Dark
Light

Lijn Negen; een unicum in een behoudende stad

Auteur:
10 minuten leestijd
Zicht op Kampen
Zicht op Kampen (CC0 - Pixabay - ABeijeman)

Lijn Negen was een coöperatief theatergezelschap dat werd opgericht door negen studenten van de toenmalige Academie voor Expressie door Woord en Gebaar in Utrecht. Zij gaven voornamelijk straatvoorstellingen voor de jeugd. In 1975 kreeg de groep een eenmalige stimuleringssubsidie en tijdelijke huisvesting van de gemeente Rotterdam. De groep vernoemde zich naar de tramlijn – Lijn Negen – die hen van hun woning naar de repetitieruimte bracht.

Vestiging in Kampen

Op een gegeven moment streek het gezelschap, per toeval, neer in de provincie Overijssel. Met als reden dat deze provincie als eerste positief reageerde op hun vraag om subsidie. De eis van de provincie was wel dat de groep zich vestigde in Overijssel. Uiteindelijk richtten de theatermakers zich op de stad Kampen. Dit had te maken met het feit dat Lijn Negen met David Buwalda een lid had die als docent werkte aan de net opgerichte Sociale Akademie in de Hanzestad. Zo kwam men ook in contact kwam met de pas benoemde Hans Smit. Deze was directeur van de Stadsgehoorzaal in Kampen. Hij gaf Lijn Negen een plek in zijn zaal om te repeteren. Volgens hem zou het klimaat in Kampen absoluut veranderen, waardoor er grote mogelijkheden voor het gezelschap lagen. Maar het gezelschap zelf had eigenlijk niets met Kampen. Het was toeval dat zij er terecht kwamen. Dit alles valt te lezen in het archief van Lijn Negen dat berust bij het Stadsarchief Kampen, maar dat om privacy redenen maar summier kan worden geraadpleegd.1

Leden jeugdtoneelgroep Lijn Negen

Toen Lijn Negen met haar optredens in Kampen begon bestond de groep uit negen leden, in 1982 was dat gegroeid tot elf: vijf actrices en zes acteurs. Daarnaast was er een zakelijk leider. Er waren naast de toneelgroep nog zes personen die de toneelgroep ondersteunden. Het betrof de administratie, techniek en schoonmaak, dat was ruim bedeeld voor zo’n kleine groep.2

De groep speelde voor drie doelgroepen: kinderen van 6-13 jaar; jongeren van 12-16 jaar en jongeren van 16 jaar en ouder. Leidend thema van de toneelgroep was om kinderen/jongeren als individu te benaderen. Ervan uitgaande dat deze zelfstandig konden denken en niet alles van volwassenen hoefden aan te nemen.

Cultureel klimaat

Kampen was jarenlang een garnizoensstad geweest en bood eveneens al lange tijd onderdak aan de Theologische Hogeschool (gereformeerde predikantenopleiding). Dat veranderde in de jaren zeventig van de twintigste eeuw. In Kampen vestigden zich toen vier christelijke academies. Het waren de Sociale Akademie, de Akademie voor Beeldend Kunstonderwijs, de Akademie voor Journalistiek en de Akademie voor Expressie door Woord en Gebaar.

De ouders van de studenten verkeken zich op het woord ‘christelijk’. Zij stuurden hun zoon of dochter liever naar het ‘veilige’ Kampen dan naar het ‘onchristelijke’ Amsterdam of Utrecht. Met het christelijke element viel het echter wel mee. De studenten hadden zelfs een eigen café. Dat van de familie Koek.

Het was de tijd waarin de cabaretiers Robert Long en Leen Jongewaard in de Stadsgehoorzaal optraden met hun show Tot hiertoe heeft de Heere ons geholpen, waar vanuit kerkelijke en christelijke politieke hoek heftig tegen werd geprotesteerd. De optredens werden door B&W echter niet verboden.4

Dwarsverbanden

Studenten, vooral expressiestudenten, konden stage lopen bij Lijn Negen en gingen er soms werken. Bijkomende voordelen voor Lijn Negen was de betrokkenheid van de al genoemde directeur Hans Smit, die geloofde dat in Kampen – door de komst van de academies – een cultureel klimaat was ontstaan waarin plaats was voor het theater gezelschap Lijn Negen en voor de optredens van Long en Jongewaard. Uiteindelijk was dit niet zo. Kampen bleef een ‘behoudende’ stad.

