Daten
Daten is zenuwslopend, dat hoef je niemand te vertellen die het van nabij heeft meegemaakt. Schrale troost: vroeger was het nog veel erger. Had je gereageerd op een huwelijksadvertentie dan kwam meestal een schriftelijke correspondentie op gang. Die liep, zeker in het begin, niet rechtstreeks van huis naar huis. Misschien zouden de brieven daar worden onderschept door je ouders, of erger nog: door je huidige partner. Of je wilde gewoon niet dat iemand in zo’n vroege fase al wist wie je was en waar je woonde. Je identiteit prijsgeven was een flinke stap, dat kwam pas later.
Afspraken in codetaal
In het begin verliep de correspondentie daarom via een neutrale locatie. Dat was vaak een kiosk, maar het kon ook het kantoor van de krant zijn, een boekhandel of het postkantoor. Daar stond dan een bak met poste restante-brieven, die niet bij een adres werden bezorgd maar wachtten tot ze werden afgehaald. In een advertentie of in de briefwisseling spraken de tortelduifjes een code af (zoals elkaars initialen of een wachtwoord als ‘lentebloempje’). In de krant maakten ze vervolgens kenbaar dat de ander een brief met het codewoord op de envelop kon afhalen bij een bepaalde kiosk. Alleen als de afhaler de code daar kon noemen, kreeg hij die envelop mee.
Rond de kiosken speelden zich ware liefdestragedies af: smachtende mannen en vrouwen informeerden om de haverklap of er soms al een envelop voor ze was afgegeven. Vaak tevergeefs natuurlijk. Talloos zijn de advertenties waarin wanhopige mensen zich afvragen waar een beloofde brief toch blijft. Of waarin iemand de ander erop wijst dat er toch echt al een hele poos een brief kan worden afgehaald. Ghosting is echt iets van alle tijden.
Blijspelen en tragedies
In 1926 beschreef een ‘kioskjuffrouw’ in de Amsterdamse krant Het Nieuws van den Dag over…
‘een schuchter juffertje, dat al sinds vijf dagen vijf maal per dag met een allerliefst verlegen blosje komt informeeren of er nog een brief onder motto ‘Bobby’ is gekomen.’
Tien jaar later sprak ook de Haagse krant De Avondpost met een kioskbeheerder. ‘leder uur van den dag’, zei ze, ‘beleef ik hier blijspelen en tragedies. En het begint dikwijls al op 16-jarigen leeftijd. Het eindigt tot in de 80. De baron, mijnheer, en de slagersloopjongen, hebben bij mij hun veilig honk. Het dienstmeisje en de freule; alles passeert de vierkante meter-opening en ontvangt de brieven, of geeft er de brieven af en ik lees uit de oogen, wat er aan de hand is.’
De kiosk had tot diep in de twintigste eeuw een spilfunctie in de datingwereld. Vele liefdes werden via de kleine winkeltjes op gang geholpen, vele verhoudingen zijn er voortijdig gesneuveld. Als liaison in het prille contact tussen twee geliefden is de kiosk nu vervangen door websites en apps. Wel handiger, maar misschien ook wat minder romantisch.
De getoonde advertenties zijn afkomstig van instagram.com/liefdevantoen. Daar wordt elke dag een liefdesoproep of huwelijksadvertentie uit vroeger tijden (1840-1940) geplaatst.
Volgende aflevering: Zo verliep een date van je voorouders
Boek: Steeds blijf ik u beminnen. Liefdesoproepen uit vervlogen tijden