Liefde van toen: zo louche waren de eerste huwelijksbureaus

2 minuten leestijd
Bericht in het weekblad Het Leven, 1918
Bericht in het weekblad Het Leven, 1918 - Foto: Mark Traa
De zoektocht naar een partner, de kennismaking, de verkering: het ging vroeger allemaal net wat anders dan nu. In een serie belicht Historiek de liefde van toen. Deel 4: zo louche waren de eerste huwelijksbureaus.

Dubieuze huwelijksbureaus

Een partner vinden met hulp van een professionele koppelaar? Dat is een verschijnsel dat we tegenwoordig nog vooral in de hogere kringen zien. Voor duizenden euro’s kun je een bureau als Pier Ebbinge, met zijn iconische advertenties, aan het werk zetten. Veel meer mensen swipen zelf wel op datingapps en hopen dat er het beste van komt. De bedrijfstak van de huwelijksmakelaars-oude-stijl is danig gekrompen met de opkomst van internet.

Maar er was een tijd dat de relatiebureautjes als paddenstoelen uit de grond schoten. Toen kranten eind negentiende eeuw steeds hogere oplagen bereikten, vormden ze een aantrekkelijk platform om mensen in de etalage te zetten. In het buitenland, vooral in Duitsland, deden de bureaus het al goed. Ook in Nederlandse kranten verschenen advertenties van Duitse mannen en vrouwen die een levensgezel zochten. Maar het was wel erg opvallend dat het vaak ging om mensen die zich vanwege een onmetelijke rijkdom en een adellijke titel uitvoerig op de borst klopten. Overduidelijk een scam, zouden we tegenwoordig zeggen.

Advertentie in 'De nieuwe courant' van 16 december 1911
Advertentie in ‘De nieuwe courant’ van 16 december 1911

Chantage

In het nieuws verschenen dan ook veel berichten uit Duitsland van mensen die waren opgelicht door een huwelijksbureau. Ze hadden hun hele ziel en zaligheid blootgelegd in een openhartige aanmeldingsbrief. Niet zelden ging het om mensen die nog in een relatie zaten. Prima aanknopingspunten voor een stevige chantage natuurlijk. Gelukszoekers werden ook eindeloos aan het lijntje gehouden terwijl het bureau zogenaamd op zoek ging naar een wederhelft. Intussen moest er wel steeds worden bijbetaald.

Advertentie in de 
Haagsche courant van 29 juni 1937
Advertentie in de
Haagsche courant van 29 juni 1937
In Nederland ging het niet anders. De huwelijksbureaus hadden van meet af aan een slechte naam. Ze waren het mikpunt van spot en hun klanten, tja, dat waren toch wat wanhopige types. In 1918 schreef een verslaggever van het weekblad Het Leven zich bij een Haags bureau in als relatiezoekende. In een reeks geruchtmakende artikelen verhaalde hij over de louche praktijken: soms werd hij op date gestuurd met iemand die, zo later bleek, verbonden was aan het bureau. Zo werd zijn inschrijving steeds verlengd en werd hem nog meer geld afgetroggeld.

Nepdates

De huwelijksbureaus hadden meer trucs. Ze reageerden op advertenties van mensen die een partner zochten, voerden er een correspondentie mee en lieten na enige tijd pas blijken dat ze een ‘professioneel’ bureau waren dat domweg klanten zocht. Het kwam voor dat mensen op hun eerste date geen potentiële partner troffen maar een medewerker van een huwelijksbureau die hen wilde inschrijven. Een onbekend (maar waarschijnlijk aanzienlijk) deel van de contactadvertenties in de kranten was in werkelijkheid opgesteld door een bureau.

Bericht in de  Haagsche courant van 29 juni 1937
Bericht in de Haagsche courant van 29 juni 1937 (Delpher)
In Nederland had je tot 1968 het Rijksbureau betreffende de Bestrijding van de Handel in Vrouwen en Kinderen en van de Handel in Ontuchtige Uitgaven, geleid door de Amsterdamse hoofdcommissaris van politie, dat toezicht hield op de huwelijksmakelaars. Uit archiefstukken spreekt het wantrouwen van de dienst in de relatiebureaus, maar ook de onmacht om echt in te grijpen. Het was natuurlijk ook niet eenvoudig om gedupeerde klanten te vinden die publiekelijk hun beklag wilden doen. Zo bleven de huwelijksbureaus decennialang een ongrijpbare bedrijfstak die mensen ongetwijfeld geluk heeft gebracht maar anderen (wederom) een teleurstelling in de liefde bezorgde.

Boek: Steeds blijf ik u beminnen. Liefdesoproepen uit vervlogen tijden

Mark Traa (1968) is journalist en schrijver. Hij schreef onder meer voor Trouw, Intermediair, KIJK en HP/De Tijd was lange tijd als redacteur verbonden aan maandblad Quest.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×