Daarnaast was de houding van de gemeente Kampen doorslaggevend. PvdA-wethouder Mieke Bijlsma (1978-1982) van onder andere Sociale Zaken en Cultuur en Welzijn was Lijn Negen welgezind. Samen met bijstandsambtenaar Fred Nijland zag zij een gaatje in de Bijstandwet om de toneelgroep te ondersteunen met een uitkering zolang als nodig was. Eigenlijk was Kampen blij met de groep, terwijl de leden ervan de stad hoofdzakelijk zagen als springplank.5

Optredens Lijn Negen

De coöperatieve Lijn Negen begon in de zomer van 1977 in Kampen met het geven van voorstellingen op straat. Zij trachtte vanuit Kampen Overijssel en Nederland te veroveren. Zij gaven ongeveer tweehonderd voorstellingen in het hele land. Zij gaf een grote voorstelling in Overijssel in de Stadsgehoorzaal in Kampen op 10 april 1978. De leden speelden toneel, regisseerden, gaven toneellessen en ontwierpen affiches en kostuums. Zij gaven voorstellingen met een meer of minder experimenteel karakter.6

In april 1978 gaven zij een try-out in de Stadsgehoorzaal over de ondergang van het gezin van de Romanovs (Rusland). Men zag hoe het gezin va de tsaar in een isolement raakte. Vertelster Liesbeth Coltof wist het publiek te boeien. De tsaar werd gespeeld door Hans van den Boom, de tsarina door Renske van Proosdij, Rasputin door Jur van der Lerq en de jonge man Yurovsky werd gespeeld door Roel Adam. De muziek werd verzorgd door Myra Fiddelmann cello, Machiel Scholder piano en trompet en Roy Kuschel blies de fluit en bediende de synthesizer. De recensie in het Kamper Nieuwsblad was lovend. De entreeprijs was laag (ƒ 5,-) omdat het een try-out was.7

Daarna volgde iets totaal anders. Lijn Negen deed met het programma Omdat net alsof de circusartiesten waren weggelopen, zodat de kinderen zelf een circus moesten vormen. Het was een groot succes, zowel op de Avercampschool, de Willem van Oranjeschool als op de school in de binnenstad (Mgr. Zwijsenschool). Omdat werd elke woensdag gespeeld, vier weken lang, als activiteit voor de kinderen.8

‘Lijn Negen boeide Sinterklaasdag schoolkinderen’. Daarmee opende het Nieuw Kamper Dagblad (NKD) op 6 december 1978 zijn pagina over Lijn Negen. Alle kinderen – van 8 t/m 12 jaar – kwamen naar de Stadsgehoorzaal, om naar Lijn Negen te luisteren. Dat optrad in de vorm van straattoneel, met toneel, mime, muziek en dans. ‘We mogen trots zijn dat we dit gezelschap binnen onze poorten hebben’, zeiden de onderwijskrachten die de kinderen begeleidden.9

De theatergroep kampte ondertussen met grote tekorten. Vertegenwoordigers van de groep voerden gesprekken met het ministerie CRM en met de Overijsselse gedeputeerde A. Smit. Lijn Negen kwam echter niet in aanmerking voor subsidie voor 1981, ondanks aanbeveling van de Culturele raad van Overijssel en de Raad van de Kunst. Smit wees op een eventuele subsidie van het ministerie van CRM, maar deze hing weer af van de subsidie van de provincie Overijssel en de stad Kampen. Lijn Negen had in middels een exploitatietekort van ƒ 475.000,-. Men deed op financieel gebied maar wat, zoals het archief van Lijn Negen aantoont. Daar zijn mappen vol treinkaartjes te vinden en andere kleine bedragen.10 Alles maakt een ongeorganiseerde indruk.

