In Andenne, een klein Belgisch stadje in de omgeving van Namen, lijkt het wel of de tijd langzamer verstrijkt en het ritme volgt van de schepen die er over de Maas aan voorbij varen. Niets lijkt er de rust te verstoren en zeker niet de beren in het straatbeeld, want die zijn van brons. Ze herinneren aan de legende dat Karel Martel (688-741), geboren in Andenne, op negentienjarige leeftijd een gevaarlijke beer zou hebben gedood die een bedreiging vormde voor de bevolking. Dit wordt jaarlijks nog met een ‘berenfestival’ herdacht. Opmerkelijk genoeg is er nog een andere mijlpaal uit het middeleeuwse verleden van Andenne die verbonden is met een dier, namelijk de koe-oorlog, die tussen 1275 en 1278 de hele streek rond het stadje, bekend als de Condroz, in vuur en vlam zette.
De bevolking van de Condroz leefde in de Middeleeuwen hoofdzakelijk van de veeteelt en akkerbouw, waarvoor de vruchtbare leembodem rond het Maasdal zich goed leende. De relatief welvarende regio trok de aandacht van diverse heersers die hun invloedssfeer wilden uitbreiden of rijkdom probeerden te vergroten. Omdat het gebied zich aan beide zijden van de grens tussen het Heilige Roomse Rijk en Frankrijk uitstrekte, onderhielden lokale machthebbers betrekkingen met zowel de Franse koning als de Duitse keizer en hun vazallen.
Tussen Luik, gelegen ten oosten van de Condroz en behorend tot het Heilige Roomse Rijk, en Namen, ten westen daarvan en vallend onder Frankrijk, waren de spanningen in de loop van de dertiende eeuw sterk opgelopen omdat eerstgenoemde haar invloedssfeer voortdurend probeerde uit te breiden. Juist in deze roerige tijd ontstond er tussen twee boeren aan weerszijden van de grens een conflict dat verstrekkende gevolgen kreeg.
Een gestolen koe
Boer Engoran uit Jallet had van Rigoud de Corbion uit Ciney een koe gestolen en wilde deze in Andenne verkopen, aangezien de graaf van Namen, Gwijde van Dampierre (1226-1305), daar een toernooi georganiseerd had. Het was een evenement van grote betekenis, waar veel edellieden op af kwamen en ook een markt onderdeel van uitmaakte, teneinde alle gasten van drank en etenswaren te kunnen voorzien.
Ook Rigoud de Corbion bezocht deze markt en herkende onmiddellijk zijn eigen koe. Hij meldde dit direct aan de baljuw van de Condroz, Jean de Halloy, die eveneens aan het toernooi deelnam. Deze kon op dat moment echter niets doen omdat Andenne niet onder zijn jurisdictie viel. Daarom beval hij Engoran om met de gestolen koe terug te keren naar Jallet, binnen het Luikse rechtsgebied, om de zaak daar te kunnen afwikkelen. Echter, toen Engoran daar was aangekomen nam Jean de Halloy niet enkel de gestolen koe in beslag, maar liet de dief ook ter plaatse ophangen.
In Namen vond men dat deze gang van zaken niet onbeantwoord kon blijven. Engoran was een onderhorige van de heer van Goesnes en deze was uiterst verbolgen over de actie van de baljuw. Daarom liet hij als represaille diens kasteel platbranden, inclusief de omliggende boerderijen. Dit was het begin van een geweldsescalatie, want de rijksbisschop van Luik stuurde op zijn beurt weer troepen om zijn baljuw bij te staan, terwijl de heer van Goesnes de graaf van Namen om ondersteuning vroeg.
Precies zoals het feodale stelsel behoorde te werken en met als resultaat dat ruim zestig dorpen in de Condroz werden verwoest, waarbij naar schatting vijftienduizend mensen het leven lieten. Toen de graaf van Namen die van Luxemburg inschakelde en deze zonder enige aarzeling aan de oorlog begon deel te nemen, leek het er even op dat de vijandelijkheden zich nog jarenlang zouden blijven voortslepen.
Wandelroute
De oorlog eindigde uiteindelijk in 1278, ruim drie jaar na de diefstal en enkele geschonden wapenstilstanden. Het waren de Rijksbisschop van Luik en de graaf van Namen die de koning van Frankrijk om bemiddeling hadden gevraagd. Die had daarmee ingestemd en neutrale lieden naar Andenne gestuurd om uit te zoeken wat er precies gebeurd was. Dat duurde weliswaar een tijdje, maar ondertussen werd er in ieder geval niet meer gevochten.
In 1280 stierf de Rijksbisschop van Luik en werd opgevolgd door Jan van Vlaanderen (1250-1291), zoon van Gwijde van Dampierre, wat de positie van Namen in het conflict danig versterkte. Deze oorlog is dermate goed in het collectieve geheugen van de Condroz verankerd gebleven, dat er enige jaren terug nog een wandelroute is uitgezet die belangstellenden langs alle plaatsen rond Namen voert die een rol hebben gespeeld in deze Koe-Oorlog: de Route Guerre de la Vache.
De kortste oorlog uit de geschiedenis (1896)
Bronnen ▼
– Mail Henk ’t Jong, dd. 22 augustus 2024