Archeologen hebben voor het eerst bewijs gevonden voor de aanwezigheid van Julius Caesar en zijn troepen op Nederlands grondgebied. In 55 voor Christus was hij, bij het huidige Brabantse plaatsje Kessel, aanwezig bij een grote veldslag. Op de plek van deze veldslag zijn skeletresten, zwaarden en speerpunten gevonden.
Julius Caesar schreef over de veldslag in Boek IV van zijn De Bello Gallico. Hij zou tijdens de slag twee Germaanse stammen hebben vernietigd. Het is de vroegst bekende veldslag op Nederlandse bodem en nu is er dus bewijs gevonden dat de slag daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
En het is eveneens voor het eerst dat de aanwezigheid van Caesar op ‘Nederlands grondgebied’ expliciet is aangetoond. De vondsten van deze veldslag bestaan onder meer uit grote aantallen skeletresten, zwaarden, speerpunten en een helm. De twee Germaanse stammen (de Tencteri en de Usipetes) kwamen uit het gebied oostelijk van de Rijn en vroegen om asiel bij Caesar. Caesar weigerde dit echter omdat hij de Germanen niet vertrouwde. Hij gaf zijn troepen vervolgens opdracht om de stammen op gewelddadige wijze te vernietigen. In opdracht van de Romeinse legerleider werden niet alleen mannen maar ook vrouwen en kinderen gedood.
De Vrije Universiteit stelt dat we een dergelijke actie zouden betitelen als een “genocide”.
De ontdekking is gedaan door archeoloog Nico Roymans van de Vrije Universiteit. Hij werkt al enkele decennia aan de zaak. Tegenover De Wereld Draait Door, vertelde Roymans woensdagavond dat bij Kessel al ongeveer dertig jaar lang archeologische vondsten zijn gedaan, die erop wijzen dat daar een grote veldslag heeft plaatsgevonden.
In totaal zijn er resten gevonden van zo’n honderd personen. Datering van de skeletresten toonde aan dat deze individuen allemaal ongeveer in de eerste eeuw voor Christus om het leven kwamen. Samen met de andere vondsten, die eveneens wijzen op deze periode, en aanduidingen in Caesars eigen De Bello Gallico kwam men hierdoor uiteindelijk tot de conclusie dat de locatie van de veldslag van 55 voor Christus was ontdekt.
Op de botresten zijn sporen van ‘antieke verwondingen’ aangetroffen. Sporen die, volgens Roymans, duidelijk aantonen dat er Romeinen betrokken waren bij de veldslag. Sommige slachtoffers zouden om het leven zijn gebracht met Romeinse werpspiezen.
Caesar spreekt in zijn eigen werk zelf van 430.000 slachtoffers, maar dat aantal moet met een flinke zak zout genomen worden. “Borstklopperij”, zegt professor Herman Pleij bij De Wereld Draait Door, maar dat er bij de veldslag veel mensen om het leven moeten zijn gebracht staat wel vast. De gevonden resten zijn het topje van de ijsberg.
De ontdekking wordt vrijdag officieel gepresenteerd tijdens een bijeenkomst in het Allard Pierson Museum in Amsterdam.
- Lees ook: Caesar in Kessel
- Boek: De Bello Gallico
- Biografie: Gaius Julius Caesar (100-44 v.Chr.)
- Meer artikelen over het Romeinse Rijk