Ondanks de onzekere subsidie, annonceerde Lijn Negen een nieuwe productie Eiland. Deze voorstelling zou voor het eerst te zien zijn op 8 januari 1981 in de Stadsgehoorzaal te Kampen. Het werd gemaakt en gespeeld door Roel Adam, Cees Bavius, Liesbeth Coltof, Bertine Hobbelman en Janneke Holwerda. Onder degenen die verder meewerkten werd de naam van Johanna ter Steege genoemd. Volgens recensent Willem van der Veen pleitte Lijn Negen overtuigend voor artistieke erkenning. De voorstelling draaide om jongeren op een klein eiland. Schoolverlaters die geen baan kunnen vinden.11

In 1982 bracht de landelijke raad voor de Kunst aan de minister van CRM (Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk) een positief advies uit over Lijn Negen. Zij bestempelde de groep als kwalitatief hoogstaand gezelschap en adviseerde voor het komend seizoen andermaal de gevraagde rijkssubsidie toe te kennen. Zoals bekend besloot het Provinciaal Bestuur van Overijssel met ingang van dit jaar te subsidiëren, waarna CRM zich aansloot via een projectsubsidie. Behalve door Overijssel werd Lijn Negen nu gesubsidieerd door Zwolle, Enschede, Lelystad en de vestigingsgemeente Kampen. Er ontstond een band met de gemeente Kampen, doordat deze een bijdrage in de huisvestingskosten gaf.12

De groep ontwikkelde zich steeds professioneler en er werd extern een zakelijk leider aangetrokken die zich richtte op het verkopen van voorstellingen, het binnenhalen van subsidies en het begroten van lasten en baten. In de periode 1981-1983 werd Het Orkest en Man op stelten gerealiseerd. Met deze producties brak Lijn Negen landelijk door. Dat was tevens het einde van Lijn Negen. Er ontstond een verschil van mening binnen de groep. Een deel van de groep wilde naast jeugdvoorstellingen ook voorstellingen voor volwassenen maken. Tevens wilde Overijssel dat de zakelijke leiding vertrok, anders gaf zij geen subsidie meer. De artistieke tweedeling werd definitief toen Liesbeth Coltof en Roel Adam naar Amsterdam vertrokken.13

Scheiding der geesten

Liesbeth C. schreef in een brief het volgende:

Beste leden van het bestuur,
In de afgelopen weken van hoop. twijfel en beslissingen over ‘’Lijn negen’’ hebben zich ook bij mij en mijn omgeving een aantal dingen afgespeeld, waarvan ik iedereen op de hoogte wil stellen. Allereerst is zoals iedereen weet Roel opgenomen in het ziekenhuis. (…) Hij is een van mijn beste vrienden (…) en ik mis zijn stimulansen ideeën en steun.

(…) Daarnaast was er nog wat ons betreft als tweede het Margaritte Duras-project. (…) er zal geen plaats zijn voor een dergelijk theaterproject. (…) Deze wat idealistische visie verschilt van de van de meer pragmatische instelling van de andere groep en het kantoor. (…) Ik heb er wat moeite mee dat wij onszelf al van te voren zo beperken en niet de mogelijkheid tot verwezenlijking onderzoeken. Het Margaritte Duras-project is mijns inziens te geruisloos uit het pakket verdwenen (…) en beide groepen leggen zich neer bij de conclusies en consequenties die uit het onderzoek worden getrokken. (…) Ik voel mij zo alleen binnen ‘Lijn Negen’ (…) Daarom heb ik besloten niet mee te werken. (…) Tenslotte verzuchtte Liesbeth C.: ‘We waren toch eens een groep’.14 En dat was ook zo. Maar het was ook een jonge groep waarvan sommige leden wat anders wilden.

