Archeologen hebben in Syrië de resten van een kerk uit de achtste eeuw ontdekt. De vondst werd gedaan bij de archeologische site in centraal Syrië.
Een Syrisch-Pools team van archeologen maakte de vondst bekend. Volgens Walid al-Assaad, hoofd van het Palmyramuseum, is het de vierde en grootste kerk die ooit in Palmyra is ontdekt. De kerk zou 12 bij 24 meter zijn geweest en zes pilaren van elk zes meter hoog hebben gehad. In de noordelijke en zuidelijke hoeken van de oude kerk vonden de onderzoekers twee kamers die vermoedelijk gebruikt werden voor dooprituelen, gebedsdiensten en andere rituelen.
De regio waar de kerk gevonden is, Palmyra of Tadmur, is een bekende archeologische vindplaats en een van de meest bezochte bezienswaardigheid van Syrië. Palmyra was een oase op de zijderoute en vergaarde rijkdom doordat de inwoners reizende handelaren bescherming boden tegen overvallen van bedoeïenen.