Dark
Light

Keetje Hodshon (1768-1829) – Rijk, revolutionair en mysterieus

Een rijke dame in revolutietijd
Auteur:
3 minuten leestijd
Keetje Hodshon (Huygens ING)

Ze was een eigenzinnige dame en in haar tijd de rijkste vrouw van Haarlem: Cornelia Catharina Hodshon, alias ‘Keetje’. In Haarlem, aan het Spaarne, herinnert het statige Hodshonhuis nog aan haar, een pand met bijna vijftig vertrekken. In het boek Keetje Hodshon (1768-1829). Een rijke dame in revolutietijd (VanTilt, 2017), schetsen historici Els Kloek en Maarten Hell een beeld van deze bijzondere vrouw. Wie was ze, wat dreef haar en op welke manier was ze betrokken bij de samenleving van haar tijd?

Inleiding

In het fraai geïllustreerde, bondige boek plaatsen de auteurs de hoofdpersoon Keetje Hodshon goed binnen de kaders van de tijd waarin ze leefde: de periode van de Verlichting, Patriottentijd (1780-1786) en de Bataafse Revolutie (1795). Verder besteden de auteurs ruime aandacht aan genderrelaties en de positie van vrouwen in de late achttiende en vroege negentiende eeuw.

Keetje Hodshon bleef haar hele leven ongetrouwd en woonde als vrijgezel van 1795 tot haar dood in 1829 in haar grote huis aan het Spaarne 17 in Haarlem, het huidige Hodshonhuis. Dit pand kwam na Keetjes dood in handen van de Koninklijke Hollandse Maatschappij der Wetenschappen (KHMW). Haarlem kende al vanaf het midden van de achttiende eeuw, in de tijd van de Verlichting, een zeer actief intellectueel klimaat. De KHMW was ook het oudste Nederlandse geleerde genootschap. In het Voorwoord lezen we over deze organisatie:

“Zij was ervan overtuigd dat kennis van de wetenschappelijke vooruitgang ook de stagnerende economie weer op gang zou kunnen brengen. In 1841 kwam Spaarne 17, het stadspaleis van Keetje, in handen van de KNHW. Het genootschap was toen al geruime tijd op zoek naar een geschikte ruimte voor zijn natuurhistorische collectie. Waar het woonhuis van een ongetrouwde dame niet goed voor kan zijn!” (6)

In vijf hoofdstukken maken we vervolgens kennis met Keetje Hodshon, over wie relatief gezien overigens weinig archiefmateriaal overgebleven is. Als eerste passeren haar afkomst en het milieu waar ze uit kwam de revue, daarna de bouw van het huis (vanaf 1794) – vlak voor de Bataafse Revolutie – , haar vrijgezellenbestaan, het huiselijke leven in het paleisje en ten slotte de nadagen van haar leven en de nalatenschap.

Hodshon Huis aan het Spaarne in Haarlem (Google Street View)
Hodshon Huis aan het Spaarne in Haarlem (Google Street View)

Keetje Hodshon

De voorouders van Keetje Hodshon waren afkomstig uit Newcastle in Engeland en waren in de zeventiende eeuw als kooplieden naar Amsterdam gekomen. Haar familie was op een gegeven moment doopsgezind geworden en dat gold ook voor Keetje: zij bleef haar hele leven deze religie aanhangen. Keetjes ouders, Albertus Hodshon (1735-1780) en Catharina Cornelia van der Graas (1735-1777), behoorden tot de economische elite van Haarlem:

“Uit de stadsrekeningen en nalatenschappen blijkt dat de familie en aanverwante geslachten in de vorm van obligaties veel geld hadden uitstaan bij de stadsregering. Ondanks hun rijkdom stonden de Haarlemse Hodshons aan de zijlijn van de stedelijke politiek. Evenmin namen ze deel aan het bestuur van gewest of land, want regentenambten waren alleen toegankelijk voor lidmaten van de publieke, gereformeerde kerk: ze lagen buiten bereik van andersgelovigen, zoals katholieken, lutheranen en doopsgezinden.” (20,21)

Keetje groeide op in een klimaat van overweldigende rijkdom. Nadat ze wees was geworden, in 1780, kwam ze onder voogdij. De voogden brachten de kinderen in aanraking met verlichte ideeën, zo blijkt uit meerdere bronnen. De idealen van de Franse Revolutie – vrijheid, gelijkheid en broederschap – stonden in dit milieu in hoog aanzien. Typisch is bijvoorbeeld dat Keetje op 18-jarige leeftijd het overwegend patriotse stadsbestuur van Haarlem een aantal kanonnen schonk…

Hodshonhuis in Haarlem

Keetje Hodshon (1768-1829). Een rijke dame in revolutietijd
Keetje Hodshon (1768-1829). Een rijke dame in revolutietijd
Vermoedelijk in maart 1791 – ten tijde van haar volwassenwording – kreeg Keetje Hodshon te horen dat ze definitief over haar erfenis kon beschikken. Ze besloot een deel van haar obligaties te verzilveren zodat ze contant over 40.000 gulden beschikte. Van dit geld kocht ze enkele fraaie panden aan de rivier Spaarne in Haarlem, op de mooiste locaties in de stad. Begonnen werd daarnaast met de bouw van het ‘Hodshonhuis’, nadat architect Abraham van der Hart een ontwerp voltooid had.

Voor het leggen van de eerste steen deed Keetje Hodshon een beroep op haar vierjarige achternichtje en petekind, Cornelia Catharina van Styrum. Op 17 juni 1794 plaatste haar jonge naamgenote de nog altijd bestaande steen aan de cour. De werklieden gingen voortvarend aan de slag en binnen een jaar was de bouw voltooid. Daarna is nog wel lang aan het interieur gewerkt. Zo was het stucwerk van de Blauwe Zaal pas helemaal klaar in 1796.” (51)

Boek: Keetje Hodshon (1768-1829). Een rijke dame in revolutietijd – Els Kloek en Maarten Hell

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 50.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×