Subsidiestop per 1 januari 1985

De reden van de subsidiestop van 1 januari 1985 was: financieel wanbeleid. Het verlies zou de pan uit rijzen. Het einde van de theatergroep Lijn Negen was nabij. De provincie Overijssel, de grootste subsidiënt van de groep, liet het afweten omdat er in ambtelijke ogen een financieel wanbeheer was gevoerd, waardoor de verlies- en winstrekening een tekort van twee ton vertoonde. De boekhouding van Lijn Negen deugde wat de ambtenaren betreft gewoon niet. Lijn Negen, die ongeveer tweehonderd voorstellingen per jaar verzorgt, zou zich van geen kwaad bewust zijn. Het gemeentebestuur van Kampen had zich gedistantieerd van het voornemen van Gedeputeerde Staten van Overijssel om de subsidiëring van Lijn Negen met ingang van 1985 te beëindigen. Kampen wilde Lijn Negen onvoorwaardelijk blijven steunen.15 Dat de zorgen bij Lijn Negen groot waren bleek uit een brief gepubliceerd in het Nieuw Kamper Dagblad. Lijn Negen vreesde dat ook de andere subsidiënten zouden afhaken.

Uiteindelijk legde de inspecteur van de directe belastingen beslag op de ƒ 50.000,- provinciale subsidie, die was bestemd voor de Kamper theatergroep. De theatergroep, die in de ogen van de het provinciaal bestuur een financieel ‘wanbeleid’ voerde, had volgens de belasting een premieschuld van ƒ 200.000,-.16

Lijn Negen reageerde hierop door een Arob-procedure (beroepsprocedure) te beginnen. Nu kwam men zelfs in het landelijk nieuws. De krant Het Binnenhof reageerde negatief. De krant kaartte aan dat dat Lijn Negen slechts een eenvoudig kasboek bijhield. In de Zwolsche Courant kon men lezen, dat de Culturele Commissie in Kampen vond dat Lijn Negen een kans verdiende. Burgemeester Henk Kleemans, die als waarnemend voorzitter de vergadering leidde, zei dat de handelswijze van GS getuigde van weinig smaak.

‘Lijn Negen heeft geen kans gehad. De provincie gaat bot te keer. De juridische stap, die Lijn Negen heeft genomen (Arob-procedure) is daarom goed’.

In de Amersfoortse Courant kon men lezen, dat de met opheffing bedreigde Kamper toneelgroep Lijn Negen niet behoefde te rekenen op een financiële bijdrage van de overheid. Minister Brinkman (CRM) zei geen financiële garanties op zich te kunnen nemen ‘omdat het bij Lijn Negen met de centen niet goed zit’.15 De theatergroep, die de zaak had het aangekaart bij de Raad van State, verloor. De raad besliste in hun nadeel wegens ‘financieel wanbeheer’. De provincie Overijssel hoefde de subsidie aan Lijn Negen niet voort te zetten. En daarmee viel het doek voor Lijn Negen.18

De Blauwe Zebra

Lijn Negen, onder leiding van Jur van der Lerq en Hans van den Boom, ging door onder de naam Blauwe Zebra. Een aantal leden van de theatergroep Lijn Negen hadden met hulp van het ministerie van CRM en de provincie Overijssel de attributen voor de voorstelling Het Loket opgekocht. De groep was begonnen met het afwerken van de voorstellingen, die op naam van Lijn Negen, al waren geboekt. Dit duurde enkele jaren. Daarna vertrok de Blauwe Zebra naar Enschede.

Drie hoofdrolspelers

Liesbeth Cothof (1954), Jur van der Lerq (1953) en Hans van den Boom (1951) vonden hun eigen weg. Lijn Negen in Kampen gaf ze alle drie een goede start. Liesbeth Coltof vertrok zoals gezegd naar Amsterdam. Roel Adam bleef bij haar. Hij speelde in veel van haar stukken. Zij werkte haar hele leven bij het jeugdtheater in de hoofdstad. In 2018 nam ze afscheid van de Toneelmakerij en ontving ze de Zilveren Medaille voor het hoogwaardig jeugdtheater dat zij regisseerde. Ter gelegenheid van Koningsdag 2019 werd Coltof benoemd tot ridder in de Nederlandse leeuw.19

