionele schermers woonden.
Een carrière als schermster
Toen Julie d’Aubigny nog maar vijftien jaar jong was, werd ze de minnares van de baas van haar vader, Lodewijk d’Armagnac, die haar verkrachtte. Enige tijd hierna, rond 1687, werd het meisje uitgehuwelijkt aan Sieur de Maupin en kreeg ze de bijnaam La Maupin (in de volksmond), maar ook werd ze wel Mademoisselle Maupin of Madame de Maupin genoemd. Niet lang na deze uithuwelijking kreeg Sieur de Maupin een betrekking in Zuid-Frankrijk.
In Parijs kreeg D’Aubigny, in 1687, aan het hof een relatie met een assistent schermmeester genaamd Sérannes. In een illegaal duel doodde deze schermmeester een andere man en dreigde opgepakt te worden. Hierop vluchtte Julie met haar schermmeester mee naar Marseille. Onderweg gaven ze in herbergen en op plaatselijke kermissen schermvoorstellingen in combinatie met duetten (ze ontdekten dat hun stemmen goed samen klonken), om zo aan geld voor eten en onderdak te komen. Sérannes had onderweg namelijk aangegeven dat hij – anders dan hij Julie eerder had verteld – helemaal geen bezittingen in Marseille had en platzak was. Volgens een anekdote riep iemand in een taverne dat ze toch echt een man was en geen vrouw, waarna La Maupin als antwoord haar jurk opentrok en haar borsten liet zien.
In een brief uit 1703 zou Julie schrijven:
“Ik ben gemaakt voor gevaren, evenals voor tederheid.”
Operazangers in Marseille en kloosterintrede
Eenmaal in Marseille kwam Julie al snel terecht in de operawereld en ging ze werken voor Pierre Gaultier. Vanaf 1690 trad ze op als operazangeres, met als debuut de rol van Pallas Athena in de opera “Cadmus et Hermione” van Jean-Baptiste Lully. Haar relatie met de schermmeester liep in Marseille op de klippen, waarna Julie verliefd werd op een meisje. Toen de ouders van dit meisje vernamen over de ze relatie, brachten ze hun dochter naar een klooster in Avignon. Dat liet Julie niet op zich zitten: als postulante meldde ze zich aan de kloosterdeur en wist zo binnen te komen. Via een list, namelijk door een overleden non in de kamer te leggen waar het meisje verbleef en die ruimte in de hens te zetten, ontsnapten beide dames uit het klooster.
Hierna gingen ze naar Parijs, waar ze zich concentreerde op opera en de liefde. Ze kreeg diverse relaties met figuren uit de aristocratie in Parijs, onder wie de zoon van de hertog van Luynes en met een landvoogd.
In opspraak op een bal in Parijs
In 1695 kwam Julie d’Abigny als operazangeres in opspraak omdat ze op een bal openlijk met een meisje zoende. In reactie hierop daagden diverse mannen D’Aubigny uit voor een potje schermen. Achter elkaar versloeg D’Aubigny drie mannen, waarna de Franse koning Lodewijk XIV het duelleren verbood. Julie ontvluchtte Parijs en ging naar Brussel. Daar kreeg ze een verhouding met landvoogd Maximiliaan II Emanuel van Beieren.
Van 1695 tot 1698 trad ze op als operazangers in Brussel. Hierna vertrok ze weer naar Parijs, om door te gaan met de opera. Omstreeks 1701 keerde haar echtgenoot terug naar Parijs en herenigden ze zich. Tot 1705 zong D’Aubigny in opera’s van onder meer Pascal Collasse, André Campra en André-Cardinal Destouches.
Overlijden & nalatenschap
In 1705 besloot D’Aubigny te stoppen met opera en het klooster in te gaan en zich dus op religie te storten. Ergens in 1707 overleed Julie d’Aubigny daar, in een klooster in de Provence in Frankrijk. Haar wilde leven en avonturen komen vandaag de dag nog regelmatig terug in films, in de literatuur en in de kunst.
Ook interessant: Markies de Sade: seksmaniak die de taal het woord ‘sadisme’ schonk
…of: Theoloog op non-actief: over de herkomst van ‘abalardiseren’ (ontmannen)
…of: Pietro Aretino: de journalist die zichzelf dood lachte
Boek: Opera: een geschiedenis in 27 sleutelwerken – Benjamin Rous
Bronnen ▼
Internet
-https://www.encyclopedia.com/women/encyclopedias-almanacs-transcripts-and-maps/maupin-daubigny-c-1670-1707
-https://theculturetrip.com/europe/france/articles/the-story-of-julie-daubigny-the-french-opera-singing-sword-fighter/
-https://kellygardiner.com/fiction/books/goddess/tragedie/portrayals-of-la-maupin/
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Julie_d%27Aubigny