Jur van der Lerq (1953) was van 1985-2011 artdirector van de Blauwe Zebra. Daarna zat hij in de hoofdopleiding van de Hogeschool van de Kunsten in Tilburg. Jur van der Lerq werkte mee aan tv-uitzendingen zoals Flikken Maastricht. Hij was raadslid voor Groen Links voor Westbetuwe sinds 2019.20

Hans van den Boom (1951) was van 1990 tot en met 2012 artistiek directeur van jeugdtheater Stella in Den Haag. Hij schreef hier toneelteksten, regisseerde voorstellingen en maakte muziekvoorstellingen voor het Residentieorkest. Sinds 1985 heeft Hans van den Boom zo’n vijftig theaterteksten geschreven, waarvan veertig bij Stella in Den Haag zijn uitgebracht, al dan niet onder zijn regie.21

Afsluiting

Er bleef niets over van het jeugdtheater in Kampen. Ook alle Hogescholen vertrokken de een na de ander uit Kampen. De medewerking van schouwburgdirecteur Hans Smit was een groot voordeel geweest. Tot zijn spijt veranderde het klimaat in Kampen niet. Ook burgemeester Kleemans deed er veel aan om de groep in Kampen te houden. De theatergroep wilde meer dan een kleine stad als Kampen hen kon bieden. Na zeven jaar hielden zij het voor gezien. Lijn Negen streek slechts bij toeval in Kampen neer, terwijl Kampen alles uit de kast trok om de groep te behouden.

Noten

1 – Herman Broers, Blauw haar. Het mirakel van Akademiestad Kampen, Kampen 2010, 132. Jur van der Lerq. ‘’Lijn Negen’’, in: Kamper Almanak, 2009, 33-39, 33,34; Stadsarchief Kampen, toegangsnummer 00343, inv.nr. 29, Loonstaten Lijn Negen.
2 – SK, toegangsnummer. 00343, inv.nr. 29, Loonstaten Lijn Negen, 1982.
3 – Broers, Blauw haar, 133.
4 – Nieuw Kamper Dagblad, 22-09-1982 en 23-09-1982.
5 – SK, C 01584, Plankenkoorts. We zetten alleen onze voornamen op de affiches. Onze ijdelheid verliest het van onze paranoia. Lijn Negen, p.4, 30-07-1983; Herman Broers, Blauw haar, 335-337; canonvannederland.nl/overijssel/kampen/akademiestad; Jur van der Lerq , Lijn Negen, Kamper Almanak, 33; Dr. Iet Erdtsieck, Ik weet nu hoe de hazen lopen, Kampen 2006, 129-131.
6 – NKD, 16-12-1977; KN, 17-12-1977.
7 – KN, 08-04-1978; NKD, 07-04-1978.
8 – KN, 15-07-1978.
9 – NKD, 06-12-1978.
10 – SK, toegangsnummer 00343, inv.nr.39 en 40.
11 – KN, 16-10-1980; 09-01-1981.
12 – KN, 19-01-1983.
13 – Broers, Blauw Haar, 133,134; Lerq, van der, Lijn Negen in: Kamper Almanak, 36
14 – SK, no. 00343, inv.nr. 29, L.C. aan bestuurders, ongedateerd, waarschijnlijk, 1984/85.
15 – NKD, 07-07-1984; KN, 28-08-1984.
16 – KN, 23-10-1984.
17 – SK, no, 00343, inv.nr. 14, Lijn Negen, Krantenknipsels over de ondergang.
18 – NKD, 02-07-1985.
19 – https://90-kids.nl/Amsterdamblog/afscheid van -liesbeth-coltof-met-een-leven-lang-theater; Theaterenencyclopedie.nl/wiki/liesbethColtof
20 – https://gemeenteraad.westbetuwe.nl/Raadsleden/jur-van-der-Lerq
21 – https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Blauwe_Zebra; https://de nieuwetoneelbibliotheek.nl/schrijvers/hans-van-den boom

Studeerde geschiedenis aan de Noordelijke Leergangen in Zwolle en aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daar promoveerde zij op het onderwerp De emancipatie van de Joden in Overijssel.

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×